(tekst: provinsje Fryslân)
De toekomst van het Friese platteland staat centraal in het concept gebiedsprogramma van het Frysk Programma Landelijk Gebied (FPLG). Fryslân wil werk maken van de opgaven voor natuur, klimaat, water en landbouw. En daarbij een vitaal platteland behouden. De conceptversie wordt de komende maand voorgelegd aan alle betrokken partijen voor een reactie. Het is een eerste brede toetsing van het programma dat niet eerder dan 2024 definitief wordt.
In Fryslân kiezen we voor een aanpak in drie fasen. Nu, straks en later. Met later bedoelen we de periode na 2035. Met de huidige snelheid van ontwikkelingen, vinden we het lastig om al keuzes te maken binnen het FPLG over die periode. We willen daarom transparant zijn over wat we weten, maar de komende tijd ons meer richten op nu en straks.
De periode van 2026 tot 2035 noemen we straks. In die fase willen we ons richten op de realisatie van alle doelen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Daarvoor is eerst helderheid nodig over de randvoorwaarden, de wettelijke verankering en de invulling van het Landbouwakkoord en de inzet van het landelijke transitiefonds van €24 miljard.
Het Friese platteland is ons echter te dierbaar om niets te doen. Daarom gaan we nu, de periode tot 2026, aan de slag met de bestaande trajecten waar we het al over eens zijn zoals het Veenweideprogramma, de Kaderrichtlijn Water en het NatuurNetwerkNederland. Daar richten we ons op uitvoering, het monitoren van de voortgang en het vergaren van de juiste kennis voor de volgende fasen.
Aan de slag
Niet voor niets draagt het programma als titel: ‘It is mei sizzen net te dwaan’. Laten we vooral vandaag al aan de slag gaan met de opgaven voor natuur, klimaat, water en landbouw én oog houden voor de vitaliteit van het platteland. Van alle acties die we nu al gaan doen hebben we er hier een aantal uitgelicht.
Eén van de meest besproken opgaven voor de natuur is die van stikstof. In Fryslân zien we dat door autonome ontwikkeling en afschaffing van derogatie al een forse reductie bereikt zal worden. Wij stellen voor dat het Rijk besluit tot generieke emissiearme bedrijfsvoering voor alle ondernemers. Daarnaast blijft een gebiedsgerichte aanpak noodzakelijk. Door meer generiek te reduceren, kan de opgave voor de gebieden wel kleiner worden.
Om het Klimaatakkoord van Parijs te halen, moet de uitstoot van broeikasgassen omlaag. In Fryslân hebben we het dan vooral over CO2 uit veenweiden en methaan uit de melkveesector. Voor de reductie van CO2 uit veenweiden richten we ons op uitvoering van het vastgestelde Veenweideprogramma 2021-2030 met een maximaal grondwaterpeil van gemiddeld 40 cm. onder maaiveld. Voor de methaanreductie houden we de onderzoeken naar innovatieve methodes van reductie nauwlettend in de gaten.
De kwaliteit van het water in Fryslân gaat vooruit. Toch zijn de KRW-doelen (Kaderrichtlijn Water) nog niet behaald. Daarom blijven we inzetten op natuurvriendelijke inrichting en beheer. Ook werken we aan oplossingen om te zorgen dat er minder verontreinigende stoffen in het water terechtkomen. De volhoudbaarheid en betaalbaarheid van het Friese watersysteem staat onder druk. Dat vraagt om keuzes voor de toekomstige inrichting van ons watersysteem en de inrichting van Fryslân. Daarom is de visie Fryslân Klimaatbestendig 2050+ in ontwikkeling, de Friese invulling van het principe ‘Water en Bodem Sturend’.
Fryslân is een landbouwprovincie en wil dat blijven. We willen toekomstperspectief bieden voor ondernemers die boer willen zijn en blijven. Het FPLG moet boeren ondersteunen bij het maken van keuzes voor de toekomst. Daarbij moet de boer wel zelf aan het stuur blijven. De provincie kan binnen de gestelde kaders daarbij faciliteren in onafhankelijk advies over bijvoorbeeld innovatie of een andere bedrijfsvoering, eventueel aangevuld met (tijdelijke) subsidies. Daarbij blijft vrijwilligheid voor ons een belangrijk uitgangspunt.
De vitaliteit van het platteland staat ook in Fryslân onder druk. De landbouw is in het landelijk gebied een grote motor van de lokale economie en de leefbaarheid. We werken daarom aan een analyse om meer inzicht te krijgen in de sociaal economische effecten van het FPLG. We willen dat het FPLG een kans voor het landelijk gebied is. Dat doen we door maatregelen die nodig zijn te combineren met een impuls in de sociaaleconomische kracht van het platteland.
Kostenplaatje
Om het FPLG te kunnen realiseren is geld nodig uit het transitiefonds of andere landelijke of provinciale budgetten. Binnen het FPLG verwachten we dat Fryslân ruim € 4.5 miljard uit het landelijke transitiefonds nodig heeft om de doelen te kunnen realiseren én de vitaliteit van het platteland te behouden en versterken. Het grootste deel van de kosten zit in de afwaardering van grond in zowel het veenweidegebied als overige gebieden. Ook wordt er €500 miljoen gereserveerd voor het fonds voor Brede Welvaart. De rest van het geschatte benodigde budget zal vooral gaan naar beheer en inrichting.
Vervolgproces
Dit concept gebiedsprogramma wordt de komende weken aan betrokken partijen voorgelegd voor een eerste reactie. Zo wordt alle Friese besturen, de 18 Friese gemeenten, algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân en Provinciale Staten gevraagd om te reageren. Ook gaan we in gesprek met leden van commissies die bestaande gebiedsprocessen leiden. De reacties verwerken we in een ontwerpversie dat we 1 juli voorleggen aan het Rijk voor toetsing. Na de zomer organiseren we een formele inspraakronde.
Webinar op 10 mei
Op woensdag 10 mei organiseren we een webinar over het gebiedsprogramma. Aan tafel zitten dan Douwe Hoogland (gedeputeerde), Jan van Weperen (wethouder Ooststellingwerf), Hans van der Werf (directeur Friese Milieufederatie) en Trienke Elshof (bestuurder LTO Noord). De webinar start om 20:00 uur en is te vinden via www.fryslan.frl/fplg.