Over het fraaie, maniëristische stadhuis van Bolsward doen de eeuwen door allerlei verhalen de ronde. Aanvankelijk werd het maar een kermisachtige attractie gevonden van renaissancistische bouwkunst. Pas in onze tijd, zeg sinds het einde van de 19e eeuw, en vooral daarna, wordt het fraaie maniërisme van de bouw door velen als een cultuurhistorisch noordelijk hoogtepunt beschouwd. Tijdenlang ook ging het verhaal rond dat het ontworpen zou zijn door de schrijnwerker en latere burgemeester Jacob Gysberts, de vader van de grondlegger van de hedendaagse Friese taal Gysbert Japix. En ook dat een bouwcollectief van plaatselijke ambachtslieden de uitvoering heeft bepaald. Beide beweringen kloppen zeker niet. Degene die mijns inziens de grootste invloed heeft gehad op de kunstzinnige richting van de bouw van het ‘stadspaleis’ is de toenmalige en relatief onbekende stadssecretaris Sybrandus Siccama geweest.
Wie o wie?
Er valt nog veel te ontdekken en, vooral, te ontrafelen voor wat betreft de Bolswarder geschiedenis. Een kenmerk van het bestuderen van de historie is dat inzichten, en soms lange tijd als feitelijk aangehaalde kennis, kunnen en kan veranderen door ietwat dieper in het onderwerp te duiken. Ook kan na een onverwachte ontdekking, opgediept uit archieven of andere bronnen, ineens het soms heel lang voor vast aangenomen verhaal weggezet worden als onjuist. Daarnaast kan ook op basis van bredere, historische kaders, rationeel toegepast op de plaatselijke geschiedschrijving, aangepaste helderheid verschaft worden.
In de inleiding gaf ik al een voorbeeld dat past in bovenstaande ontwikkelingen.
Het is, letterlijk, een schijnbaar eeuwige vraag: wie is de ontwerper van ons prachtige stadhuis? In het oud-archief van de voormalige gemeente Bolsward is geen eenduidige aanwijzing te vinden. Het zijn met name de nog aanwezige rekeningen die betrekking hebben op de uitgaven bij de bouw van het stadhuis die enige helderheid kunnen verschaffen. Maar uit die rekeningen valt zeker niet op te maken, gelet op de uitgekeerde bedragen, wie dan ‘de meister’ zou zijn geweest. De vaak genoemde Jacob Gysberts, een fabuleus meubelmaker, kan, naast het feit dat van deze schrijnwerker onmogelijk verwacht kon worden in staat te zijn tot het algehele ontwerp van het gebouw, en gelet op de relatief minimale bedragen die hij ontving, onmogelijk deze persoon zijn geweest.
Vaak wordt verwezen naar een maquette die hij van het stadhuis gemaakt zou hebben. Daarin zou je dan een concretisering van de uitkomsten van de inbreng van een aantal vaklieden op de eigen onderdelen van de bouw kunnen zien. Deze zullen opdrachten zijn geweest onder een zekere kunstzinnige noemer, in dit geval die van het maniërisme.
De stuwende kracht daarachter, zover ik dat op logisch-historische gronden kan inschatten, zal de stadssecretaris en zeer geleerde Sybrandus Siccama zijn geweest. Omdat ze elkaar goed kenden, zal op zijn verzoek en aanwijzingen zijn goede kennis Jacob Gysberts, en daartoe beroepsmatig ook in staat, die eventuele maquette hebben vormgegeven.
Concrete aanwijzingen zijn in de archieven echter nergens te bespeuren. Wel moeten we opmerken dat ook veel archiefmateriaal in de loop van honderden jaren is zoekgeraakt. Een aparte rekening het ontwerp betreffende, is logischerwijs ook niet te vinden: Siccama was als ruim bezoldigd stadssecretaris al in dienst van de stad.
Op het verkeerde been
Tijdens een algehele restauratie werd in 1955 een inscriptie gevonden in het toegangsportaal tot de raadzaal. Daarmee meenden sommigen bevestigd te zien wat al lange tijd als antwoord op de vraag wie de ontwerper van het stadhuis was, de ronde deed. Al eerder heb ik aangegeven dat, ook gelet op het aantal leestekens, het woord ‘geijnverteerd’ (ontworpen) er zeker niet staat. Een mogelijkheid is ook dat het woordje slaat op het aanbrengen van het portaal, in 1615.
Ook worden plaatselijke ambachtslieden genoemd, degenen die de gefragmenteerde opdrachten uitvoerden betreffende het metselwerk, het zeer kunstzinnige beeldhouwwerk en het timmergedeelte. Ook voor hen geldt dat de aan hun betaalde uitkeringen niet kunnen gelden als bewijs van ontwerp voor een zo veelomvattende opdracht als die voor het ontwerpen van het stadhuis.
Alles binnen een breder historisch kader afwegende, is het zeer goed te onderbouwen dat de toenmalige stadssecretaris van Bolsward, een zeer geleerd en breed georiënteerd persoon, hoogstwaarschijnlijk de regisseur is geweest van de uiteindelijke maniëristische bouw, namelijk Sybrandus Siccama.
Binnenkort deel 2.
© Willem Haanstra