(tekst: Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, NIOZ, op Liwwadders.nl)
Voor koudbloedige soorten bepaalt temperatuur hun activiteit en stofwisseling: als het warm genoeg is, worden ze actief en als het te koud wordt, houden ze zich gedeisd. Maar behalve op temperatuur reageren vissen op meer omgevingsfactoren: bijvoorbeeld de aanwezigheid van beschutting om te schuilen voor predatoren. Om erachter te komen wat voor de vijfdradige meun het belangrijkst is voerde promovendus Bass Dye een bijzonder experiment uit.
Vissoorten hebben vaak een bepaalde temperatuur waarbij ze het beste gedijen. Klimaatverandering en warmer zeewater hebben daarom direct effect op vissen. Onderzoeker Dye onderzocht nu exact wanneer de vijfdradige meun, een algemene vissoort in de Waddenzee, leefgebieden met schuilplaatsen verlaat als de temperatuur van het zeewater verandert.
Cirkelvormig experiment
Dye liet vissen los in een cirkelvormige waterbak waarbij ze konden kiezen tussen verschillende temperaturen variërend tussen 10 en 22 graden. Bij elke temperatuur konden ze zich ook verschuilen in een pvc-buis. Zonder interventies kozen de vissen het deel waar het 13 graden was. Nadat de pvc-buis uit dit deel weggehaald werd, schoven de vissen op naar een naburig deel met een andere temperatuur waar ze zich wel in een buis konden verschuilen. Ook daar werd vervolgens de buis verwijderd. De meunen schoven weer een stukje op naar nog warmer water, en verscholen zich in de pvc-buis van het volgende vak.
Keuzes met consequenties
De vissen namen genoegen met temperaturen ver buiten hun voorkeur van 13 graden als ze maar een schuilplek hadden. Maar daar zat wel een grens aan: bij temperaturen van 19 graden en hoger kozen ze uiteindelijk niet meer voor de beschutting van een pvc-buis, maar zochten ze koeler water op.
Dit experiment laat zien dat de vijfdradige meun bij enkele graden opwarming in de Waddenzee graag zal migreren naar koelere wateren, behalve als de verspreiding van schuilplaatsen ze dwingt in de Waddenzee te blijven. Maar daarin schuilt echter ook een gevaar: het is te verwachten dat ze bij hogere watertemperaturen veel minder goed kunnen groeien, voortplanten en overleven. Vissen die het warmere water voor lief nemen en niet vertrekken uit de Waddenzee groeien minder goed, zijn dan wellicht minder gezond of ze krijgen minder nakomelingen.
Eerste stap in groter gedragsonderzoek
Onderzoeker Dye laat in deze studie nu zien wat vissen doen als de Waddenzee warmer wordt. Maar om goed te begrijpen hoe klimaatverandering doorwerkt op het functioneren van vissen, moet deze studie gecombineerd worden met andere studies naar de levensloop, de gezondheid en de voortplanting van Waddenzeevissen.
Over NIOZ Zeeonderzoek
Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (kortweg NIOZ Zeeonderzoek), is het nationale oceanografische instituut en het expertisecentrum van Nederland voor oceaan, zee en kust. We bevorderen fundamenteel begrip van mariene systemen, de manier waarop ze veranderen, de rol die ze spelen in klimaat en biodiversiteit én hoe ze duurzame oplossingen kunnen bieden aan de maatschappij van de toekomst.
Ook kunt u raadplegen: https://www.liwwadders.nl/een-warmere-waddenzee-lastige-keuzes-voor-vissen/