Mijn echtgenote Hildegonda bezoekt met een groep vrouwen geregeld het SKS-skûtsjesilen. Ze liggen met een prachtige sloep zo dicht mogelijk aan de wedstrijdbaan voor anker. Na een tegengevallen race van vorige week, zegt Hildegonda aan de etenstafel: ‘Er zit eigenlijk te weinig uitdaging en spanning in dit traditionele zeilgebeuren. Robuuste vernieuwing is nodig. Maak het inclusief!’
‘Loop je niet te hard van stapel?’, vraag ik. ‘Dat SKS-gedoe is saai en de Sneker Pan dobbert achterin de middenmoot. Laat die brave Jappie Visser als schipper plaatsmaken voor zijn zus Dinie. Dit is de eerste aanzet van de toekomstige inclusieve SKS-agenda’, aldus een overtuigde Hildegonda.
‘Dit kan de familie Visser beter onderling uitmaken. Jouw kritiek van buitenaf haalt niets uit’, zeg ik. Hildegonda: ‘Dat is een te gemakzuchtige redenering. Een radicale omslag is vereist in het SKS-skûtsjesilen, waardoor dit sportieve evenement eveneens bekender wordt bij allerlei groepen die tot op heden worden ontkend en genegeerd. En betrek deze er ook nauwgezet bij.’
Hildegonda is een spraakwaterval. Ze wil af van het heilige gebeuren dat alleen personen uit schippersfamilies aan het helmhout zitten. In plaats daarvan wil Hildegonda dat transgenders, homoseksuelen, travestieten en lesbo’s ook kans maken om schipper te worden. Daarbij gelden wel voorwaarden. Ze dienen uiteraard goed te kunnen zeilen en leiding te geven. Eveneens dienen ze woonachtig te zijn in een van de veertien Friese plaatsen, die de wedstrijdskûtsjes officieel vertegenwoordigen.
‘Dit kan waarachtig niet. Op deze wijze raakt het prachtige en traditionele SKS-skûtsjesilen in het slop’, roep ik onthutst uit. ‘Ach, jij bent een vastgeroeste en sentimentele diep-Fries. Het is tijd voor een ander skûtsje-geluid. En daar strijd ik met de andere vrouwen voor!’
Wiebe Dooper