Toen wij zes jaar geleden naar Koudum verhuisden, deden we dat onder andere om daar een galerie te beginnen. Zo werd ik assistent-galeriehouder, ongeschoold dat wel. Een taak die daarbij hoorde, was zo nu en dan een praatje houden bij een opening. Niet direct een taak die ik uit mijn mouw schudt en dat merkte ik ook weer toen ik na twee coronajaren zonder openingen een openingspraatje ging voorbereiden. Ik kreeg niet direct op papier wat ik wilde zeggen over de kunstwerken op een nieuwe expositie. En wat doe ik als geschoold neerlandicus dan, dan grijp ik terug op een gedicht.
In dit geval een kindergedicht van Els Pelgrom met als titel ‘Want er zijn dingen …’ waar ik een melodie bij maakte en dat ik bij de opening op Hemelvaartsdag zou zingen:
Els Pelgrom – Want er zijn dingen …
soms wil ik huilen dan lach ik maar
dan denken de anderen wat doet die weer raar
soms wil ik zingen maar loop ik te grommen
en wil ik iets liefs doen dan zeg ik: verdomme
soms gebeurt ’t dat water verandert in zand
dan hangt de lucht heel laag op het land
ik kruip wel eens weg achter muren en heggen
want er zijn dingen die kun je niet zeggen
‘Er zijn dingen die kun je niet zeggen’, in ieder geval niet direct uitleggen – over kunst bijvoorbeeld – zo zou ik mij eruit redden. Maar ja, als je niks zegt en alleen een gedichtje zingt, heb je geen openingspraatje en daar hebben onze kunstenaars nu eenmaal recht op, vinden we. Dus probeerde ik toch woorden te vinden voor de kunstwerken die we zo zorgvuldig opgehangen en neergezet hadden van de Amsterdammer Peter van der Baan en van Bowe Roodbergen en Ellen Floris uit het hoge noordwesten van Friesland.
Kijk, Peter van der Baan is mij zeer vertrouwd, maar zijn werk is dat een stuk minder. Ik ken Peter als de jongeman die – jaren en jaren geleden – het leven van mijn toenmalige buurman op een woonboot in Amsterdam kwam veraangenamen en die dat, nu niet helemaal jongeman meer en ook al lang niet meer op een woonboot, nog steeds doet. Hij tekent al heel lang, maar het duurde erg lang voor hij met zijn tekeningen naar buiten kwam.
Peter van der Baan tekent voornamelijk mannenkoppen, maar het zijn hoe figuratief ook – geen realistisch getekende portretten. Het zijn tekeningen met een zorgvuldig geconstrueerde structuur. Vanaf een afstand zie je kleurrijke koppen, bij een vluchtige blik vanaf een kleinere afstand lijken het haast wel uit pixels opgebouwde computertekeningen, maar de tekeningen zijn toch echt helemaal in zijn hoofd verzonnen en met de hand getekend.
Van het werk van die heerlijk eigenzinnige kunstenaars ten noorden van Sint-Annaparochie, Bowe Roodbergen en Ellen Floris, was ik van meet af aan zo’n beetje sprakeloos. Dat was al toen we een paar jaar geleden tijdens de Slikwerk Atelierroute in hun atelier Elbow terechtkwamen. Bowe Roodbergen maakt in het platte vlak abstract-geometrisch werk, maar hij toont in Koudum ook een paar van zijn driedimensionale lichtobjecten. Het zijn kokerlampen, gemaakt van natuurlijke materialen: een koker van stevig papier met pootjes van bamboe en bij de één een onderstel van hout, de ander staat in steentjes. Voor die lampen, maar ook voor het abstract-geometrische werk moet je behalve een vaste hand ook oneindig veel geduld hebben. De ritmische patronen, in papier uitgesneden, zijn subtiel en ingenieus uitgevoerd, met oog voor detail en perfectie.
En dan de foto’s van Ellen Floris! Wie het gebied van de Waddenzee kent, snapt dat Ellen die omgeving ging fotograferen toen ze er ging wonen. Ze maakt dan ook veel foto’s van dit Werelderfgoedgebied, maar er hangen op de expositie in Koudum nu eens geen Waddenfoto’s, maar abstract aandoende detailfoto’s. Bezoekers die vluchtig kijken, zien niet eens dat het geen schilderijen zijn, maar op dibond afgedrukte foto’s op een formaat van 60 bij 90 cm.
Ellen Floris wordt geraakt door abstracte vormen die zij in haar blikveld herkent. Het juiste plaatje van die vormen zien, vereist een geduldig kijken. De kunstenaar Ellen Floris wordt aangetrokken door de vormen en beelden die zij met deze manier van gedetailleerd en ingezoomd kijken ziet … en ze maakt er foto’s van. Het zijn nauwelijks herkenbare foto’s van details van bijvoorbeeld afgebladderde muren, een afgescheurd affiche, een wegroestend bootje of de zon op een stapel hooibalen.
Zonder toelichting is nauwelijks te zien wat je bijvoorbeeld ziet op een prachtige geel-bruin-zwarte afbeelding (een van dichtbij genomen detail van een verroest bootje op zijn kant) of op de betoverende foto van de reflectie van de zon op een stapel kuilbalen in landbouwplastic. En er hangt een tweeluik dat bestaat uit twee detailopnames van gedeelten van een op asfalt geschilderd stopbord.
Ja, er valt heel wat te ontdekken op de foto’s van Ellen Floris in Galerie Lytse Skientme in Koudum. Maar dat geldt ook voor de intrigerende tekeningen van Peter van der Baan en het fascinerende werk van Bowe Roodbergen. Uiteindelijk vond ik gelukkig genoeg woorden om mijn openingspraatje op Hemelvaartsdag te kunnen houden.
De expositie is tot en met 2 juli te zien in Galerie Lytse Skientme in Koudum. De volgende Atelier Slikroute waarop Bildtse kunstenaars hun ateliers openstellen is op 16 en 17 juli.
© Jelle van der Meulen