Categorieën
Boeken Cultuur Fryslân Literatuur Overpeinzingen uit Koudum

PRESENTATIE VAN EEN NIEUWE FRIESE ROMAN IN LEEUWARDEN

Mij was gevraagd een praatje te houden bij de presentatie van de nieuwe Friese roman, Libbe, van Marga Claus. Dus ik ging donderdag 10 oktober van Koudum naar Leeuwarden, met het openbaar vervoer. Dat ging heen prima, maar terug was een ander verhaal. Bij het binnenlopen van Kafee De Gouden Leeuw in Tresoar waar de presentatie plaatsvond, speelde Wiebe Kaspers met violiste Isabelle Doodhagen en dat klonk geweldig. Na het openingspraatje van de uitgever mocht ik aan het woord en ik zal dat hieronder samenvatten.

Jelle van der Meulen tijdens zijn praatje over het nieuwe boek van Marga Claus. © Marga Claus

Ik vertelde eerst wat over haar vorige werk en benadrukte daarbij de opbouw van de romans. Wat Marga Claus voor mij een interessante schrijver maakt, is niet zozeer het bedenken van een goed verhaal. Want ze bedenkt, geloof ik, niet zoveel. Ja, een goede plot en verder maakt ze gebruik van bestaande dramatische gebeurtenissen en haalt ze inspiratie uit haar eigen leven. Hoe ze dat doet, dwingt bewondering af. Op creatieve wijze weet ze verhalen tot een roman te maken waarin belangrijke zaken in een mensenleven op een interessante manier worden verteld.

Lees het nieuwe boek maar eens. De roman heeft als titel Libbe en gaat ook over Libbe. Libbe Jongstra om precies te zijn, 92 jaar oud en oud-kassier bij een bank. Op de eerste pagina van het boek krijgt dochter Gryte een telefoontje van de buurvrouw van Libbe. Gryte woont sinds een jaar niet meer in hetzelfde dorp als Libbe, dus de buurvrouw van Libbe past ook een beetje op de oude man. En op deze eerste maandag van december blijven de gordijnen dicht en doet Libbe de deur niet open als buurvrouw aanbelt.

Tafel met exemplaren van Libbe bij de presentatie. © Jelle van der Meulen

Gryte reageert niet heel snel, maar als de buurvrouw nog eens belt, wordt ze toch ongerust en stapt ze uiteindelijk in de auto. Ondertussen is de lezer aardig wat te weten gekomen over Libbe, maar ook over dochter Gryte. Die vertelt het verhaal in de ik-persoon en is ook hoofdpersoon in deze roman van vader en dochter. De gedachten van Gryte gaan in het boek regelmatig terug naar het verleden. Die terugblikken leveren behoorlijk veel tijdvertraging op en het is het vakmanschap van Marga Claus dat ze die stukken uit het verleden steeds op logische wijze door het verhaal weet te vlechten.

Nog niet zo lang heeft Gryte een nieuwe liefde, Fleur, bij wie ze intrekt. Fleur geeft schrijfcursussen en schrijft zelf ook een boek. Maar Fleur vertelt nooit waarover ze schrijft. Halverwege de roman praten Fleur en Gryte wel over dat boek. Die passage was voor mij aanleiding om te denken dat Libbe misschien wel niet alleen over de geschiedenis van Libbe en Gryte gaat, maar dat er nog een onderliggende laag is. Gaat dit nieuwe boek niet ook over het schrijven van een boek, een autobiografisch boek? Dit boek?

En ik kan zonder alles weg te geven best verklappen dat de laatste hoofdstukken, inclusief de ‘Ferantwurding’, het ‘Neiskrift’ en het motto van de roman uit het Bijbelboek Prediker daar nog een interessante draai aan geven. Er is meer te zeggen over dit nieuwe boek van Marga Claus, maar ik heb ondertussen wel genoeg laten doorschemeren dat ik veel plezier beleefde aan het lezen van Libbe, ook al had ik dat boek toen nog niet eens echt in handen gehad.

Marga Claus aan het woord. © Jelle van der Meulen

Nadat Wiebe & Isabelle weer gespeeld hadden, deed Marga Claus haar verhaal over deze autobiografische roman. Die was al een tijdje af, maar ze wilde het boek niet publiceren zolang haar vader nog leefde, die de inspiratie was voor het personage Libbe. Ze eindigde haar verhaal door het ‘Neiskrift’ van de roman Libbe voor te lezen, hoofdstuk 3 van het Bijbelboek Prediker. Dat begon in de tijd dat ik nog naar de kerk ging met ”Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd”. In het Fries in Libbe: “Foar elk ding is in oere / en foar alles ûnder de himel in tiid.”

Isabelle Doodhagen en Wiebe Kaspers. © Jelle van der Meulen

Aansluitend bezorgden Wiebe en Isabelle mij kippenvel door het spelen van het nummer ‘Turn, turn, turn’, oorspronkelijk een nummer van folkzanger Pete Seeger, maar bekend geworden door de Byrds: “To every thing (turn, turn, turn) there is a season (turn, turn, turn), and a time to every purpose under the heaven.” Denk er even het pianospel en de zang van Wiebe Kaspers bij en daar tussendoor en bovenuit de viool van Isabelle Doodhagen en ziedaar mijn kippenvel. Er is gelukkig een opname van gemaakt.

En na de boekpresentatie moest ik natuurlijk nog weer terug naar Koudum, uiteraard met een door Marga Claus gesigneerd exemplaar van Libbe. Dat ging goed tot station Workum, waar de trein keurig om 21.59 arriveerde. Om 22.03 zou het busje van buslijn 544 vertrekken naar Koudum, maar al wat er kwam, geen busje. Arriva proberen te bellen, maar dan krijg je niemand aan de lijn. Toen Taxi Bosman gebeld, die rijdt dat taxibusje van lijn 544 van Arriva ’s avonds. Taxi Bosman krijg je, ook ’s avonds om 22.20, direct aan de lijn, dus dat leek in orde.

Marga Claus signeert exemplaren van Libbe. © Jelle van der Meulen

Maar helpen deed het niet. Want ik kreeg te horen dat de man van de taxicentrale zou kijken waar de chauffeur van het busje zich bevond en dan zou ik teruggebeld worden. Dat moet nu nog gebeuren. Gelukkig was er ook een jongedame in Workum uit de trein gestapt, die zowaar ook naar Koudum moest. Deze jongedame was inmiddels door schade en schande wijs geworden en had na een kwartier wachten haar moeder gebeld. Die kwam haar ophalen en zo kon ik ook mee naar Koudum.

© Jelle van der Meulen