Categorieën
Ethiek Fryslân Ingezonden Politieke en ambtelijke cultuur

‘Zo doen wij dat op het gemeentehuis van Leeuwarden.’ Een open brief aan Eelke de Jong, gemeentesecretaris van de gemeente Leeuwarden (3)

Door Liuwe van der Meer

Ik kreeg mijn stukken in een wonderlijk PDF, zonder registratienummers op de brieven, zonder stempels met “ingekomen”, mijn twee brieven aan de wethouder en de sectormanager zaten in een PDF van zestien (!) bladzijden, acht bladzijden waren geheel wit, op twee bladzijden zaten twee brieven die volledig zwart waren gelakt (waarom, mijn beste Eelke, worden twee volledig zwartgelakte brieven eigenlijk meegestuurd? Daar is toch niet om gevraagd? Ik werd natuurlijk zeer nieuwsgierig naar de inhoud!) en als laatste was er de brief bijgevoegd die kortgeleden door Bouma was “ontdekt”, hij telde vier pagina’s, waarvan twee de eigenlijke brief bevatten.

De brief zag er echt uit, geprint als hij leek op het gemeentelijke postpapier (zie bijlage), maar er waren een paar basale dingen die inhoudelijk niet klopten:

De brief was geschreven maar twee werkdagen na de ontvangst van mijn brief, die op donderdag 25 juni 2020 via de mail was verstuurd; op maandag 29 juni 2020 had de sectormanager de brief dus al opgesteld. En moet hij ook gemandateerd zijn. Voor Leeuwarder begrippen buitengewoon snel! Echter, het kenmerknummer was hetzelfde als een eerder door haar verzonden brief. Achter “verzonden:” stond niets, geen datumstempel of handmatig geschreven datum, niets. Je mag dan volgens mij de conclusie trekken dat deze brief nooit is verzonden. Ik had hem ook nooit gekregen en dat had ik, ik zei het al,  bij mijn WOO-verzoek ook expliciet gesteld.

Maar het ergste was dat onze sectormanager in haar brief drie keer verwees naar een brief van PvdA-fractieleider Ekhart en hem daarbij consequent betitelde als wethouder Andries Ekhart, ze schrijft over “de toenmalige wethouder Andries Ekhart” alsof hij in het College van B&W zat. Nu was Ekhart in april, vlak na het schrijven van zijn brief aan mij, onverwacht overleden, maar onze sectormanager moet toch op 29 juni 2020, de datum op haar brief, nog wel geweten hebben dat Ekhart geen wethouder was; ze heeft ongetwijfeld overleg met hem gehad over mijn dossier. Bijvoorbeeld over wat ze met het dossier zouden moeten gaan doen.

Ik vermoed dat onze sectormanager bij het opstellen van haar brief daar niet meer aan heeft gedacht, toen ze in oktober 2023 op haar werkkamer de antwoordbrief in elkaar knipte en plakte, het was ook al bijna drie-en-een-half jaar geleden. Ze wist gewoon niet meer precies wat de functie van Ekhart in 2020 was geweest! Ja, hij was jarenlang wethouder geweest, dan kan dat ook wel in de brief. Ze heeft vermoedelijk de brief geschreven nadat juridisch medewerker Bouma mijn brief in het registratiesysteem niet kon vinden en bij haar had aangeklopt om te vragen naar mijn brief en vermoedelijk heeft hij toen gezegd dat de aanvrager had vermeld dat zijn brief nooit was beantwoord. Ja, het niet-beantwoorden van brieven heet onbehoorlijk bestuur, toch, Eelke? Maar het bij een WOO-verzoek opsturen van een geantedateerde valse brief is nog veel erger, Eelke, dat heet fraude. En jij moet dit hebben geweten.

Dit geconstateerd hebbende heb ik ook mijn brief aan de burgemeester maar eens opgevraagd. Die kreeg ik binnen in een PDF van vier bladzijden, drie bladzijden waren gewoon wit, en op de brief zelf stond geen registratienummer of datum van binnenkomst. Ik kreeg toen een gouden tip: vraag eens om een kopie van de bladzijden van het register van ingekomen stukken waarop jouw brieven vermeld moeten staan! Iedere binnenkomende brief moet op het gemeentehuis geregistreerd worden, dat is een stadaardprocedure. Van de bladzijden waarop mijn brieven aan de wethouder en de sectormanager vermeld zouden moeten staan kreeg ik een bijelkaar geknipte en geplakte kopie met veel zwartgelakte woordjes, maar de inschrijving van mijn brief aan de burgemeester had de dienstdoende ambtenaar niet kunnen vinden, schreef hij mij. En juist dié brief was wèl beantwoord: door de secretaresse! En heel merkwaardig: vier weken vóórdat me werd gemeld dat men de inschrijving van de brief aan de burgemeester niet kon vinden had ik wèl een kopie ontvangen van die brief! Hoe heeft Bouma die dan kunnen vinden, zonder registratienummer en een datum?

Alles viel op zijn plaats op maandag 12 februari 2024. Ik bekeek op jullie website de lijst met ingewilligde WOO-verzoeken van 2023 en toen bleken mijn ingewilligde WOO-verzoeken in de lijst te ontbreken! Gelukkig kon ik dadelijk chatten met een medewerker, de dienstdoende ambtenaar schreef mij toen dat de WOO-verzoeken die ik had ingediend nog altijd als “niet afgehandeld” in de boeken stonden, dit verklaarde waarom ze ook niet in de lijst met ingewilligde WOO-verzoeken van 2023 stonden!

Ik denk dat de ambtenaar zich wel even achter zijn oor heeft gekrabd toen dus bleek dat deze WOO-verzoeken na drie maanden nog altijd als “niet afgehandeld” in de boeken stonden, immers, een WOO-verzoek moet volgens de regels binnen vier weken zijn afgehandeld, met een kleine uitloop naar zes weken. Maar daar ging het toen niet om. Ik hád mijn stukken op dat moment al drie maanden, ik was verbijsterd, Eelke! Want nu komt de vraag naar voren: waar komen de stukken die Bouma mij in november en december 2023 in een PDF gestuurd heeft dan vandaan? Hebben jullie een soort dubbele boekhouding? Een soort boekhouding voor “onwelgevallige stukken”?

Deze ontdekking was voor mij de reden om op 11 maart 2024 een vertrouwelijke brief aan de burgemeester te sturen, met bewijsstukken, in een enveloppe met op de buitenkant “strikt persoonlijk en vertrouwelijk” en uiteraard aangetekend. Ik vroeg hem om een onderhoud.

Wordt vervolgd!

Bijlage:

                                                                               

Eerder verscheen: