We laten enkele tegenstanders van inentingen tegen de mazelen aan het woord. “God leidt de wereld zoals hij wil en de mens mag dat niet manipuleren.” En: “Als we ingrijpen, verhinderen we God te handelen in deze wereld.” Ik moest direct denken aan de eerste liberale economen uit de achttiende en negentiende eeuw, die het kapitalisme uitvonden door zich te beroepen op een natuurlijke orde.
De Schepper had volgens filosoof-econoom Adam Smith (1723-1790) een natuurlijke orde in de wereld aangebracht, een orde die de planeten in hun baan hield, water naar het laagste punt deed stromen en de bijen naar de juiste bloem deed vliegen. Ook in het maatschappelijk leven bestond zo’n natuurlijke orde. Die orde zou pas een kans krijgen als allerlei belemmerende overheidsmaatregelen afgebroken zouden worden en iedereen zijn eigenbelang kon najagen. Beroemd is Smiths metafoor van de Invisible Hand, de Onzichtbare Hand die ervoor zorgt dat er bij volstrekte vrijheid geen chaos, maar orde ontstaat, een natuurlijke orde, die maximale welvaart voor iedereen realiseert.
Had onze in principe kapitalistische economische orde aanvankelijk nog religieuze wortels, later ging dat religieuze er wat af. Maar zeker in de negentiende eeuw waren liberale economen nog tamelijk fundamentalistisch als het om overheidsingrijpen ging, ook in Nederland. Door velen werd zelfs armoedebestrijding principieel afgewezen. Armoede was Gods wil of in een seculiere variant: door armoedebestrijding verhinder je de natuurlijke orde haar werk te doen.
Een voorbeeld van een Nederlandse ‘hardcore’ liberaal econoom was Simon Vissering (1818-1888). Ooit waarschuwde hij de burgerij niet te veel aan de armen te geven. “Moet men dan niets doen, en eenvoudig Gods water over Gods akker laten lopen?” zo wierp Vissering zichzelf voor de vorm tegen. “Zooveel mogelijk, ja! wij komen er rond voor uit.”
Intussen is er wel iets veranderd. Er zullen weinig hedendaagse liberalen zijn die bijvoorbeeld de Bijstand willen afschaffen omdat de Onzichtbare Hand zo nodig zijn werk moet doen. We geloven weliswaar niet meer dat de samenleving maakbaar is, zoals we in de jaren zestig nog dachten. Maar dat het eigenbelang een heilige orde tot stand brengt waar je van af moet blijven, geloven we ook niet meer. Vergelijkingen gaan doorgaans mank en de Bijstand is geen prik tegen de mazelen, maar misschien dat de inenting-weigeraars enige inspiratie kunnen putten uit de ontwikkeling die het denken over vrije markten heeft doorgemaakt.
dr. Gerrit Gorter