Sinds ik in Koudum woon, ben ik niet meer in Ierland geweest. Dat heeft niks met Koudum te maken, maar geeft aan dat ik al acht jaar niet geweest ben in dat land dat me enorm trekt. Gelukkig is er nu Fiere wake, het rijke nieuwe boek van Syds Wiersma dat eind 2024 verscheen. Het boek is een poëtisch verslag van verschillende reizen door Ierland.

Wiersma wilde, zo legt hij in een voorwoord uit, door Ierland reizen en schrijven over wat hij tegenkwam. Niet alleen vanwege zijn belangstelling voor de voor-christelijke en vroeg-christelijke Ierse mystiek, maar hij wilde ook hier en daar sporen van een paar grote Ierse dichters volgen. En zo ontmoeten we in deze verhalen en gedichten onder andere de dichters W.B. Yeats, Patrick Kavanagh en Seamus Heany.
Maar vooral lezen we mooie gedichten van Wiersma. In het eerste hoofdstuk staan negen gedichten over Dublin. Daarin schrijft hij over wat hij ziet op meer en minder bekende plekken. Natuurlijk zijn daar de plekken bij waar standbeelden staan van Ierse schrijvers. Zo is Wiersma bij Kavanagh die op een bankje aan het Grand Canal zit. Niet toevallig ziet hij daar de blikjes en flesjes rondom de bank liggen en is er een dwerg die Guinness drinkt en de dichter toebijt dat hij persoonlijker moet worden.

Flarden van de Ierse geschiedenis duiken ook op in de gedichten. Zo vraagt de dichter zich in het gedicht ‘Rosie Hackett Bridge’ af wat er omgegaan is in Rosie Hackett die als jonge vrouw al betrokken raakte bij de vakbondsbeweging. Om het gedicht te besluiten met: “Oer de brêge klaue kustfûgels sfearen fan thús / by my iepen, Dit is Dubh Linn, de heale wrâld / stekt hjir de rivier oer, har skouderbonke draacht / myn eigen nammen, ûnderweis earne ferhûddûke.
Dat einde van het gedicht laat zien hoe Wiersma het advies, of bevel, van ‘de dwerg’ bij het standbeeld van Kavanagh ter harte genomen heeft. Het persoonlijke komt ook naar voren in de reisverhalen waarin we Wiersma volgen. Zo vertelt hij in het verhaal ‘Brandon Creek’ hoe hij, woorden van de middeleeuwse Sint Brandaan gedachtig, ervoor koos om geen auto te huren maar liftend door Ierland te reizen. Zo dwingt hij zichzelf over te geven en de wereld in zijn wonderlijke verschijningen te zien.

Het zijn niet altijd vrolijke verhalen waar Wiersma op stuit. Het hoofdstukje ‘Letterfrack’ begint wel positief als Wiersma op doorreis in een boekhandel in Clifden The Poor Mouth van Flann O’Brien koopt: “Gjin better skriuwer om jinsels mei op te kideljen as O’Brien. By him lakest op syn minst ien kear op in side.” Maar als hij in zijn hostel in Letterfrack een oude man, Pat, ontmoet, maakt hij via hem kennis met het verhaal van de Christian Brothers die een schoolsysteem optuigden met een extreem streng regime dat leidde tot misbruik van de kinderen.

Wat minder persoonlijk zijn de meer beschrijvende gedichten, zoals het ruim tien bladzijden lange gedicht ‘Grace of the Gamesters’ over Grace O’Malley (1533-1603). Deze opmerkelijke vrouw zou naast Iers ook Latijn gesproken hebben en nam na de dood van haar vader het leiderschap van de O’Malleyclan over in het gebied rond Clew Bay bij Westport. Voortdurend is Grace O’Malley in strijd om de macht en ze werd een zeerover – ‘pirate queen’ – die onder anderen de Britten bestreed. Het proza-achtige gedicht leest vanwege het ritme en de taal lekker weg.

Een apart hoofdstuk is gewijd aan Ierse heiligen, onder wie uiteraard St. Patrick. Zo reist Wiersma naar Downpatrick, waar St. Patrick begraven ligt. Hij bezoekt het graf en het standbeeld met het zeldzaam mooie uitzicht. “Ast in striidbile begrave wolst, is dit it plak derfoar. In lichte dize lûkt út see wei it lân oer en lit de giele brûs fan bloeiend hoannespoar fjurkje, sa’t ik it leau’k nea earder sjoen haw.” Daarna begint hij aan het gedicht over St. Patrick dat hij al jaren wilde schrijven.
Bij de presentatie van de bundel meldde de schrijver dat Fiere wake er niet gekomen was, als zijn uitgever Piter Boersma hem niet aangeraden had om de reisverhalen in proza af te wisselen met de gedichten. Die combinatie pakt heel goed uit, misschien ook wel omdat de afwisseling nog extra versterkt wordt door de afbeeldingen van veertien schilderijen van Tjibbe Hooghiemstra.
© Jelle van der Meulen