“Er is genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht”. (Gandhi)
Van eten ga je groeien. Van veel eten word je dik en van heel veel eten word je moddervet. De mogelijkheid uit vijftig soorten frisdrank en veertig soorten chips te kunnen kiezen, maakt mensen niet gelukkiger. Wel dikker.
Wie een doorsnee Amerikaan wil imiteren, moet dan ook veel opgeblazen ballonnen onder zijn kleren stoppen. Lijnen is in feite natuurlijk een luxeprobleem; in Afrika kent men heel andere prioriteiten. Dus wie zegt te willen afvallen en dat niet kan, moet eens in Somalië kijken hoe ze het daar doen.
Er circuleert veel onzin over ons voedsel. Het meeste wat te mooi is om waar te zijn, is niet waar. Van vlees word je niet sterk, van eieren niet opgewonden en tomaten behoeden je niet voor kanker. En een calorie is een calorie, of die nu in broccoli of in mayonaise zit; vraag de natuurkundige maar, al spreekt die liever van Joules. Al dat geneuzel over goede en slechte calorieën, links- en rechtsdraaiende yoghurt is dus pseudowetenschappelijke bullshit, net als de rage om zogenaamde superfoods te eten. Als je maar genoeg tarwegras (of chiazaad en gojibessen) tot je neemt, zal je niks ernstigs overkomen, zo luidt ongeveer de boodschap. Dat vinden vooral de leveranciers. Het basiselement van die zgn. superfoods is gebakken lucht, het sausje erover is commercieel.
En dan is er het eeuwige gezeur over de bio-industrie. Wie smult van ham en karbonade en tegelijk die varkens zo zielig vindt, is hypocriet. En waarom eten we dan geen scharrelvlees van andere dieren? Er is geen enkele logische reden om wel rund- en varkensvlees te eten en geen hond of kat, waarvan er bovendien een onaanvaardbaar overschot is. Er bestaan overheerlijke ovenschotels van hondenreepjes met pittige rijst en kattenragout met kruidige mie en verse groente. Doe maar eens navraag in China. En wil je vegetariërs kweken, maak dan met elke groep 3 van de basisschool een verplichte excursie naar een abattoir.
En voor het verloederende, saaie agrarische landschap, waarin de laatste kievit een doodstrijd levert en de laatste pinksterbloem staat weg te kwijnen, geldt dat niet zozeer de boer schuldig is, maar de consumenten die goedkoop voedsel eisen. De boer kan dat alleen grootschalig en gemechaniseerd leveren in een natuurvrije omgeving, zodat het landschap steeds minder geschikt wordt voor grutto ’s en steeds meer voor ganzen. Waar we vervolgens weer over gaan klagen. Betaal dan meer voor je ei, je melk en je vlees, zodat de (bio)boer een eerlijk inkomen kan verwerven zonder het landschap aan te tasten!
Als we slim zijn kunnen we tien miljard mensen voeden zonder de planeet verder te beschadigen en toch wordt er honger geleden en spoelt links en rechts de bodem weg. We doen dus iets niet goed. Zo wordt er veel te veel verspild en niet alleen doordat ongedierte in de arme landen zich aan de tarwevoorraden tegoed doet. Ook doordat mensen in de rijke landen veel meer kopen dan ze nodig hebben, de productie-eisen absurd zijn (die banaan is te krom, die asperge te dik, enz.) en supermarkten alles weggooien wat “over datum” is. Dat zou niet meer eetbaar zijn. Wie honger heeft denkt daar anders over.
Kay Balsema