betreft: herhaling
Het eind van het jaar is de tijd van de lijstjes: de beste films van het jaar, de beste muziek, de beste boeken en dus ook de beste Friese boeken. Voor mij waren dat dit jaar Skearing en Ynslach van Bouke van der Hem, Erfskip. De saga fan Ubba Skylding fan Willem Schoorstra en bovenaan Salang as it libben duorret, verhalen van Sipke de Schiffart.
Voor zijn roman Sjappy (2020) had Sipke de Schiffart dit jaar de Gysbert Japicxpriis moeten krijgen. Er is geen enkel ander Fries proza van de afgelopen vier jaar dat ook maar in de buurt komt van deze roman. Een verontrustende roman, want de auteur durft het aan om de verwrongen hoofdfiguur ruim baan te geven. Die durf, gecombineerd met een meeslepende stijl en een uitmuntend gevoel van (vaak zwarte) humor, leverde een machtige roman op.
Sjappy was het tweede prozawerk van De Schiffart die in 2012 in boekvorm debuteerde met de verhalenbundel Wat it is om bang te wêzen. In 2023 is de tweede verhalenbundel van De Schiffart verschenen, met 33 verhalen die meestal een stuk korter zijn dan de verhalen in zijn debuutbundel. Drie verhalen hebben meer dan de tien bladzijden, de meeste tellen slechts een bladzij of vier, vijf.
Ook op die erg korte baan kan De Schiffart uitermate goed uit de voeten en vooral op het gebied van navrante situaties. Dat zien we bijvoorbeeld in het derde verhaal waarin een winkelend echtpaar impertinente vragen stelt aan een andere klant in de supermarkt. Met veel plezier lijkt de auteur dergelijke tenenkrommende situaties te beschrijven.
De verhalen spelen zich veelal af in een Friese omgeving, heel herkenbaar sinds ik in Koudum woon, maar dat herkenbare zit hem toch vooral ook in de situaties die, hoe absurd soms ook, geloofwaardig beschreven worden. De Schiffart kan meesterlijk in een paar zinnen een situatie schetsen of een landschap beschrijven. Maar niet alleen in bondige beschrijvingen is deze auteur een meester. Het verhaal ‘Krystkado’ is niks anders dan een dialoog, helemaal opgeschreven in de directe rede, zonder beschrijvingen tussendoor.
Schrijnend zijn de verhalen regelmatig en menigmaal weet De Schiffart de lezer op het verkeerde been te zetten door een onverwachte wending. Soms is de laatste zin van een verhaal verrassend, soms is het zelfs al de eerste zin. Het verhaal ‘Seffulfilling prophecy’ begint met: “Moard is in grut wurd, litte we sizze dat ik nei alle gedachten in lyts oandiel hân ha yn de dea fan myn freon Jaap Stavinga.” In het verhaal ‘Aaltsje is (net) allinnich thús’, een verhaal van viereneenhalve bladzij, weet de auteur de lezer zelfs twee keer behoorlijk te verrassen.
Een breed palet aan menselijk handelen en emoties komt in de verhalen aan bod. Er zijn ontroerende momenten, humoristische elementen, maar de mens toont zich in deze verhalen zelden van zijn beste kant. Wreedheid, regelmatig ook als uiting van wraak, speelt een belangrijke rol. De stemming in een verhaal kan zomaar omslaan, daar zit je als lezer van de verhalen van De Schiffart op een gegeven moment zelfs op te wachten. Het verhaal ‘It neidiel fan in begraffenisgesicht’ begint triest, zelfs ontroerend, maar slaat al gauw om als het gesprek tussen de beide echtelieden, die hun dochter net begraven hebben, behoorlijk ontspoort.
In de meeste verhalen is de hoofdpersoon – regelmatig een ik-persoon – een man. Vaak een man van middelbare leeftijd op het Friese platteland die soms in zijn jonge jaren in Groningen gestudeerd heeft. Maar in twee verhalen is de hoofdpersoon een vrouw, zoals in ‘In frou moat harsels rêde’. De ik-persoon verhuist met haar man van een dorpje in Friesland naar de stad Groningen. Alles is oké, behalve de buurman, of liever gezegd, de hond van de buurman. Die blaft nogal vaak blaft, ook ’s nachts. Accuraat beschrijft De Schiffart hoe zowel de vrouw als de man langzamerhand instort. Het wordt de man zelfs fataal. Als de vrouw later verlost is van de geluidsoverlast en het geluk hervindt, kun je als lezer die inmiddels enigszins bekend is met verhalen van Sipke de Schiffart niet geloven dat het verhaal gelukkig eindigt. En dat doet het dan ook niet!
Geen Friese poëzie dit jaar? Dat had wel gekund ja, maar dan struikel ik een beetje over het feit dat ik betrokken ben bij een uitgeverij die de beste dichtbundel van 2023 heeft uitgegeven: Bloedprikke van Abe de Vries. Dus die Friese poëzie laat ik hier maar even zitten.
N.B. De hele bespreking van Salang as it libben duorret van Sipke de Schiffart staat trouwens op mijn website: https://www.frieseliteratuur.nl/sipke-de-schiffart/.
© Jelle van der Meulen