De basis voor de juiste aanpak om Nederland uit het slop te halen ligt in het politieke midden. De CDA-top heeft dat beetje bij beetje begrepen. En nogal wat VVD-bestuurders in de regio. D66 volgt braaf een internationale agenda. CU, de vierde regeringspartij, speelt geen rol van betekenis.
Landelijke politici scoren graag. Een zegje doen op tv, een interview in een brave krant en in de verkiezingscampagne handtekeningen verstrekken op het plein. Maar komen er landelijke verkiezingen aan? Volgens mij wel.
Rutte IV heeft aangetoond de crises rondom stikstofbeleid, koopkrachtzaken en asielvraagstukken niet aan te kunnen. CDA-leider Hoekstra bevestigde dat vorige week vrijdag min of meer in het Algemeen Dagblad.
Zijn partijgenoot en fractievoorzitter Pieter Heerma herhaalde afgelopen dinsdag in de Tweede Kamer dat ‘de deadline van 2030 voor het halen van de 50 procent stikstofreductie niet heilig moet zijn’. Verder haalde Heerma de angel uit het debat door de verdere opstelling van zijn partij te willen blootgeven na het verschijnen van het rapport van Remkes over de stikstofsores. Een handige opstelling voor de korte termijn.
Op de lange termijn dient het CDA een heldere strategische lijn te volgen. Om te beginnen in het vroege najaar Rutte IV vaarwel zeggen en intussen de terugweg inslaan naar het politieke midden. Door middel van een snelle inhoudelijke heroriëntatie en het vertrek van Hoekstra en De Jonge, kan het CDA wat van haar politieke geloofwaardigheid terugwinnen.
Een meesterlijke zet is daarna de terugkeer van Pieter Omtzigt, weliswaar in kleine stapjes.
Wiebe Dooper