Categorieën
Economie Financiën Onderzoek Overheid Politiek Vervoer

Regeldruk kost ondernemers halve ton per jaar

Door BOVAG op Liwwadders.nl

Uit een vandaag door minister Beljaarts aan de Tweede Kamer gestuurd rapport van KPMG – uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken – blijkt dat ondernemers fors worden getroffen door de huidige regeldruk. In de automotive, één van de drie onderzochte sectoren, bedroegen de regeldrukkosten maar liefst een kwart (23,3 procent) van hun winst.

BOVAG is blij dat dit kabinet regeldruk wil aanpakken en waardeert het initiatief van het ministerie om deze nulmeting te laten uitvoeren. Tegelijkertijd roept het dit kabinet op om nu de volgende stap te zetten: onderneem snel actie om deze kosten te verlagen en de concurrentiekracht van deze ondernemingen te behouden.

Regeldruk uitgedrukt in geld

Een gemiddelde autodealer, met 18 fte (voltijdbanen) en een bedrijfsresultaat van 231.760 euro, is jaarlijks zo’n 54.000 euro kwijt aan regeldrukkosten. Dat is 23,3 procent van de winst. Ter illustratie: voor het garagebedrijf op de hoek, met vier medewerkers, is deze druk nog veel hoger omdat deze sneller moet uitwijken naar een externe adviseur.

Het onderzoek heeft ook gekeken naar twee andere sectoren: de chemische mengindustrie en de branche voor onafhankelijk financieel advies. Beide sectoren laten een vergelijkbaar en zorgwekkend hoog kostenplaatje zien.

Sectorspecifieke knelpunten

Er wordt onderscheid gemaakt tussen sectorspecifieke en sectoroverstijgende regels. Volgens BOVAG zorgen juist de sectorspecifieke verplichtingen voor hoge regeldrukkosten (41 procent van het totaal). Twee concrete voorbeelden en voorstellen:

Wetgeving rond de opslag van gevaarlijke stoffen en milieubelastende activiteiten is onmisbaar om veiligheid en milieu te beschermen, maar leidt in de praktijk tot onnodige complexiteit. Ook bedrijven met kleine hoeveelheden gevaarlijke of brandbare stoffen (bijvoorbeeld ruitensproeiervloeistof) vallen onder dezelfde eisen als grote ondernemingen, wat onduidelijkheid veroorzaakt, hoge kosten voor brandwerende opslag met zich meebrengt en leidt tot verschillende interpretaties door omgevingsdiensten. Een meer proportionele aanpak, waarbij voorschriften aansluiten op de werkelijke omvang en praktijk, zou veel onnodige lasten voorkomen.

Bovendien raakt men het overzicht kwijt over welke milieumaatregelen precies gelden en welke administratie daarbij hoort. Bij autobanden moet elke goederenbeweging worden geregistreerd, zelfs bij tijdelijke opslag of verhuizing naar een andere locatie. De controles verschillen daarnaast per omgevingsdienst. Een sectorspecifiek digitaal ondernemersloket kan hier uitkomst bieden, met heldere informatie over milieubelastende activiteiten en afvalstromen. Zo ontstaat meer duidelijkheid voor ondernemers en toezichthouders en wordt dubbel werk bij verschillende instanties voorkomen.

Sectoroverstijgende verbeterpunten

Naast deze sectorspecifieke knelpunten zijn er regels die het hele mkb raken, maar door de kapitaalintensieve aard van autodealers extra zwaar wegen. KPMG wijst vooral op de Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E). Deze is onmisbaar voor een veilige werkomgeving, maar de verplichte externe toetsing maakt het proces onnodig complex en tijdrovend. Europese richtlijnen laten een minder strikte aanpak toe, waardoor een vereenvoudigde RI&E voor mkb-bedrijven met beperkte risico’s én het schrappen van de verplichte externe toetsing – zoals in veel andere EU-landen – realistische alternatieven zijn.

Ook bij het opstellen van de jaarrekening ervaren autodealers onnodige lasten: hun kapitaalintensieve voorraad leidt tot een hoge omzet en balanstotaal, waardoor ze sneller aan uitgebreide rapportageverplichtingen en een verplichte accountantscontrole moeten voldoen. Het instellen van hogere drempels voor sectoren met kapitaalintensieve goederen zorgt dat kleinere mkb-bedrijven met dure voorraden niet onterecht aan dezelfde regels hoeven te voldoen als grote ondernemingen.

Maak werk van proportionaliteit

De verplichtingen voor mkb-bedrijven zijn nu vaak dezelfde als voor grote ondernemingen. BOVAG ziet dat de Bedrijfseffectentoets (BET) uitkomst kan bieden: deze toets kan en moet worden ingezet voor zowel nieuwe regelgeving als bestaande regels. Het kabinet heeft eerder aangegeven hiermee te willen zorgen voor een lichter regime of uitzonderingen voor mkb. BOVAG benadrukt dat autodealers door handel in kapitaalintensieve goederen vaak worden benadeeld omdat ze door de hoge omzet (NIET winst) niet onder mkb worden geschaard terwijl ze wel acteren als mkb bedrijf maar moeten voldoen aan regels die voor grootbedrijven gelden.

BOVAG blijft graag met minister Beljaarts in gesprek om op korte termijn concrete regeldrukverlaging te realiseren, zowel op sectorspecifiek als sectoroverstijgend niveau, maar dringt wel aan op snelle actie. Meer proportionaliteit, vertrouwen in ondernemers en het doorbreken van de ‘regel-reflex’ zijn daarbij volgens de brancheorganisatie sleutelwoorden.

Regeldruk kost ondernemers halve ton per jaar

BOVAG dringt aan op directe stappen van minister Beljaarts (EZ).

Uit een vandaag door minister Beljaarts aan de Tweede Kamer gestuurd rapport van KPMG – uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken – blijkt dat ondernemers fors worden getroffen door de huidige regeldruk. In de automotive, één van de drie onderzochte sectoren, bedroegen de regeldrukkosten maar liefst een kwart (23,3 procent) van hun winst.

BOVAG is blij dat dit kabinet regeldruk wil aanpakken en waardeert het initiatief van het ministerie om deze nulmeting te laten uitvoeren. Tegelijkertijd roept het dit kabinet op om nu de volgende stap te zetten: onderneem snel actie om deze kosten te verlagen en de concurrentiekracht van deze ondernemingen te behouden.

Regeldruk uitgedrukt in geld

Een gemiddelde autodealer, met 18 fte (voltijdbanen) en een bedrijfsresultaat van 231.760 euro, is jaarlijks zo’n 54.000 euro kwijt aan regeldrukkosten. Dat is 23,3 procent van de winst. Ter illustratie: voor het garagebedrijf op de hoek, met vier medewerkers, is deze druk nog veel hoger omdat deze sneller moet uitwijken naar een externe adviseur.

Het onderzoek heeft ook gekeken naar twee andere sectoren: de chemische mengindustrie en de branche voor onafhankelijk financieel advies. Beide sectoren laten een vergelijkbaar en zorgwekkend hoog kostenplaatje zien.

Sectorspecifieke knelpunten

Er wordt onderscheid gemaakt tussen sectorspecifieke en sectoroverstijgende regels. Volgens BOVAG zorgen juist de sectorspecifieke verplichtingen voor hoge regeldrukkosten (41 procent van het totaal). Twee concrete voorbeelden en voorstellen:

Wetgeving rond de opslag van gevaarlijke stoffen en milieubelastende activiteiten is onmisbaar om veiligheid en milieu te beschermen, maar leidt in de praktijk tot onnodige complexiteit. Ook bedrijven met kleine hoeveelheden gevaarlijke of brandbare stoffen (bijvoorbeeld ruitensproeiervloeistof) vallen onder dezelfde eisen als grote ondernemingen, wat onduidelijkheid veroorzaakt, hoge kosten voor brandwerende opslag met zich meebrengt en leidt tot verschillende interpretaties door omgevingsdiensten. Een meer proportionele aanpak, waarbij voorschriften aansluiten op de werkelijke omvang en praktijk, zou veel onnodige lasten voorkomen.

Bovendien raakt men het overzicht kwijt over welke milieumaatregelen precies gelden en welke administratie daarbij hoort. Bij autobanden moet elke goederenbeweging worden geregistreerd, zelfs bij tijdelijke opslag of verhuizing naar een andere locatie. De controles verschillen daarnaast per omgevingsdienst. Een sectorspecifiek digitaal ondernemersloket kan hier uitkomst bieden, met heldere informatie over milieubelastende activiteiten en afvalstromen. Zo ontstaat meer duidelijkheid voor ondernemers en toezichthouders en wordt dubbel werk bij verschillende instanties voorkomen.

Sectoroverstijgende verbeterpunten

Naast deze sectorspecifieke knelpunten zijn er regels die het hele mkb raken, maar door de kapitaalintensieve aard van autodealers extra zwaar wegen. KPMG wijst vooral op de Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E). Deze is onmisbaar voor een veilige werkomgeving, maar de verplichte externe toetsing maakt het proces onnodig complex en tijdrovend. Europese richtlijnen laten een minder strikte aanpak toe, waardoor een vereenvoudigde RI&E voor mkb-bedrijven met beperkte risico’s én het schrappen van de verplichte externe toetsing – zoals in veel andere EU-landen – realistische alternatieven zijn.

Ook bij het opstellen van de jaarrekening ervaren autodealers onnodige lasten: hun kapitaalintensieve voorraad leidt tot een hoge omzet en balanstotaal, waardoor ze sneller aan uitgebreide rapportageverplichtingen en een verplichte accountantscontrole moeten voldoen. Het instellen van hogere drempels voor sectoren met kapitaalintensieve goederen zorgt dat kleinere mkb-bedrijven met dure voorraden niet onterecht aan dezelfde regels hoeven te voldoen als grote ondernemingen.

Maak werk van proportionaliteit

De verplichtingen voor mkb-bedrijven zijn nu vaak dezelfde als voor grote ondernemingen. BOVAG ziet dat de Bedrijfseffectentoets (BET) uitkomst kan bieden: deze toets kan en moet worden ingezet voor zowel nieuwe regelgeving als bestaande regels. Het kabinet heeft eerder aangegeven hiermee te willen zorgen voor een lichter regime of uitzonderingen voor mkb. BOVAG benadrukt dat autodealers door handel in kapitaalintensieve goederen vaak worden benadeeld omdat ze door de hoge omzet (NIET winst) niet onder mkb worden geschaard terwijl ze wel acteren als mkb bedrijf maar moeten voldoen aan regels die voor grootbedrijven gelden.

BOVAG blijft graag met minister Beljaarts in gesprek om op korte termijn concrete regeldrukverlaging te realiseren, zowel op sectorspecifiek als sectoroverstijgend niveau, maar dringt wel aan op snelle actie. Meer proportionaliteit, vertrouwen in ondernemers en het doorbreken van de ‘regel-reflex’ zijn daarbij volgens de brancheorganisatie sleutelwoorden.