Auteur en onderzoeker Hessel de Walle presenteerde op vrijdag 12 april in het Fries Scheepvaartmuseum te Sneek ‘Vrouwen van het Friese verzet – Gevecht op vele fronten’. BREKT.NL stelt hem een reeks vragen over deze nieuwe publicatie.
De Walle verwierf reeds bekendheid met publicaties als: Friezen uit vroeger eeuwen (inventarisatie van Friese Memorabilia) uit 2007. De mannen van de overval (over de mannen die in 1944 de kraak van de Leeuwarder gevangenis pleegden) uit 2019 en Piet Oberman (biografie leider kraak Leeuwarder gevangenis) uit 2022.
Wanneer kwam het idee op om een boek te schrijven over de rol van vrouwen in het Friese verzet? En wat vormden op dat moment de voornaamste drijfveren?
Dat gebeurde al in de eindfase van het laatste boek over Piet Oberman. Ik was toch wel op enige interessante vrouwen gestuit met boeiende levensverhalen. Een onderzoek waard. Bovendien werd ik geprikkeld door hedendaagse opvattingen dat het aandeel van vrouwen veel groter en diepgaander geweest moest zijn dan altijd gedacht en beschreven. Klopt dat eigenlijk wel? Uiteindelijk heb ik het gelaten bij 32 portretten en ben ik niet zelf op de cijfers ingegaan. De uitkomst van mijn onderzoek is dus in de eerste plaats kwalitatief van aard en niet kwantitatief.
Hoe maakte je eerst een globale opzet voordat het echte onderzoek van start ging?
Eigenlijk niet echt. De enige opzet die ik hanteerde was de indeling in drie perioden: voor, tijdens en na de oorlog. Vervolgens ben ik op zoek gegaan naar verhalen die ik in eerste instantie heb ingedeeld volgens bovenstaand schema. Gaandeweg heb ik toen het verloop van de oorlog als kapstok gebruikt om de verhalen aan op te hangen. Als een nieuwe vrouw geïntroduceerd moest worden, schreef ik een terugblik op haar periode tot aan het begin van de introductie. Ik ben ook meer uitgegaan van een proces waarbij nieuwe feiten steeds tot nieuw inzichten konden leiden.
Welke algemene onderdelen van het onderzoek naar de 32 verzetsvrouwen verliepen vrij gemakkelijk? En welke algemene onderdelen vielen tegen?
Algemene informatie vinden is via internet en opgestelde archieven tegenwoordig relatief eenvoudig. Veel lastiger was vaak het opsporen van nabestaanden. Sommige vrouwen waren niet getrouwd en hadden geen kinderen. Veel voorkomende namen maakten het ook ingewikkeld. Toch is het uiteindelijk bijna allemaal gelukt. Opsporen van familie was erg belangrijk in verband met mogelijk nagelaten stukken of verhalen.
Zijn alle 32 verzetsvrouwen in Fryslân geboren? Zo nee, hoeveel vormden daar een uitzondering op?
Tien van de 32 zijn buiten Friesland geboren. Onder wie de bekende Esmée van Eeghen en Cor van der Vlis. Verschillende van de dames die wel in Friesland geboren waren, brachten in hun jeugd lange tijd buiten de provincie door. Denk aan Tiny Mulder, Benita Rinsma en Bouwina Meindertsma.
In hoeverre gingen de vrouwen in het verzet vanuit een politieke overtuiging? Ging deze overtuiging veelal gepaard met een christelijke levensvisie?
Dat liep nogal uiteen. Weliswaar waren de dames met een gereformeerde levensovertuiging oververtegenwoordigd, maar er waren er nogal wat anderen. Zoals anarchiste Wieke Bosch en Gré Nijdam en Eef Ridderhof, zonder religie. Bij veel van de vrouwen speelde eerder hun avontuurlijke aanleg dan hun godsdienstige overtuiging een rol om deel te nemen aan het verzet.
Welke verzetsvrouwen moesten hun dappere werk tegen de Duitsers met de dood bekopen? En wat zegt de gevestigde Friese geschiedschrijving daar zoal over?
Dat zijn er drie geweest. Esmée van Eeghen, Cor van der Vlis en Wieke Bosch. De eerste, Esmée, heeft in de Friese geschiedschrijving lange tijd een discutabele reputatie gehad wegens vermeend verraad. In de loop van de jaren zijn de meningen over haar meer en meer in haar voordeel veranderd. Voornamelijk omdat er geen bewijs voor verraad te leveren viel.
Cor van der Vlis was van ‘onbesproken’ gedrag en ontving voor haar werkzaamheden postuum als een van de weinigen het verzetskruis. Wieke Bosch lijkt domweg vergeten. Ze staat wel op de lijst van oorlogsslachtoffers, maar niet vanwege verzetsactiviteiten. Of dat toe te schijven aan haar anarchistische overtuigingen valt niet te staven.
Je omschrijft de rol van verzetsvrouwen als koerierster, pilotenhelpster, chauffeur en spionne. Welke rol of rollen vervulden ze nog meer?
Ze waren de belangrijkste spelers bij het smokkelen van honderden Joodse kinderen van Amsterdam naar Friesland. Ook speelden ze een belangrijke rol bij het ondersteunen van de mannen van de illegale pers. Zelf stukken schrijven deden ze, naar ik weet niet. Hun rol beperkte zich tot typen en rondbrengen.
In welk opzicht schikten de verzetsvrouwen zich gemakkelijk naar die van verzetsmannen? En in welk opzicht niet?
Ik heb, eerlijk gezegd, niet de indruk gekregen dat er sprake was van schikken. En geloof niet dat er veel strijd is geweest over de rolverdeling. Kennelijk was dat in die periode in Friesland nog redelijk vanzelfsprekend.
Welke drie interessante zaken kwam je tijdens het onderzoek en schrijven tegen, die je behoorlijk verrasten?
Behoorlijk verrassen is sterk uitgedrukt. Wat ik wel opvallend vond, was de hogere opleiding van veel van deze dames. Hun kennis van het Engels was de reden dat ze bij de pilotenhulp een grote rol speelden. Ook interessant om te zien was hoe veel van deze vrouwen in deze periode buiten de gebaande paden traden.
Zijn nu met de afronding van het boek je verwachtingen vooraf uitgekomen? Zo ja, welke en in welke mate?
Ik had vooraf eigenlijk weinig verwachtingen over interessante verhalen, maar dat is gelogenstraft door de feiten. De verhalen van deze vrouwen waren waren veel beter en boeiender dan ik had durven hopen.
Wiebe Dooper
U kunt Vrouwen van het Friese verzet – Gevecht op vele fronten bestellen via: www.wijdemeer.nl/webshop