Categorieën
Poëzie

GAASTERLAND OOIT

Het is de weemoed naar dit bewonderde land
Uiteinden van de zee overgaand in heuvels
Op velden knechten die oogsten
Een bos vol geuren omringt een ven

Een kerktoren doemt op in ochtendlicht
Het praatje van de bakker en de slager
Meisjes touwtjesspringen, jongens ravotten
De veldwachter dut in voor het middaguur

De dorpskom omgeven door ligusterhagen
Fraai ogen bloeiende rozen in het perk
Soms een huis met gesloten gordijnen
Daar legt een dochter moeder in bed

Na het zomerfeest gaan mensen huiswaarts
Plukken van de appelen in het hof begint
Voorraadpotten in de kast gevuld
Een herfstbloem omrandt het uiteinde van het pad

© Wiebe Dooper