(tekst provinsje Fryslân)
De uitstoot van broeikasgassen is in Fryslân tussen 1990 en 2018 met 27% gedaald: van 8,8 naar 6,4 megaton. Dat is meer dan de landelijke afname. Die was 16%. In 2030 moet de daling in heel Nederland 49% zijn. In 2020 stond de landelijke teller op 25,5%. Fryslân was in de periode van 1990 tot en met 2018 verantwoordelijk voor 3,5% van de landelijke uitstoot.
De cijfers staan in de notitie Uitvoering Klimaatakkoord Fryslân, die Gedeputeerde Staten naar Provinciale Staten stuurde. Daarin staat wat Fryslân bijdraagt aan het nationale Klimaatakkoord uit 2019. Daarin staat als doel 49% minder uitstoot van broeikasgassen in 2030 t.o.v. 1990. In 2050 moet de reductie minimaal 95% zijn. Het huidige kabinet heeft het doel voor 2030 inmiddels bijgesteld naar minimaal 55%.
Broeikasgassen
In de notitie Uitvoering Klimaatakkoord Fryslân staat hoe de uitstoot van broeikasgassen in Nederland en in Fryslân sinds 1990 zijn veranderd. Het gaat hier niet alleen om de uitstoot van koolstofdioxide (CO2) maar ook om de uitstoot van methaan (CH4) en distikstofoxide/lachgas (N2O). Die was 220 megaton in 1990 en bedroeg in 2018 nog 186 megaton landelijk.
Friese uitstoot
De daling in Fryslân was 11% groter dan landelijk. Dat is voor een deel het gevolg van de beperktere inzet van de elektriciteitscentrale in Burgum. Deze wordt sinds 2015 nog maar incidenteel ingeschakeld, waardoor de uitstoot van de centrale flink is afgenomen. Verder laten de cijfers ook dalingen zien in de sector landbouw en landgebruik in Fryslân. Ook de sector gebouwde omgeving laat een daling zien. Sectoren waarin de uitstoot is toegenomen zijn mobiliteit en industrie.
Provinciale taken
De provincie heeft ruim 20 verschillende taken in het uitvoeren van het Klimaatakkoord. Voorbeelden zijn het stimuleren van zonne- en windenergie, het ontwikkelen van warmtebronnen, het vergroten van de energiebesparing in de industrie en het verduurzamen van het openbaar vervoer. Fryslân wil bijvoorbeeld bermmaaisel vergisten om groen gas van te maken.
In 2024, 2026 en 2028 worden opnieuw voortgangsrapportages opgesteld. De taken moeten in 2030 volledig uitgevoerd zijn.