Categorieën
Cultuur Kunst Overpeinzingen uit Koudum

Overpeinzingen uit Koudum: KANDINSKY IN AMSTERDAM

We hadden het al eens eerder gedaan voor een dagje Amsterdam: met de auto van Koudum naar station Hoorn en dan met de trein naar Amsterdam. Maar dat was, realiseerden we ons achteraf, op een zaterdag. Nu we op een dinsdag gingen, stond het grote P + R terrein bij station Hoorn bomvol. Gelukkig bleek er wel plek te zijn in de parkeergarage van het ziekenhuis. Iets duurder, maar nog lang geen Amsterdamse tarieven.

Zelfportret Kandinsky.

Doel van de reis was de Kandinskytentoonstelling in het H’art Museum, zoals het voormalige museum Hermitage Amsterdam sinds eind vorig jaar heet en dat gevestigd is in het oorspronkelijk uit 1683 daterende Diaconie Oude Vrouwen Huys. Het is natuurlijk ironisch dat het Amsterdamse museum de band met Rusland verbroken heeft, maar onder de nieuwe naam start met een expositie van een in Rusland geboren kunstenaar. Die overigens het grootste deel van zijn leven in Duitsland en Frankrijk woonde en werkte en dan ook eerst Duits staatsburger werd en daarna Fransman.

De trap naar het begin van de expositie. © Jelle van der Meulen

We hadden deze dag, in de laatste week van de expositie die al vanaf juni liep, al een tijdje geleden afgesproken en we troffen het geweldig met het weer. Het was nog behoorlijk koud toen we vanuit Koudum vertrokken, maar lopend in een Amsterdams zonnetje bleken onze jassen wat aan de dikke kant. Een meevaller was bovendien dat Amsterdam niet zo verschrikkelijk druk was als we wel eerder meegemaakt hadden.

Omdat Silke mee was, onze inmiddels negenjarige bruin-witte kruising tussen een Friese Stabij en een Wetterhoun, moesten we de expositie een voor een bekijken. Overigens geen ramp, want in je eentje beweeg je je wat gemakkelijker tussen de andere mensen door, want we waren bepaald niet de enigen die tot de laatste week gewacht hadden. En het bood ook de gelegenheid voor een wandeling met de hond door een mij wat onbekender stukje Amsterdam.

Kunsteducatie op de Kandinskytentoonstelling. © Jelle van der Meulen

Terwijl mijn vrouw als eerste de expositie van de pionier van de abstracte schilderkunst bezocht, liep ik met Silke via de Nieuwe Keizersgracht, even linksaf langs de Hortus Botanicus – nee, daar mogen honden ook niet in – en de Plantage Muidergracht naar de campus van de Universiteit van Amsterdam op het Roeterseiland, Dat bleek een geweldig auto- en rookvrij complex te zijn geworden, met een mengelmoes aan oude en nieuwe gebouwen en aardig wat groen ertussen. Op dat groen zaten vanwege het lekkere herfstzonnetje nogal wat studenten, waar Silke onbekommerd tussendoor snuffelde. De voertaal tussen de jongelui was overigens zelden het Nederlands.  

Voorkant van De Uitvreter van Nescio met tekeningen van Joost Swarte (2006)

De terugweg naar het museum ging bewust via de Sarphatistraat. De naam van die straat figureert in misschien wel de bekendste openingszin van de Nederlandse literatuur: “Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.” Dat komt natuurlijk uit De uitvreter, de novelle die Nescio in 1911 publiceerde in De Gids. 1911 is ook het jaar waarin Wassily Kandinsky in Duitsland samen met Franz Mark de kunstenaarsgroep Der Blaue Reiter oprichtte. De ideeën over kunst die daaruit voortsproten zouden mede leiden tot de ontwikkeling van de abstracte schilderkunst.

De in 1866 in Rusland geboren Kandinsky heeft prachtige abstracte schilderijen gemaakt, maar opvallend mooi vond ik ook de figuratieve schilderijen die hij aanvankelijk maakte. Landschappen, lekker los geschilderd, bijna expressionistisch met een opvallend kleurgebruik. Dat zijn schilderijen uit het begin van de twintigste eeuw. Kandinsky begon pas te schilderen, nadat hij eerst advocaat was geworden. Het werk dat hij in Nederland maakte, waar hij in 1904 een maand was, is wat donkerder, somberder, zoals het schilderij ‘Samstag Abend’ waar een vissersdorp in het donker wordt afgebeeld.

De expositiezaal met o.a. Mit dem schwarzen Bogen (links) en Impression V (op de achtergrond). © Jelle van der Meulen

Uiteraard zijn de meeste schilderijen de meer en minder bekende ‘composities’ van kleurrijke geometrische figuren die in de ruimte lijken te zweven: lijnen, rechthoeken, bollen en driehoeken. De bekendste staan regelmatig afgebeeld op posters, op ansichtkaarten en in kunstboeken. Maar vooral de abstracte schilderijen met de wat vrijere vormen, zoals ‘Impression V’ uit 1911 of ‘Mit dem schwarzen Bogen’ uit 1912 spatten werkelijk van de muren. Jammer dat het juist in die zaal zo druk was. En ook erg jammer, hoe begrijpelijk ook, dat er voor de grote olieverfschilderijen glas moet zitten.

In 1944 overleed Kandinsky in Parijs. In 1976 schonk diens weduwe een groot deel van het nog aanwezige werk van deze schilder aan het Centre Pompidou. Dankzij het feit dat er een grootscheepse verbouwing van dat Parijse museum aankomt – het museum gaat volgend jaar voor vijf jaar dicht! –  waren er in de afgelopen maanden zestig schilderijen van Kandinsky te zien in het H’Art Museum.

Uitgave uit september 2015.

Na het zien van de expositie hadden we – vol als we waren van de beelden van de schilderijen van Kandinsky – niet zo heel veel zin in méér Amsterdam. Daarom besloten we om huiswaarts te gaan en in Den Oever nog even een kopje koffie te drinken in restaurant Basalt, aan de haven. Daar staken we acht jaar geleden regelmatig aan voor een kopje koffie of soms een maaltijd, toen we een paar maanden nog half in Castricum en half in Koudum woonden. Maar helaas werden we nu onaangenaam verrast door het feit dat Silke opeens het restaurant niet meer in mocht. Voor we terug waren in Koudum stonden we, ondanks de paradijselijke sferen van de kunstwerken die we gezien hadden, dus weer met beide voeten op de grond. Al werken de beelden ook hier in Koudum nog wel even door.

© Jelle van der Meulen