(tekst: Sociaal en Cultureel Planbureau)
Rijke Nederlanders komen steeds minder in aanraking met mensen met een gemiddelde of lage welvaart en ook de armsten ontmoeten steeds vaker vooral elkaar. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat vandaag verschijnt. Hoewel de meeste Nederlanders wel allerlei verschillende mensen ontmoeten, is er reden tot zorg. Eenzijdige leefwerelden gaan namelijk gepaard met ongelijke kansen en staan sociale samenhang en begrip tussen mensen in de weg. In het onderwijssysteem en op de woning- en arbeidsmarkt liggen kansen om ervoor te zorgen dat arm en rijk elkaar (weer) meer ontmoeten.
In het SCP-onderzoek ‘De leefwerelden van arm en rijk’ is gekeken hoe de leefwerelden van de 20 procent meest welvarende en de 20 procent minst welvarende Nederlanders in de leeftijd van 30 tot en met 59 jaar zich tussen 2011 en 2020 hebben ontwikkeld. Zowel de armste als de rijkste inwoners van Nederland ontmoeten in de buurt, op het schoolplein, bij familie en op hun werk vooral mensen die net als zij weinig of juist veel welvaart hebben. Hoewel Nederland in vergelijking met andere Europese landen niet erg gesegregeerd is, blijkt uit dit onderzoek dat leefwerelden in tien jaar tijd wel eenzijdiger zijn geworden.
Leefwereld rijken eenzijdig in de Randstad
Vooral in en rond de Randstad en Eindhoven zijn de leefwerelden van rijke Nederlanders eenzijdig. De woonplaatsen waar rijke inwoners het vaakst een eenzijdige leefwereld hebben, zijn welvarende gemeenten, met in de top drie Bloemendaal, Heemstede en Laren. Vooral in de noordelijke Randstad werden de leefwerelden van rijke inwoners eenzijdiger. Een belangrijke oorzaak hiervan is de forse stijging van de huizenprijzen in deze regio. Huizenbezitters werden hierdoor rijker en de regio werd minder toegankelijk voor mensen met een gemiddeld of klein budget.
Leefwereld armste Nederlanders
Arme stedelingen hebben vaker een eenzijdige leefwereld dan arme mensen elders. Verder valt op dat in een aantal clusters van gemeenten de leefwereld van de inwoners met de laagste welvaart vaak eenzijdig is. Namelijk in het oosten van Groningen, in de zuidelijke Randstad en in Zuid-Limburg. Tussen 2011 en 2020 zagen arme mensen vooral de welvaart in hun buurt verder afnemen. In deze periode ging de overheid minder doen dan voorheen om kwetsbare wijken te verbeteren en werd de rol van woningcorporaties kleiner.
Ook een positieve ontwikkeling
Onder Nederlanders met een herkomst in Marokko, Turkije en Syrië zagen we een ander patroon. De leefwerelden van de weinig welvarende mensen uit deze groep zijn relatief eenzijdig, maar sinds 2011 is hun leefwereld aanmerkelijk veelzijdiger geworden. Zij zagen vooral de welvaart toenemen in hun familiekring. De verklaring hiervoor is dat veel mensen uit deze herkomstgroep welvarender werden en dit werkt door in de leefwereld van degenen die minder welvarend zijn.
Kansen voor meer gedeelde leefwerelden
Het is niet eenvoudig om iets aan de eenzijdige leefwerelden van arm en rijk te doen. Het onderscheid maken tussen mensen op basis van niveau, inkomen of leefsituatie is een bijna vanzelfsprekend onderdeel van bijvoorbeeld stedenbouw, cultuurbeleid, onderwijs en arbeidsmarkt. Eenzijdige leefwerelden ontstaan door het streven naar doelmatigheid en efficiëntie en doordat mensen willen leven volgens eigen voorkeuren en streven naar succes voor zichzelf en hun gezin. Lotte Vermeij, onderzoeker van het SCP: “Kansen om de toenemende eenzijdige leefwerelden helpen terug te dringen, zijn er wel, onder andere op het gebied van wonen. De hernieuwde aandacht voor het verbeteren van wijken – zoals met het Programma Leefbaarheid en Veiligheid – is hiervan een voorbeeld. Het gaat dan niet alleen om de vraag wie waar woont, maar ook over hoe mensen elkaar kunnen ontmoeten. Het vraagt om een aantrekkelijke openbare ruimte, breed toegankelijke publieke voorzieningen en een verbindend verenigingsleven.”
Werkvloer als plek voor ontmoetingen
“Een andere plek waar kansen liggen voor het bevorderen van meer gedeelde leefwerelden, is de werkvloer”, aldus Lotte Vermeij. “Bij veel mensen heeft werk een centrale plek in hun leven. De manier waarop we arbeid nu hebben georganiseerd, zorgt ervoor dat verschillende groepen medewerkers elkaar niet of nauwelijks treffen.”
Voorbeelden hiervan zijn het onderbrengen van verschillende functies (bijvoorbeeld management, onderzoek en productie) op verschillende locaties en het uitbesteden van laagbetaalde ondersteunende diensten. Als bijvoorbeeld schoonmakers, beveiligers, receptionisten geen directe collega’s zijn, staan zij op afstand van de rest van de organisatie. De impact van gescheidenheid op het werk is groot, terwijl dit zelden onderwerp van gesprek is. Als we echt willen dat leefwerelden van mensen elkaar meer raken, dan moeten we zowel kijken naar de manier waarop arbeid is georganiseerd als naar de ideeën over doelmatigheid en waardering ervan.
Ook kunt u raadplegen: https://www.scp.nl/actueel/nieuws/2024/04/05/de-rijkste-en-armste-nederlanders-ontmoeten-elkaar-steeds-minder