Aarde is het plafond, vol bleke tastende
ranken. We waren ten slotte onder het gras
beland, om van hartstocht te verteren.
Hoor, hoe in den hogen grote koren blij opeens kwelen!
Stop met ijle vingers me de oren toe: wie
kan er boodschap hebben aan ons, die heimelijk
en traag in humus opgaan, zinnen strelend
van de diepste stof? Wij zullen opstaan
als gesteente, als een zee, een zwerfhond
of een wilde ui. Of als een zon
die bloedig alle zijnsgordijnen scheurend
ondergaat daarboven.
Anneke Brassinga
© Foto Els Brouwer