Weerspiegeling, verzinking, weerspiegeling
beveelt het riet, dat verdrinking bedroeft;
rinkeling bevalt het riet, outcast in water;
zachte rinkeling als het dichtschuift
de rinkeling als het wuift en zich opricht;
knarsen van grendels wanneer het water sluit;
weerspiegeling, uitwissing, verzinking,
het riet is maar schildering en wandkleed
van wat t langsstromend oog weeft en schildert:
weerspiegeling, uitwissing, weerspiegeling;
wandelaar zit de eeuw uit als riet aan water,
het weer in hem geslagen ziet hij de schepen,
zijn transistor siddert van verlating,
weerspiegeling, verzinking, weerspiegeling.
H.H. ter Balkt (1938-2015)