In de jaren negentig van de vorige eeuw fuseerden scholen in het voorgezet onderwijs in rap tempo. De onderwijsmanager deed zijn intrede. Een ouderwetse schooldirecteur, die zijn gehele loopbaan aan een onderwijsinstelling verbond, werd een zeldzaamheid. Aan de rand van steden verrezen nieuwe, grote en anonieme schoolgebouwen. Tussendoor kwam er steeds meer aandacht voor het kwetsbare kind.
In het oog springend zijn de harde hand van de manager en het belang van het kwetsbare kind als softe factor, twee aan elkaar tegengestelde factoren. De tijdgeest van de jaren negentig in het onderwijs bewees dat die verschijnselen ook zeer goed samen konden gaan. De onderwijsmanager zag in dat er een maatschappelijke behoefte was aan meer beleid ten aanzien van het kwetsbare kind. De instelling van een vertrouwenspersoon voor de leerling was niet genoeg. Er werden zogenaamde zorgteams opgericht. Docenten konden daar, veelal na het afronden van gerichte cursussen, in participeren.
Leerlingen met adhd, add, autisme, borderline en reguliere leerachterstanden kregen, terecht, meer aandacht. Jammer genoeg beperkten onderwijsmanagers de invloed van de zorgteams niet, want die werd ronduit te groot: de persoonlijke vraagstukken van leerlingen werden een soort van keurmerk van zorgteams in de rapportenvergadering, dus eveneens in bijeenkomsten waarin werd beslist over zittenblijven of overgaan.
De mentor, een docent overeenkomst lid van een zorgteam, de vertrouwenspersoon: ze lieten hun invloed gelden in de vergadering. Objectieve beoordelingen aan de hand van leerprestaties gingen een minder grote rol spelen. Een behaald cijfer op basis van een zekere inzet deed er minder toe. Leerlingen met een rugzakje en een reeks onvoldoendes, dus een rode cijferlijst, gingen soms toch over op basis van de veronderstelling dat persoonlijke problematiek daardoor zou verminderen.
Scholen als goede hoeder. Scholen als Florence Nightingale. Een zorgschool was en is geen goede school. Het Nederlandse voortgezet onderwijs sloeg door in irrationale pedagogische principes. De prestatiegerichte leerling kreeg het nakijken.
Wiebe Dooper