Bearn Bilker schreef biografie over opvallend stadstype
Door de week was hij een wat opvallend stadstype, je zag hem vaak door Leeuwarden fietsen. Meestal droeg hij een bloesje met korte mouwen, altijd laarzen aan, bepaald niet netjes gekleed. En als het regende droeg hij een plastic regenkapje over zijn zwarte haren. Zondags was hij dé dominee: dominee J.H. Zelle uit Leeuwarden. Gekleed in een grijs gestreepte pantalon met zwarte colbertjas, zoals het een predikant betaamde. Het haar netjes in zwart, achterover gekamd. Meestal ging hij zaterdags met de trein al weg als hij ergens ver weg in het land preken moest. En preken dééd hij en kón hij. Viermaal, soms wel vijfmaal op zondag. In Overijsel, Gelderland, Noord-Holland, Zeeuws-Vlaanderen en ja, ook geregeld in Limburg en vooral in de Rijnstreek en in het Noorden: Groningen en Friesland. Iedereen kende wel verhalen en anekdotes. In 2000 kwam er nog een boek met volksverhalen over hem uit, door ds. Willem van der Veen samengesteld. Het boek beleefde wel tien drukken. En de bekende acteur Freark Smink vertolkte hem meesterlijk in de voorstelling Zelle, dat (2008-2009) door Tryater op de planken werd gebracht. Dit stuk werd overal in het land gebracht en had een ongekend succes.
Nu mocht ik in februari zijn biografie uitbrengen, getiteld: Een tussenweg is er niet. Biografie dominee J.H.Zelle (1907-1983). Voor mij een hoogtepunt, want ik heb er jaren over gedaan om zoveel mogelijk bronnen uit te zoeken die duidelijkheid zouden kunnen verschaffen over het leven van ds. Zelle. Zijn leven dat toch iets mysterieus had: leefde hij als een kluizenaar, zoals veel mensen zeiden, of was hij de schrik van de buurt? Wat was het voor een man?
Allereerst moet genoemd worden dat hij uit een echt arme familie stamde, de arme tak van de Zelles (Margaretha Geertruida Zelle, Mata Hari, stamde uit de gegoede tak). Johannes Hendrikus was 6 april 1907 geboren in Achter Tulpenburg. In een zeer eenvoudig arbeiderswoninkje in een echt armoedig wijkje. Vader Jacob Zelle en moeder Jantsje Zelle-Brouwer werkten keihard om hun kinderen een betere toekomst te geven. Ze verhuisden diverse malen en steeds gingen ze er een beetje op vooruit, totdat ze in 1921 het huis Gysbert Japicxtraat 82 konden kopen. Dat huis hielden ze altijd aan en ook Zelle zou er blijven wonen tot zijn dood.
Waarom werd deze predikant zo legendarisch, al tijdens zijn leven? Over dominee Zelle zijn veel verhalen in omloop: de dominee die bulderde, die de mensen de waarheid zei, de dominee die tussenzangen liet zingen en overvolle kerken trok, die veel aan sport deed, die gekke capriolen uithaalde, die uiterst gierig was. Dat klopte allemaal. Hij was een ouderwets preker: een preek in drie punten verdeeld met een tussenzang. Hij preekte overigens geen hel en verdoemenis, zoals vaak beweerd werd. Bij hem was er altijd wel hoop, als men zich maar bekeerde.
Wat echt bijzonder was: hij liet alleen maar psalmen zingen en las uit de oude vertaling van de Bijbel, want van nieuwerwetsigheden moest hij niks hebben. Dat zingen was wel heel bijzonder: Zelle zong boven iedereen en alles uit. Met tweede stem! Ook boven het orgel. Daar ging iets magisch vanuit. Sommige organisten konden dat niet verkroppen en wilden de baas zijn. Dus bij het volgende couplet lieten ze de gemeente en de dominee hoger zingen, en vaak zelfs het derde couplet nóg hoger. Maar Zelle hield vol. We vonden als kerkgangers dat meestal niet netjes van de organist. We wilden Zelle horen en niet de organist.
Zelle had de gave om het woord van God eenvoudig te brengen, maar wel duidelijk. Hij zei de dingen zoals ze waren. Hij sprak de taal van het volk. Als hij over Bijbelse figuren preekte, en dat deed hij het liefst, dan was het net of was het je buurman (of nog directer, het had betrekking op jezelf): de buurman die niet meer naar de kerk ging, die het christelijke Friesch Dagblad niet meer las en die zijn dochters met partners liet trouwen die niet van de kerk waren. Ik heb me altijd verbaasd over Zelle; hij was en bleef een echte Leeuwarder en sprak ook Leeuwarders, maar als hij elders preekte dan was Leeuwarden in zijn ogen een verderfelijke stad. De Leeuwarders keerden zich af van de kerk, ze gingen naar de bar-dancings, ze gingen naar de bioscoop en naar seksshops en naar festivals. Leeuwarden was het Sodom en Gomorra van onze tijd. De helft ging al niet eens meer naar de kerk. En de stad was vol nozems en was onveilig.
Preekte Zelle eigenlijk wel in Leeuwarden? Nee, amper. In zijn jonge jaren was er een groot conflict geweest. Hij woonde met zijn ouders zoals gezegd in de Gysbert Japicxtraat 82 en ze behoorden bij de Koepelkerk. Toen hij voor dominee studeerde en bijna klaar was moest hij in zijn eigen kerkelijke gemeente, Leeuwarden dus, een preek maken. Dat hoorde bij het afstuderen. Die preek werd het preparatoir examen genoemd. Maar wat had Zelle gedaan? Hij had plagiaat gepleegd. Hij schreef een heel oude preek over en hij dacht zeker dat de commissie van predikanten die zijn preek moesten beoordelen dat niet door zouden hebben. Welnu, die hadden dat feilloos door. Zelle werd meteen op het matje geroepen. Hij vond het onterecht dat men hem geen toestemming gaf om dominee te worden. Hij kreeg nog een kans en onder begeleiding slaagde hij voor het maken van zijn echte preek. Dit speelde allemaal in het oorlogsjaar 1943. Daarna kwamen er al gauw weer grote moeilijkheden tussen de kerkenraad van de Koepelkerk en Zelle. De kerkenraad wilde hem niet meer op de preekstoel. Pas in de zeventiger jaren heeft hij er nog enkele keren gepreekt.
Over zijn gedrag viel altijd veel op te merken. Hij kleedde zich niet als predikant en hij ging volstrekt zijn eigen gang.
Na veel hangen en wurgen (staat allemaal beschreven in de biografie Een tussenweg is er niet) werd hij dan uiteindelijk dominee en kwam hij in 1949 helemaal in Rockanje terecht, op Voorne-Putten bij Brielle. Rockanje was een badplaats met een heel mooi strand. Dat leek Zelle wel wat. Hij kon hier naar hartenlust zwemmen en sporten, want dat was zijn grote passie. Als jongeman zwom hij al in de Grote Wielen, toen in het zwembad aan de Badweg in Huizum en daarna in de Kleine Wielen. Herhaaldelijk wist hij de krant te halen omdat hij in weer en wind bleef zwemmen. Dus Rockanje bood volop sportmogelijkheden.
Het werd een ramp in Rockanje. Dominee was geen herder van de kerkelijke kudde. Het enige waar hij goed in was, was preken. Zes jaar lang was er ellende in de kerkelijke gemeente Rockanje met hun predikant. Bij de watersnoodramp van 1 februari 1953 was hij er niet en bleef hij in die week onvindbaar, hij heeft nooit opheldering gegeven waar hij was. Na nog meer moeilijkheden werd er een lange procedure in gang gezet om van hem af te komen. In 1957 kwam Zelle weer terug in Leeuwarden en ging hij weer wonen in de G. Japicxstraat, bij zijn moeder. Vader Jacob Zelle was in 1955 inmiddels overleden. Voor Zelle brak toen een gelukkige periode aan, want hij was bij zijn moeder thuis en hij kon nu overal preken. Moeder en zoon waren één. Moeder had er alles voor over gehad om haar zoon te laten studeren om predikant te worden.
Zelle was een preker en een spreker. Hij sprak overal in het hele land. Vooral voor zijn eigen politieke partij, de Anti Revolutionaire Partij (ARP) over politieke kwesties, voor vakbonden, voor de jeugd en het ging altijd over kerk, politiek en maatschappij. Bij Zelle was alles links rechts, een tussenweg was er nooit. Dus ook in zijn lezingen behandelde hij ingewikkelde ontwikkelingen als zwart wit. Veel toehoorders genoten ervan, want hij was zo duidelijk. De ‘intellectuelen’ konden hem niet echt waarderen. Hij was ook geregeld een bron van ergernis door zijn stellingnames en dat was terug te vinden in de kranten van die tijd. Polemieken en ingezonden stukken over Zelles opvattingen kwamen geregeld voor. Zelle hield daar wel van, want hij liet zich eens ontvallen: ‘Het is allemaal sensatie wat de mensen willen hoor.’
Zelle stierf onverwachts op Hemelvaartsdag 1983, de dag van de zware storm. De politie vond hem dood achter zijn bureau: in het harnas gestorven.
Hij behoorde tot de familie Zelle die vanuit het Duitse Westfalen in 1771 naar Leeuwarden kwam. De familie Zelle wist zich aardig uit te breiden in Leeuwarden. Beroemde Zelles zoals Mata Hari en ds. Zelle bewezen dat deze opmerkelijke familie de Leeuwarder historie wel wat kleur hebben gegeven.
© Bearn Bilker