Vanuit katholiek standpunt bekeken, werd zondag 15 mei 2022, in een vreugdevolle en voor velen euforische dag geweest: de al zalige pater Titus Brandsma heilig verklaard. Daar is alom volop aandacht aan besteed. En terecht. Ook in de stad waar hij weliswaar niet geboren werd, maar in zijn jeugd naar school en kerk gegaan was, Bolsward, bracht deze pauselijke erkenning, na een religieus geaccepteerd wonder, in katholieke kring veel opwinding teweeg.
Talloze artikelen, radio- en t.v. programma’s waren gewijd aan de heiligverklaring. Niet tot nauwelijks belicht daarbij werden zeer wezenlijke aspecten van zijn leven die bepalend zouden zijn voor zijn latere levenswandel.
Daarvan is zijn jeugd op een wel heel bijzondere wijze van grote invloed geweest en merkwaardig verlopen. Even in het kort.
De opvoeding binnen een extreem gesloten gezin, waar ‘vreemden’ niet graag geziene gasten waren en vriendjes, met name die van de stadse katholieke lagere school, zoveel mogelijk buitengehouden werden, gaf al vroeg richting aan het leven van Titus. Zijn moeder, Tjitje Postma, en zijn vier oudere zussen, waarvan drie eveneens het klooster ingingen, zorgden voor een vrome sfeer op de hofstee Oldeclooster, gelegen in de oude gemeente Wonseradeel, tussen Bolsward en Hartwerd. Moeder Maria was prominent aanwezig, ook wanneer de familie talrijke keren per week met de boerensjees naar het Bolswarder Sint Martinuskerkje ging. Met de rozenkrans werd dan Maria aanbeden.
Vader bestuurde de boerenkar, zoals hij ook, op de achtergrond, het gezinsgebeuren bestuurde. Vader Titus Brandsma was wel maatschappelijk actief: kerkvoogd, lid katholieke kieskring en gemeenteraadslid van Wonseradeel voor die kieskring van 1884 tot 1899. Ook daar, volgens de raadsnotulen, een ingetogen en zwijgzame man. Hij behoorde tot het burgerlijke patriarchaat dat een maatschappelijke inhaalslag leverde om de katholieke achterstanden in te lopen. Wel bracht vader wereldlitteratuur de huiskamer binnen. De rooms-katholieke, welteverstaan.
Kortom, de buitengewoon vrome sfeer op de boerderij, dagelijks bepaald door moeder Tjitje, daarin gesteund door de dochters, heeft het latere levenspad van Anno Sjoerd, Titus’ wereldlijke naam, ontegenzeggelijk grotendeels bepaald. Die vroomheid werd gepersonifieerd door Moeder Maria en Teresa van Âvila, Spaans mystica en eveneens heilig verklaard binnen de kerk.
Een zekere bepalende rol zullen de leerkrachten van de katholieke school gespeeld hebben. Hoewel dikwijls gesuggereerd wordt dat Titus ook een oud bewaarschooltje, met een prominent aanwezig beeld van Maria in een nis, zou hebben bezocht, is vooreerst discutabel. Op de lagere school werd de wereld om Titus heen veel ruimer. Zelfs de Franse lessen in de zesde klas van meester Ridder zorgden voor een wereldlijke nieuwsgierigheid bij de jonge Anno Sjoerd. De latere keuze voor het gymnasium zal daarvan bepalend zijn geweest. De contacten met de schoolvriendjes verliepen minder naar wens. Dikwijls was de boerenjongen Anno het slachtoffer van stadse pesterijen.
Na Titus zal nog Hendrik geboren worden binnen het boerengezin. Ook deze kiest voor het klooster, als minderbroeder, waar ook Titus zich tot aangetrokken voelde, maar die weg leek fysiek te zwaar. Alleen dochter Gatske gaat niet het klooster in, hoewel ook zij dat graag wilde. Het was vader Titus die de boerderij door een van de kinderen wilde zien voortgezet en dus huwde zij een Burgwerder boerenzoon.
Eveneens van grote invloed op Titus Brandsma verdere leven zal de aartsbisschop Johannes de Jong zijn geweest. Aanvankelijk, beginjaren ’30, stond Titus in zijn journalistieke werk tamelijk negatief tegenover politieke stromingen als communisme, socialisme en liberalisme. Slechts de kerkelijk bepaalde maatschappelijke inzichten werden omarmd. Lange tijd had Titus in zijn geschriften en mondelinge uitingen geen duidelijke afkeer van het fascisme. Dat veranderde toen de nazi’s zich met de inhoud van de katholieke journalistiek gingen bemoeien en eisen daaraan gingen stellen. Het was aartsbisschop De Jong, de latere kardinaal en afkomstig van Ameland, die Titus de opdracht gaf langs de directies van de diverse katholieke bladen te reizen om aan te geven dat deze werkwijze in strijd met het katholicisme was. Bijna alle krantenredacties volgden de raad van Titus op.
Deze invloed van Titus op de pers was voor de Duitsers aanleiding hem, uiteindelijk, gevangen te nemen, een weg langs gevangenissen die hij met onwerkelijke kracht en een diepe, religieuze overtuiging aflegde. Merkwaardig, dat De Jong toen geen aanwijsbare maatregelen heeft genomen om aan te geven dat hij het was die sturing had gegeven aan de journalistieke opstelling van Titus Brandsma. Daarmee zou wellicht Titus’ levensvervolg anders zijn geweest. Uiteindelijk kwam de zo standvastige en wijze mysticus, de boerenzoon van Oldeclooster, om het leven in Dachau, al dan niet via een fatale injectie.
Bolsward © Willem Haanstra