Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen als gevolg van die oorlog bijna 90 Bolswarders door oorlogshandelingen om het leven. Ze waren hier in Bolsward geboren, destijds woonachtig of kwamen binnen deze gemeente door oorlogsgeweld om het leven (zie mijn boek ‘Bolsward in Oorlogstijd’, 2007), onder wie 30 mensen met een joodse achtergrond. Dezen woonden bij het uitbreken van de oorlog elders, maar werden wel hier geboren.

Tijdens de oorlogsjaren ’40 – ‘45 woonden er officieel geen joden meer in Bolsward. Wel zat er aan het eind van de oorlog hier een dertigtal ondergedoken. Met name in twee Duitse concentratiekampen werden de geboren Bolswarder joden omgebracht: 18 in Auschwitz en 12 in Sobibor. (Oud-)Bolswarders kwamen ook om in o.a. Sachsenhausen, Siegburg en Rotenburg. Ook een in Hannover.
Tot voor kort wist ik niet dat ook daar een concentratie- annex werkkamp, genaamd Ahlem, korte tijd gevestigd was. En dat ook daar Bolswarders gevangen zaten. IJnze van der Laan (zie verder) attendeerde me erop, omdat zijn vader daar ook naartoe gebracht was. En daarna ben ik me er in gaan verdiepen, met dank aan IJnze van der Laan.

Ahlem
Het was in het laatst van de oorlog, vanaf 30 november 1944 tot halverwege april 1945, dat de Duitsers asfaltmijnen in Ahlem gingen gebruiken als plaats waar ze in een aantal fabrieken, onzichtbaar voor de geallieerden, oorlogswerkzaamheden konden laten verrichten.
Eind november 1944 werden ongeveer 1000 mannelijke gevangenen naar Ahlem gebracht om in tunnels voor de oorlogsindustrie te werken. Dezen kwamen oorspronkelijk uit Polen en waren joods. In de maanden daarop kwamen ook nog 500 mannen van elders naar het kamp. Uit archiefgegevens blijkt dat daaronder ook Bolswarders zaten.
Vanaf december 1944 tot in april 1945 zullen daar bijna 1000 gevangenen onder de meest gruwelijke omstandigheden omgekomen zijn: vermoord, verhongerd, door uitputting, ziekte, gewelddadigheden, enz. Meer dan 600 (joodse) gevangenen werden in april via een z.g. dodenmars naar Bergen-Belsen ‘afgevoerd’. Ruim 200 bleven onder bizarre omstandigheden achter, waarvan vele tientallen later nog stierven. Op 10 april 1945 werden ze bevrijd door Amerikaanse troepen, waarbij de later bekende Harry Kissinger. Waarna nog ruim 50 stierven als gevolg van de ontberingen.

Bolswarders
Wie de archieven m.b.t. Ahlem bekijkt, kan met enige moeite de namen van zes personen ontdekken die met Bolsward verbonden waren. Het was namelijk de gemeentesecretaris R. Tamminga van Baflo (Groningen), medegevangene, die de naar Ahlem overgebrachte Nederlanders heeft kunnen noteren.
Zo ontdekken we dus, met geboortedatum, de Bolswarders Hendrik van der Laan (6-01-25), Willem Visser (2-11-23), Klaas Boersma (3-08-18), Otto Andriesma (17-04-23), Tjerk Praamsma (11-11-1898) en Simon Adema (3-06-13), allen afgevoerd naar dit concentratiekamp, annex werkkamp. Ze overleefden de ontberingen. De wonden ervan zijn ze nooit meer kwijtgeraakt.

Toen op 8 december 1944 de bekende overval (de Overval) op het Huis van Bewaring in Leeuwarden plaatsvond, werden 51 gevangenen door het verzet bevrijd. Een deel van de niet bevrijde gevangenen werd vervolgens door de Duitsers op transport gezet naar Hannover. In veewagens en deels met de trein werden gevangenen uit Leeuwarden en Groningen naar Hannover gebracht. Een tiental wist te ontsnappen door onderweg uit trein of veewagen te springen. Rond de 110 van deze mannen kwamen uiteindelijk aan in het werk- annex concentratiekamp in Ahlem, een buitenwijk van Hannover.
Naast de Nederlanders zaten daar zo’n 150 Polen, 60 Russen en nog eens ruim 900 joden, voornamelijk uit Polen, in Ahlem. Een dramatische en volkomen onmenselijke periode volgde. Tot aan de genoemde 10e april 1945.
Hendrik van der Laan

Deze zoon van een Bolswarder kapper werkte tijdens de oorlog bij een boer en had aldaar meteen een onderduikadres. Van der Laan was ook nog kostwinner voor het gezin, want zijn vader was in 1941 overleden. Hij bezat echter geen persoonsbewijs, dat leek voor hem ook niet noodzakelijk, maar toen hij eind 1944 in een net pak (want hij had bovenstaande foto voor zijn moeder laten maken…) door Bolsward liep, werd hij onverwachts opgepakt door een Duitse patrouille-eenheid. Meteen overgebracht naar de gevangenis in Leeuwarden vertoefde hij daar slechts enkele dagen waarin de bekende overval plaatsvond. Al snel daarna werd hij met andere gevangenen, aangevuld met een groep Groningers, met veewagens en trein via Bremen, met korte tussenstop, overgebracht naar Hannover. Vlak voordat de trein Hannover bereikte, werd eerst nog enkele dagen een tweede tussenstop gemaakt in het stadje Lehrte, waar een Durchgangslager aanwezig was.
Eerst werd de groep enkele weken ondergebracht in een lege school. Elke dag ging men te voet naar een fabriek waar Tiger tanks moesten worden geproduceerd. Vervolgens werden ze overgeplaatst naar Ahlem, aan de rand van Hannover, in een bitumenmijn. Daar moest men in een ondergrondse fabriek tanks maken. Maar hier dienden de mijnen daarvoor eerst gereed te worden gemaakt. Barakken waren al aanwezig. Vlak ernaast was een tweede kamp, waar al Poolse joden op beestachtige wijze waren ondergebracht. Dezen moesten tunnels uithakken, waarbij ook explosieven werden gebruikt. Dat was vreselijk gevaarlijk, omdat de Duitsers wilden dat er ook het liefst zoveel mogelijk joden bij omkwamen. Ondergebracht onder bizarre omstandigheden (nauwelijks te eten, geplaagd door vele ziekten en zes dagen per week werken van ’s ochtends zes tot ’s avonds zes, waarna ook nog door een tweede ploeg gewerkt moest worden van ’s avonds zes tot ’s ochtends zes) werden ontsnappingspogingen op gruwelijke wijze bestraft. Dit kamp lag naast het kamp waar ook Bolswarders waren ondergebracht. Dezen hadden het ietsje minder slecht dan de joodse gevangenen, maar ook hier waren de omstandigheden bizar. Hannover werd grotendeels platgebombardeerd door de Engelse luchtmacht en de werk-annex concentratiekampen waren daarom niet langer bruikbaar. Hannover, destijds met 250.000 inwoners, kende tijdens de oorlogsjaren maar liefst 50.000 dwangarbeiders. Een gruwelijke spookstad, dus.
Begin april 1945, bij de nadering van Amerikaanse troepen, vertrokken de Duitse bewakers uit het kamp. De joodse gevangenen moesten mee op een ‘dodenmars’ naar Bergen-Belsen. Ze werden onderweg beestachtig behandeld. Op deze terugweg schoten de Duitsers nog een barak in brand waarin zieke joodse gevangenen zaten.
Enkele Bolswarders waren te ziek om op eigen gelegenheid het kamp te verlaten en werden door de Amerikanen overgebracht naar diverse ziekenhuizen. Daaronder ook Hendrik van der Laan. Hij leed aan difterie en dysenterie. Na een week of vijf kwam hij terecht in een ziekenhuis in Eindhoven. Uiteindelijk keerde hij al liftend naar Bolsward terug.
Hendrik gaat dan aan de slag bij de plaatselijke zuivelfabriek, de KNM. Daarna zal hij als timmerman gaan werken bij enkele bouwbedrijven, om uiteindelijk als onderhoudsman bij verpleeghuis Bloemkamp terecht te komen. Van der Laan huwt op donderdag 24 september 1953 met Hinke Tiesma, afkomstig van Dedgum. Ze krijgen drie kinderen, twee zoons en een dochter.
Ook hij zal later weinig spreken over zijn tijd in Ahlem.
Willem Visser

Willem Visser is bij velen nog bekend als eigenaar van een stukgoederenbedrijf in Bolsward. Het was de vader van Willem Visser, ook een Willem, die aan de wieg stond van dit bedrijf. Hij vervoerde als beurtschipper goederen vanuit Bolsward naar Harlingen en Franeker, en terug. Zoon Willem zou in 1948 het bedrijf overnemen en ruilde de beurtschepen in voor een vrachtauto. Het bodevervoer naar vaste bestemmingen en meest vaste vracht noodzaakte Willem Visser om over te stappen naar stukgoederen vervoer met diverse bestemmingen.

Het bedrijf groeide sindsdien uit tot een flinke onderneming, die in 1987 werd overgenomen door de zonen Gjalt en Peter. De doorgaande gestage groei noodzaakte tot een groter bedrijfsonderkomen. Dat vonden de broers in 1990 op het industrieterrein ‘De Marne’. Het bestaat uit een garage voor het onderhoud van de vrachtwagens, een vrachtautostalling en een ruim kantoor, inclusief een opslagloods waar inboedels een plek kunnen vinden.
Op vrijdag 8 december 1944 werd Willem Visser gevangen genomen in Bolsward en op transport gezet naar de Blokhuispoortgevangenis in Leeuwarden. Deze zelfde dag (!) vond de overval plaats (waarover ik hierboven schreef) die ook grote impact had op de gevangenen die niet bevrijd werden. Met daaronder een zestal Bolswarders. Zo ook Willem Visser.
Op de hierboven beschreven wijze werden dezen als beesten vervoerd naar, uiteindelijk, een kamp in Hannover, Ahlem geheten.
Toen de Amerikanen het kamp bevrijd hadden, bleek Willem zo ziek, o.a. door ondervoeding, dat hij per vliegtuig naar Engeland werd overgebracht. Maar ook na zijn herstel ging hij nog niet terug naar Bolsward. Hij volgde met andere jongemannen een korte mariniersopleiding in Engeland, waarna hij met het passagiersschip de Nieuw Amsterdam vanuit Southampton naar het toenmalige Nederlands-Indië vertrok om daar als marinier tweeëneenhalf jaar onder oorlogsomstandigheden te dienen. Begin 1948 keerde hij terug naar Bolsward om het bedrijf van zijn vader over te nemen.
Enige tijd later zal hij huwen met Nel Douma (1929 – 2011).
Ook Willem laat later weinig los over deze oorlogstijd.
Klaas Boersma

De Eerste Wereldoorlog liep op haar eind toen in het gereformeerde gezin Boersma op 3 augustus 1918 Klaas wordt geboren. Een veelvuldig voorkomende naam bij de Boersma’s. Evenals de voornaam van vader Theade: deze naam kom je ook tegen geschreven als Teade, Teede en Theede.
Klaas huwde op 18 februari 1949 met Grietje Andela, ook uit een oud Bolswarder geslacht. Beiden hadden de armoedige jaren ’30 en ’40 pijnlijk meegemaakt. Ook de oorlogstijd was voor Klaas een zware tijd. Hij greep alles aan om een karig inkomen te verdienen en kwam daarmee ook zo nu en dan met de plaatselijke politie en de bezetter in aanvaring. Met zeer pijnlijke littekens is Klaas de oorlog doorgekomen.
Nadat hij in november 1944 in Bolsward opgepakt werd en meteen daarna naar de Blokhuispoort in Leeuwarden werd gebracht en daarna afgevoerd naar Hannover, ging hij aanvankelijk met pijn en moeite daar aan de slag. Al snel kon hij het door de bizarre omstandigheden fysiek niet meer aan en werd ernstig ziek. Na de bevrijding bleef hij vooreerst ziek in het kamp achter. Hoe, en langs welke weg hij na de bevrijding in Bolsward is teruggekeerd, valt niet uit de beschikbare archieven op te maken. Wel is dan zijn adres bekend: Groot Kerkhof 18, waar zijn moeder woont. September 1945 zal hij tijdelijk te werk worden gesteld in Drenthe, waarna hij terugkomt in zijn geboortestad.
Hij huwde in 1949 en bouwde met zijn vrouw Grietje een gezin op.
Na deze afschuwelijke tijd bleek hij niet in staat zijn kinderen over deze gruwelijke geschiedenis te vertellen: hij zweeg..
Al op 52-jarige leeftijd overleed Klaas. Zijn vrouw overleed op nog jongere leeftijd: ze werd slechts 48 jaar oud.
Naast de drie hierboven aangehaalde Bolswarders bevonden zich ook de volgende drie in Ahlem: Otto Andriesma (geb. 17-04-1929), Simon Adema (3-06-13) en Sjerp Praamsma (11-11-1898).
Sjerp Praamsma, geboren op 11 november 1898, was afkomstig uit de brede Praamsma-familie. De Praamsma’s, oorspronkelijk van
Joure, vormden in Bolsward een bekende familie. Een andere Sjerp werd naast meubelmaker ook burgemeester van Bolsward, diens zoon Johannes belandde als directeur op het distributiekantoor in de Kerkstraat en diens zonen Sjerp en Michiel werden bekende verzetsmensen. Max de Lange-Praamsma, een dochter van de burgemeester, werd landelijk bekend als schrijver van de kinderboekenserie Goud-Elsje.
Sjerp Praamsma, die het kamp in Ahlem overleefde, was in die oorlogsjaren bakker in Leeuwarden. Hij was in Ahlem zo verzwakt dat hij volgens ooggetuigen regelmatig bij werkzaamheden, met één been staande op de schep, in slaap viel..
Maart 2025
© Willem Haanstra
Geraadpleegde bronnen:
Diverse archieven
Met dank aan IJnze van der Laan, fam. Visser en Theade Boersma