Categorieën
Columns

IK EN MIJN SMARTPHONE

Een mens is geen einzelgänger. Contacten zijn belangrijk. Dat was veertig jaar geleden niet anders.

En daarom fietsten we in groepjes naar school, honderduit pratend over voetbal, popmuziek, leraren en alles waar een puberbrein vol van kon zitten. Iemand poneerde een stelling, een ander bestreed die, een derde voegde een heel nieuw punt toe en voor je het wist reed je Ysbrechtum binnen. Dat je Tjalhuizum had gemist, zegt minstens zo veel over dat dorp als over de intensiteit van het gesprek.

En als student streek je met een groep vrienden op een zonnig terrasje neer, bestelde een biertje en het werd gezellig. Er werd gelachen, soms gezongen en iedereen droeg zijn steentje bij aan het gesprek. Men keek elkaar aan, proestte het uit, bestelde nog een biertje. De conversatie verliep wat luider en werd steeds spitsvondiger, tot genoegen van enkele omstanders, die mee begonnen te doen. Zo ontstonden nieuwe contacten.

Ook onderweg schuwde men het gesprek niet. In de auto werd wat afgekwebbeld met de passagiers, in bus en trein begon men onbekommerd met reisgenoten een praatje en bereikten de gesprekken nieuwe hoogtepunten. Contacten, daar kon je niet zonder.

Veertig jaar later. De behoefte aan contact is gebleven. Kijk, daar fietst een groep middelbare scholieren naar school. Zwijgend, dat wel. De één heeft oortjes in en luistert via de ipad, -pod of -phone naar zijn eigen persoonlijke muziekkeus, waaraan je vermoedelijk de omgeving ook maar beter niet kunt blootstellen. De ander leest een berichtje en stuurt al fietsend een boodschap terug en een derde zit lekker te facebooken op z’n smartphone. De beeldjes schieten voorbij en voor men het weet fietst men Sneek binnen. Ook zij hebben Tjalhuizum gemist, evenals die grote trekker trouwens, die rakelings passeerde.

Ook op het zonnige terras wordt hoofdzakelijk gezwegen. Als er iemand praat is het tegen een smartphone, met de blik op oneindig. Zijn tafelgenoot kijkt strak voor zich uit en twittert een viertal tweets weg. Een tafeltje verderop wordt gewhatsappt of worden zeer geconcentreerd een paar gratis apps gedownload, terwijl de serveerster ongezien de bestelde drankjes neerzet. Het is een rustig tafereel. Men heeft genoeg aan zichzelf en zijn contacten.

Even stil is het in het openbaar vervoer. Iedereen zit in gedachten verzonken achter piepkleine beeldschermpjes te twitteren, te liken of op de buienradar te kijken of het regent. In de auto hetzelfde beeld. De passagier hanteert energiek de smartphone en van de chauffeur mag je slechts hopen dat-ie dat nog even uitstelt.

En zo staan we continu in contact. Overal vrienden. Elk voor zich, zwijgend op z’n eigen smartphone-eiland. Einzelgänger.

Kay Balsema