Categorieën
Blik op Bolsward Bolsward Cultuur Geschiedenis

De aloude straatjes in de Bolswarder binnenstad: 3. BAGIJNESTRAAT

In de loop van vele eeuwen hebben zich straten en straatjes, pleinen en steegjes gevormd in de oude Bolswarder binnenstad. Oorspronkelijk langs de natuurlijke waterloop waaraan de latere stad ontstaan is (nog te herkennen aan het water langs Dijlakker en Marktstraat), later ook op en langs andere oeverwallen en kwelderruggen, aangevuld met opgeworpen wierden. En die straten, stegen en pleinen kregen namen. Eerst met die vanuit de ‘volksmond’, soms al genoemd op onze oudste plattegronden. Later, na 1851, werden ze officieel vastgelegd door het plaatselijke bestuur.

We lopen deze straatnamen, kort en op alfabetische volgorde, langs en trachten de geschiedenis ervan en wat achter die namen schuilgaat, te ontdekken. Oude foto’s, meest uit de collectie van Tonnie Siemonsma, begeleiden de teksten.

3. Bagijnestraat

Op deze ruim 120 jaar oude foto is aan de linkerkant van de gracht de Bagijnestraat  te zien. Het bijzondere aan deze foto is dat achter de laatste huisjes (op de foto vooraan) van deze Bagijnestraat nog een deel van het Heilige Geestklooster van de Begijnen staat. Dat deel is in 1902 afgebroken. De huisjes, no. 15, 16 en 17, ook wel de (gas)fabriekshuisjes genoemd, waren zodanig dicht tegen de opgaande muur van het klooster aangebouwd dat later, bij werkzaamheden aan deze huizen, tegen de achtermuur nog restanten van het klooster zichtbaar werden.

Deze drie huizen onder één kap, gebouwd rond 1880, zijn gemeentelijk monument. Een ingetogen chaletachtige invloed is erin te herkennen.

Tussen Martinikerk en Plantsoen ligt langs de waterloop waarlangs Bolsward ontstaan is een bijzonder straatje, de Bagijnestraat. Een sterke afwisseling van bouwstijlen valt op aan de nog geen 20 daar staande woningen. Daarvan zijn er drie Rijksmonument: de nummers 3, 8 en 11.

Het achttiende-eeuwse pand nummer 3 kent, onder een zadeldak, een rijk versierde halsgevel met opvallende aanzetkrullen.

Nummer 8 kent ook een zadeldak, met aan de voorkant een trapgevel, met voor de lichtinval mooi passende zesruitsvensters.

Nummer 11 valt op met een rijk omlijste ingang met een opvallende bovenpartij en aan weerszijden fraaie consoles. Ook hier hebben de vensters zes kleinere ruiten. Dit pand is in 1968 herbouwd.

Het is wellicht goed er op te wijzen dat de naam Bagijn(estraat) een hypercorrectie is van het woord ‘begijn’. Bagijn komt soms nog wel ook elders voor, zoals in Leeuwarden, maar ook daar hoort de oorspronkelijke naam begijn te zijn. Begijnenstraat zou feitelijk de juiste naam voor dit straatje moeten zijn.

Tijdens de late middeleeuwen vestigde zich in Bolsward een drietal kloostergemeenschappen. Ook te herkennen op de oudst bekende plattegrond van de stad, die van Jacob van Deventer (1561), zijn het de kloosters van:

1. de Minderbroeders (wellicht al vanaf 1260 gevestigd in de stad Bolsward, want Minderbroeders vestigden zich alleen in een stedelijke omgeving). De Broerekerk is daarvan nog over;

2. de Witheren, die via Dokkum en Pingjum, en wegens overstromingen aldaar in 1287 naar Bolsward uitgeweken en die zich rond 1509 definitief in Bolsward vestigden. Ze situeerden zich langs de huidige Witherenstraat en Hoogstraat. De resten ervan zijn verdwenen;

3. en die van de Begijnen.

De Begijnen

Bekend is niet wanneer deze Begijnen hier kwamen wonen, wel dat ze van Oegeklooster, vlak ten noordwesten van Bolsward, na 1411 naar de stad uitweken. Deze zusters Ursulinen (pas gesticht in 1535) trokken na de reformatie (1580) meest naar elders, enkelen bleven wonen nabij het klooster van de Heilige Geest. Bij raadsbesluit van zaterdag (!) 31 mei 1902 werd besloten de sloop van het kloostergebouw (de ‘barak’ genoemd) te gunnen aan aannemersbedrijf Lammertsma.

Na 1580 kende het nog overgebleven kloostergebouw diverse bestemmingen, Zo werd de zolder van het klooster lange tijd gebruikt als vergaderruimte van de vereniging Nut van het Algemeen. Op de begane grond bevond zich een vlasbrakerij en enige tijd een meubelopslagplaats. Ook vonden er diverse tentoonstellingen onderdak. Eveneens diende het als onderkomen voor mensen die wegens een besmettelijke ziekte geïsoleerd moesten wonen. Ten tijde van de Franse overheersing had ook de cavalerie daar een onderkomen (1810 – 1813). Na de afbraak in 1902 van het gebouw werd de vrijkomende ruimte benut voor woningbouw aan het Plantsoen.

De Begijnen waren vrijgezelle vrouwen en weduwen die voor de intrede in deze gemeenschap geen kloosterbelofte over armoede hoefden af te leggen en die vrij waren om uit te treden.

Het is interessant om na te gaan waar het woord ‘begijn’ vandaan komt. Naast een mogelijke eigennaam, wellicht van een stichter van de kloosterorde, lijkt het me aannemelijker dat het begrip ‘begard’ (bedelmonnik) het grondbegrip vormt.

In de loop der tijden woonden op de Bagijnestraat mensen met diverse beroepen, van brugwachter, stadsboer en winkelier tot doopsgezind leraar (dominee) en kleermaker.

Halverwege het straatje woonde enige tijd Joost Halbertsma (1789 – 1869). Hij was verbonden aan de plaatselijke doopsgezinde gemeente als predikant, van 1814 tot 1821. Daarna vertrok hij naar Deventer. Deze dominee, die een zeer brede culturele belangstelling had, was een bekend en erkend voorvechter van de Friese taal en tradities. In Bolsward is ook een straat naar hem vernoemd.

Joost Halbertsma

Zijn broer, de eveneens bekende dr. Eeltje Halbertsma, huwde een Bolswarder dame en bezocht dikwijls de stad.

Eeltje Halbertsma

Het straatje en haar bewoners

In een van deze panden zal dr. Joost Halbertsma hebben gewoond.

De rijke trapgevel van het pand waarin lange tijd de kruidenier Van Hettema woonde, is eind vorige eeuw afgebroken en vervangen door een particulier en eigentijds pand.

Op deze heldere foto van Hessie Eizema is duidelijk als vierde pand van rechts de kruidenierswinkel van Van Hettema nog te herkennen, met haar daar passende trapgevel, naast een diversiteit aan andere bouwstijlen.
Op deze kenmerkende foto van een winterse Bagijnestraat, genomen in 1939, is Aukje Brinksma bezig sneeuw te scheppen. Ze woonde in het huisje achter haar op de foto, aan het Groot Kerkhof, nu weggebroken.

Hoe de stad zich vormde

Op de noordelijke hoek van de naar het zuiden afbuigende waterloop, waarvan de Middelzee als oorsprong gezien mag worden,  en vanaf Hartwerd (Hartwerdervaart, en dan veel breder) het open water (de Marne) bereikte en op de oeverwal ervan via ophogingen (een drietal wierden) de stad vorm heeft gegeven, ontstond deze Bagijnestraat.

Toen aan het eind der middeleeuwen ook Bolsward verdedigingswerken opwierp rond de bebouwde kom en een grotendeels dubbele stadsgracht en bolwerken (geen stenen ommuring) de stad vormgaven, werd ervoor gezorgd dat ook de dan bestaande kloosters en hun bezittingen ter bescherming binnen die grachten en bolwerken kwamen te liggen. Ook daarom hebben de oude stadsplattegronden een onregelmatige vorm.

Op deze foto uit de jaren ’60 van de vorige eeuw is uiterst links nog de nu verdwenen kruidenierswinkel van Van Hettema te zien, naast de panden van Jongstra, Palstra en Dijkstra.
Het eerste huisje aan de Bagijnestraat (nu afgebroken) waar jarenlang Rikus Dijkstra (hier leunend op zijn fiets) woonde. Hij was kleermaker van beroep en werkte in een naaiatelier geplaatst op een plat dak achter de kledingzaak van S.S. van der Werf aan de Rijkstraat. De foto dateert van 1980.
Lange tijd bevond zich aan de zijkant van bovenstaand pad, langs een smal grachtje, een bijzonder en schilderachtig hokje: het toilet (‘huuske’) waaruit de ‘tonsieleger’ met de gemeentelijke praam het tonnetje mee kon nemen via het luikje linksonder, en, uiteraard, een schoon tonnetje kon herplaatsen. Uitbundig bloeiende, rode klimrozen maken er een schilderachtig geheel van.
Een foto van de trots poserende mevrouw Marie Palstra-Adema (1916 – 2009) in 2003 voor haar huis aan de Bagijnestraat, het tweede naast dat van Dijkstra. De familie Palstra woonde daar lange tijd. Na een grondige renovatie woont daar nu de familie Van der Werf – Palstra.
De gemeentelijke ‘tonnenophalers’ langszij het stadhuis in 1934. Links Pieter Jorritsma uit de Kerkstraat en rechts Abel Dijkstra (1888 – 1967), de latere brugwachter van de Sint Jansbrug waar hij schuin tegenover woonde in het laatste huis van de Bagijnestraat, nummer 17, met een riant uitzicht op de brug.
Aan het eind van de Bagijnestraat, op nummer 15, zit Sybrand van der Werf behaaglijk in het zonnetje. Een markant bewoner van een markant straatje. Foto van 2013.
Het korte Bagijnestraatje links, met voornamelijk woonhuizen, en rechts de Sint Jansstraat met vele winkels aan het begin van de oorspronkelijk natuurlijke waterloop door de stad. Uiterst rechts is het woongedeelte van de gasfabriek te herkennen, daar waar ook rijksbouwmeester C.H. Peters kort heeft gewoond als directeur van de gasfabriek.

Tenslotte

Als kleurrijke afsluiting van het gedeelte over de Bagijnestraat deze foto uit 1910. Hier is het zicht op de gasfabriek aan de rechterkant helder, evenals links de bocht in het water waar het langs stroomde, om de daar oorspronkelijk liggende oeverwal heen. Op deze natuurlijke ophoging in het landschap werd vanaf een viertal eeuwen voor het begin van de jaartelling een wierde opgeworpen. Daarop ontstond wat later Hockawerth of Hoeckaerd (de wierde op de hoek) genoemd werd: de geboorte van Bolsward..

Willem Haanstra
Bolsward, juli 2024