Boer Terpstra, vertegenwoordiger Laanstra en schoolonderwijzer Reitsma zitten geregeld in de dorpskroeg. Het is altijd beregezellig en uitbater Veenstra sluit vaak na de toegestane sluitingstijd.
Mevrouw Veenstra ergert zich aan haar man die flink met zijn klanten meedrinkt. Ze dringt erop aan dat hij voor zijn drankzucht naar de huisarts gaat.
‘U moet stoppen met dat vele drinken’, zegt de huisarts tegen Veenstra.
De cafébaas hoort het aan en loopt naar de deur.
‘Stop, stop’, zegt de dokter: ‘U heeft nog niet betaald.’
‘Waarvoor’, zegt Veenstra: ‘Ik neem uw raad toch niet aan.’