Terpstra heeft samen met zijn vrouw Tjitske vijf kinderen. Al langere tijd twijfelt hij of Rinke, de middelste, wel van hem is.
Op een bepaald moment met een sombere tint, zegt Terpstra tegen zijn vrouw: ‘Tjitske, ik geloof dat Rinke niet van mij is.’
‘Hoe kun je dat nou zeggen?’, aldus Tjitske. ‘Juist Rinke is van jou!’
Categorieën