Wie aan kerkgebouwen in Bolsward denkt, zal meestentijds niet meteen denken aan het relatief kleine kerkje vlak aan de zuidoostkant van de stadsgracht, de Gasthuiskerk, voorheen de gereformeerde kerk. Je denkt eerder aan gebouwen als de gothische Sint Maartenskerk (ong. 1450), de romano-gothische Broerekerk (mogelijk deels als van voor 1300) en de expressionistische basiliek Sint Franciscus (1934 gewijd). En toch heeft die Gasthuiskerk een boeiende architectonische geschiedenis en hebben zich daar veel bijzondere en persoonlijke verhalen afgespeeld. Laten we daar in deze bijdrage van een ‘Blik op Bolsward’ eens de nodige aandacht aan schenken.
Wikken en wegen
Kerk-A heeft aanvankelijk kerk gehouden in een pand aan de westkant van het Broereplein. Vervolgens werd in 1849 een kerkje gebouwd aan de Witherenstraat, dat echter in 1909 is afgebroken en vervangen door een nieuw en groter godshuis op dezelfde plek.
Kerk-B werd gebouwd aan de Wipstraat, vlak ten noorden van het stadhuis. Op 17 november 1889 werd deze in gebruik genomen.
Al spoedig na de kerkelijke fusie in 1924 werd er gesproken over een gezamenlijk, ander gebouw. De situatie zoals die was, twee dominees en twee kerkgebouwen, paste niet meer in de nieuwe visie en was daarnaast niet alleen onpraktisch, maar vooral erg duur. Talloze vergaderingen werden gewijd aan een vervolg: hoe nu verder? De B-kerkleden, onder aanvoering van ds. Prins, schuiven de zaak voor zich uit: nog niet aan de orde. Ds. Op ’t Holt van de A-kerk kijkt er anders tegenaan, maar omwille van de eenheid drijft hij de zaak niet op de spits.
Uiteindelijk noopt de situatie tot een besluit. Aanvankelijk lijkt de optie om de kerk aan de Witherenstraat te verbouwen en zodanig uit te breiden dat beide gemeenten daar onderdak kunnen vinden, gerealiseerd te gaan worden. Totdat duidelijk wordt dat de kosten daarvan, met name wegens fors achterstallig onderhoud, die van nieuwbouw wel eens zouden kunnen benaderen. Dan nog wordt er geen enkele knoop doorgehakt. Commissies komen en gaan, Jan Postma, de gemeentearchitect en rooms-katholiek, wordt zelfs geraadpleegd op aandringen van de burgemeester en geeft advies, talloze vergaderingen worden gehouden, de spanningen lopen op. Ook zie je in de notulen dat tijdens kerkenraadsvergaderingen regelmatig naar z.g. zwakke religieuze aspecten van die andere stroming wordt gezocht.
Totdat ds. Prins, ongewild en indirect, de basis legt voor nieuwbouw: hij geeft aan per 1 januari 1928 met emeritaat te gaan!
Belangenafweging
Dan doemen twee vragen op die met elkaar verweven zijn. Moet er nu een nieuwe, en dus tweede, dominee benoemd worden, en hoe nu verder met de kerk als gebouw? Op 4 november 1927 komen in de kerk aan de Wipstraat de mannelijke gemeenteleden bijeen. Dezen besluiten de kerkenraad voor te stellen geen tweede dominee, naast Op ’t Holt, meer te benoemen en om spoedig tot kerkelijke nieuwbouw over te gaan. De kerkenraad neemt uiteindelijk deze voorstellen over. Men vraagt aan een architect een kostenraming voor een kerkgebouw, een pastorie, vergaderlokalen en kosterswoning.
Daarnaast wordt een commissie ingesteld die moet onderzoeken op welke bijdragen van de gemeenteleden kan worden gerekend. Daarbij speelt met name het bij name noemen van de leden die een bijdrage geven een wat schimmige rol. Uit de kerkenraadsnotulen valt niet op te maken of de volkse naam ‘Jumbokerk’ inderdaad te danken is aan het schenken van een aanzienlijk bedrag aan de kerk door ‘koopman’ Heeres, eigenaar van de koffie- en theefabriek Van der Plaats, oftewel Jumbo.
Uiteindelijk, nadat de Schoonheidscommissie de Bolswarder gemeenteraad had geadviseerd niet akkoord te gaan met de plannen en vervolgens de kerkenraad een tweede architect erbij betrok, wordt een aangepast plan goedgekeurd dat rond de fl. 82.000,00 moet gaan kosten: kerkgebouw, kosterswoning en vergaderzalen. Ruimte voor een pastorie wordt financieel niet haalbaar geacht. Deze wordt in 1931 alsnog aangebouwd aan de zuidoostkant van de kerk, in identieke stijl. Als locatie voor nieuwbouw kiest de kerkenraad voor een perceel grond vlak over de gracht bij de dan nieuwe Gasthuisbrug, dat in eigendom was van de gemeente Bolsward.
Het gebouw, van een ingetogen expressionistische stijl, lijkt door zijn omgeving geabsorbeerd, erin opgenomen als het ware, door omringende, meest forse, woningen die qua stijl uiteenlopen van datzelfde sobere expressionisme naar bepaalde kenmerken van de Amsterdamse School. Van die laatste bouwstijl is een woning aan de Gasthuissingel, met lokalen: de vroegere landbouwschool, de meest duidelijke vertegenwoordiger.
© Willem Haanstra
Hierbij deel 1 uit deze serie: https://www.brekt.nl/gasthuiskerk-bolsward-een-avontuurlijke-geschiedenis-1/