Het is alweer een tijdje geleden dat ik leraartje kon spelen. Voordat we acht jaar geleden van Noord-Holland naar Friesland kwamen, was ik als leraar met pensioen gegaan. In het allereerste begin miste ik de leerlingen wel. Dat voelde ik bijvoorbeeld heel sterk als ik ’s ochtends met ons hondje liep en leerlingen tegenkwam die naar school fietsten. Ook na de verhuizing naar Koudum had ik dat nog een tijdje. Vooral omdat die fietsende, onbekende leerlingen me bijna altijd gedag zeiden.
Maar goed, dat gevoel van gemis verdween wel, vooral omdat ik merkte dat ik me steeds meer ontspannen ging voelen nu ik niet meer voor de klas stond. Niet dat ik als leraar altijd gestrest was, ik had er heel verstandig voor gekozen om niet fulltime leraar te zijn, ook al leek dat er vaak genoeg evengoed wel op. Ook niet dat ik nu niks meer te doen had, de dagen vulden zich steeds meer, zelfs zo dat ik toch echt mezelf duidelijk moest maken: niet méér bezigheden op je nemen!
Maar het gevoel nooit je werk af te hebben, dat was ik na mijn pensioen wel heerlijk kwijt. En we kregen de galerie in Koudum – Lytse Skientme – in de Hoofdstraat, vlak bij de kerk. Daar komen – zo merkten we – bijna geen jongeren binnen. Daarom waren we een paar jaar geleden blij dat kunstdocente Roos van der Most van het Koudumer Bogerman College hier met een klas binnenkwam. Dat herhaalde zich een enkele keer, maar de afgelopen twee jaar even niet.
Tot we vorige maand een mailtje kregen van CKV-docente Evie Mariek Meij, die graag een keer met klas 3 CKV in de galerie wilde komen. Dat gebeurde op donderdagochtend 5 december. De docente had voor mooie opdrachten gezorgd die de leerlingen na onze korte praatjes in de galerie konden uitvoeren. De klas was in twee groepen ingedeeld, de ene groep kwam in de galerie en de andere groep moest in die tijd opdrachten in het dorp uitvoeren. Na een half lesuur wisselden de groepen. Het was een beetje sneu dat het steeds harder ging regenen, zodat de tweede groep druipnat de galerie in kwam.
Toch lukte het ook die groep om de enigszins nat geworden papieren met vragen van de lerares in te vullen. In mijn praatje had ik de leerlingen uitgelegd wat een galerie eigenlijk is en wat bijvoorbeeld het verschil is met een museum. Galeriehouder en kunstenares Brigitte Duin vertelde over welke kunstvormen er in de galerie te zien zijn en hoe verschillende kunstenaars verschillende kunstvormen, werkwijzen en materialen gebruiken.
De vragen van de docente die de leerlingen moesten beantwoorden, dwongen de leerlingen om goed te kijken en even na te denken over de kunstwerken. Dat gebeurde via even simpele als doeltreffende vragen als ‘Wat vind je het mooiste kunstwerk en waarom?’, ‘Hoe heeft de kunstenaar dit werk gemaakt?’ of ‘Naar welke muziek zou de kunstenaar geluisterd kunnen hebben bij het maken van dit werk?’
Soms hielp het om even door te vragen naar aanleiding van de antwoorden. Een leerling had op de eerste vraag geantwoord dat ze een rakubeeld van Hélène van Dongen het mooist vond, omdat daar haar lievelingskleur groen in zat. Toen ik de opmerking maakte dat diezelfde kleur ook zat in de twee beelden ernaast, zei ze: “Ja, maar ik vind ook die vorm het mooist”. En zo omschreef ze, zonder het helemaal te kunnen benoemen de magie van kleur en vorm in een kunstwerk.
Bij de uitleg waarom hij dacht dat Brigitte Duin bij het maken van het door hem als favoriet gekozen schilderij misschien wel naar klassieke muziek geluisterd had, noteerde een leerling: “Dat is meestal rustige muziek en dit is een heel rustig schilderij.” Waarmee hij een van de essenties van het kunstwerk in een enkele opmerking heel aardig benoemde!
Zoals ik zei: er komen normaal gesproken niet zo veel jongeren in onze galerie. Het was dan ook erg leuk om een groep jongeren van zo’n veertien, vijftien jaar in onze galerie te hebben, die op deze manier even een beetje schoonheid geproefd hebben. Want dat geldt zelfs voor degene die na tien minuten zei: “Ik heb helemaal niks met kunst”.
© Jelle van der Meulen