Categorieën
Blik op Bolsward Bolsward Cultuur Geschiedenis Sociaal

De aloude straatjes in de Bolswarder binnenstad: 5. BOTERSTRAAT

door Willem Haanstra

In de loop van vele eeuwen hebben zich straten en straatjes, pleinen en steegjes gevormd in de oude Bolswarder binnenstad. Oorspronkelijk langs de natuurlijke waterloop waaraan de latere stad ontstaan is (nog te herkennen aan het water langs de Dijlakker en Marktstraat), later ook op en langs andere oeverwallen, aangevuld met opgeworpen wierden. En die straten, stegen en pleinen kregen namen. Eerst met die vanuit de ‘volksmond’, later werden ze officieel vastgelegd door het plaatselijke bestuur.

We lopen deze straten, kort en op alfabetische volgorde, langs en trachten de geschiedenis ervan en wat achter de namen schuilgaat, te ontdekken. Oude foto’s, meest uit de collectie van Tonnie Siemonsma, begeleiden de teksten.

5. Boterstraat

Bijschrijft behorend tot bovenste foto:
De deur van de woning vooraan staat uitnodigend open. Op de achtergrond is het gebouw van v.h. de openbare lagere school nog te zien. Links vooraan het onderkomen van de vele konijnen die Piet van der Zee, wonend in het eerste pand van het straatje, jarenlang bezat. Het houten bruggetje is later, na afbraak, een aantal meters naar rechts opnieuw gebouwd. Ook is onlangs het erbij behorende opstapje vervangen door een schuin oplopende betimmering , zonder treden.

In mijn boek ‘Bolsward in namen’ (2006) staat de straatnaam Boterstraat niet. Ze bestond toen al niet meer, afgebroken. Zo’n 40 jaar geleden werd ook de naam veranderd, in Vossepôle. Daarmee werd de naam die voor dit korte straatje tot aan 1914 onofficieel gebruikt werd, nu officieel bekrachtigd. Men sprak tot aan 1914 van Vossepôlle, met dubbel ll.

De naam Boterstraat was bij raadsbesluit van 26 februari 1914 vastgelegd. Opvallend dat deze straat al binnen 80 jaar weer verdwenen was. Voor 1900 was dit gedeelte van de stad nog onbebouwd. Vanaf het grachtje van de Grote Kampen liep een korte zijtak richting de Kerkstraat. In de eerste helft van de 17e eeuw liep de tuin van de aan de Broerestraat wonende Gysbert Japix tot aan dit grachtje door. Aan de andere kant lag de tuin van Het Weeshuis.

Het was de aannemer Vos die opdracht kreeg hier arbeiderswoningen neer te zetten. Rond 1905 werd een kort woonstreekje met nog kortere afslag naar links gebouwd (samen 13 woningen). Na de afbraak ervan kreeg dit gedeelte van de stad met een dan verdwenen Boterstraat een nieuwe naam: Vossepôle, jawel, met één l. Aangepast aan de nieuwe Friese spelling.

Boter?
Boterstraat. Vanwaar dat ‘boter’? Tegenover de opgang naar deze dan nieuwe straat, via een bijzonder bruggetje, de Boterpost, stond op de Grote Kampen een kruidenierszaak van Adema, later overgenomen door vader (Romke) en zoon (Bokke) Nijdam. Romke Nijdam had in het lichtvenster boven de ingang van de winkel de eigennaam ‘Boterton’ laten aanbrengen. Hij had namelijk gewerkt op de zuivelfabriek Hollandia. Nijdam was daar eerste kaasmaker. Toen hij de winkel op de Grote Kampen overnam van Adema bracht hij een naam aan die hem deed herinneren aan zijn vorige werk (met dank aan de familie Nijdam) en mooi passend bij de naam van het nieuwe straatje tegenover zijn kruidenierszaak.

Een andere mogelijkheid lijkt me ook niet uitgesloten: dat de werkzaamheden van een binnen het Hoog Bolwerk wonende stadsboer, die op het boerderijtje melk tot boter verwerkte, op deze wijze werden vastgelegd.

Het woord ‘boter’ is eveneens gekoppeld aan het houten bruggetje dat diende om via de Grote Kampen deze Boterstraat te bereiken. De naam werd pas officieel vastgelegd bij raadsbesluit van 20 januari 1955: Boterpost. Wel enigszins merkwaardig, omdat het begrip ‘post’, in de 16e eeuw ook vastgelegd bij het opstellen van de pre-kadastrale atlas van Bolsward, ‘stenen brug’ betekent. Déze brug is echter van hout gemaakt. Boterbrug zou dus passender zijn geweest.

De Boterpost, het bruggetje dat, met opstapje, de Grote Kampen verbond met de Boterstraat.

Herinrichting

In 1978 gaf de gemeente opdracht de daar staande huizen te slopen. Er moest allereerst een parkeerplaats komen. Ook het Sint Vincentiusgebouw en de voormalige openbare school moesten wijken.

In een schrijven aan de gemeenteraad gaf het toenmalige college in 1980 de volgende verklaring bij een raadsvoorstel om het bestemmingsplan (Martinikerk e.o.) te wijzigen:

A. het autovrij maken van Kerkstraat, Kapelstraat en Broerestraat is het uitgangspunt;

B. het Hendrik Nanneshof wordt deels verbouwd  tot bibliotheek (!!);

C. 40 parkeerplaatsen zijn nodig om o.a. bezoekers van de nieuwe bibliotheek te gerieven;

D. twee woningen dienen daar nieuw gebouwd te worden;

E. zes bejaardenwoningen, door de raad voorgesteld, worden niet gerealiseerd, met als argument: teveel overlast op deze plek.

In 1974 nam Tonnie Siemonsma, vlak voor de sloop, nog deze foto van het westelijk gedeelte van de Boterstraat, bestaande uit twee woningen. Op het huis rechts is wel een kajuit aangebracht, links niet. Een poes kijkt de fotograaf nieuwsgierig aan.
Het betreft de nummers 8 en 9 van de Boterstraat. Op nummer 8 woonde de familie Couperus en op 9 de familie Hibma. Linksboven is nog net de achterkant van het kort daarna eveneens afgebroken openbare schooltje te zien.
Aankondiging van een verloving in de Boterstraat 4 in de krant.
Mededeling van een 25-jarig huwelijk van een echtpaar aan de Boterstraat 9.
Een bekende familie die daar lang woonde, op nummer 3, was die van Jan van der Werf. Op deze foto staat hij voor zijn woning. Spelende kinderen brachten altijd (speel)leven in dit korte straatje met zijn gemoedelijke sfeer.
Het laatste stukje van de Boterstraat, met nog een wasrek aan de muur. Het zijn de nummers 10, 11, 12 en 13. Op nummer 10 woonde de fam. Ter Horst, op 11 fam. Bangma, op 12 Van der Zee en op 13 Frits Bijlsma (Dove Frits), een bekend jager.
Deze foto van de Boterstraat begin jaren ’70 toont dichtgespijkerde deuren, vensters en kajuiten. Voor het venster uiterst rechts werd het dichtspijkeren niet nodig geacht. Even later zal de sloophamer flink huishouden in deze omgeving.
De korte afslag naar links van de Boterstraat, vlak voor de afbraak. Het hoge pand op de achtergrond hoorde bij de autogarage van Cornelis P. de Jager (1908 – 1999). De Jager zat vanaf het begin in het plaatselijk verzet. Rechts achteraan staat nog het kort nadien afgebroken r.k. Sint Vincentius gebouw overeind. Daarover meer wanneer de Broerestraat het onderwerp in deze reeks is.
Er was in dit rustige straatje altijd alle tijd voor een gemoedelijk gesprek. Een brugleuning diende als zetel. Aan deze rechterkant van de Boterstraat woonden eind jaren ’50, van nummer 1 t/m nummer 7, de volgende gezinnen: 1. Van der Zee, 2. Piekema, 3. Van der Werf, 4. Boskma, 5. Ten Dam, 6. Boonstra en 7. Bangma. (Met dank aan Annie van der Werf voor de informatie betreffende de bewoners van de Boterstraat uit haar jeugd.)
Een van de meest bekende bewoners van de Boterstraat was Piet (Pieter) van der Zee (13 maart 1895 – 15 juli 1978). Hij was gehuwd met Pietje van der Molen, die al op 55-jarige leeftijd overleed. Piet woonde in het eerste huis van het straatje. Hij was al lange tijd slechthorend, waarmee zijn alom gekende bijnaam Dove Piet verklaard is. De Vlaamse reus was zijn geliefde konijnenras; hij had heel wat hokken vol met dit uitzonderlijk grote ras. Ook hield hij van geiten. Tot op hoge leeftijd maaide hij als bijverdienste gras met een traditionele zeis.

© Willem Haanstra
Bolsward, augustus 2024