Het zal wel een tik van mij zijn, maar van de plaats waar ik woon, wil ik graag weten of er ook bekende mensen wonen of gewoond hebben. Met de plaats waar ik het langst heb gewoond, Castricum, was ik trouwens snel klaar. Het rijtje bekende inwoners in Wikipedia levert niet zoveel op. Aan de andere kant, ik heb ook zo’n twintig jaar in Amsterdam gewoond, en toen ben ik maar niet eens begonnen aan een lijstje met bekende inwoners.
De lijst met bekende inwoners van Koudum is in Wikipedia ook niet zo groot en bepaald niet spectaculair. Die lijst begint met Jacob Benckes (1637-1677), een van de belangrijkste zeehelden uit de zeventiende eeuw, al weet de wereld dat nog niet zo goed. Net als onze Koudumer historicus Jan de Vries in zijn boek Verzwegen zeeheld. Jacob Benckes (1637-1677) uit 2018, houd ik de spelling Benckes aan, ook al hebben we in Koudum – en in Leeuwarden, Amersfoort en Willemstad (Curaçao) – een Jacob Binckesstraat. Jacob Benckes zelf schreef zijn naam nu eenmaal met een e en niet met een i.
Benckes werd geboren in Koudum waar hij ook opgroeide. Hij ging als jongen naar zee en verhuisde na zijn trouwen naar Stavoren, waar zijn vrouw vandaan kwam. Hij werd koopvaardijschipper, maar kreeg een succesvolle maritieme carrière toen hij in dienst kwam bij de Admiraliteit van Amsterdam. Jan de Vries maakt in zijn boek heel duidelijk dat Benckes heeft gezorgd voor het opnieuw veroveren van ‘Nieuw-Nederland’ (nu de Amerikaanse staten New York, New Jersey en Delaware) in 1673.
Om politieke redenen kreeg Jan Evertsen echter dat succes op zijn naam. Enkele jaren later ging Benckes met De Ruyter en Tromp op weg naar West-Indië, waar hij in maart 1677 in de Eerste Slag bij Tobago de Fransen versloeg. Toen die in december met versterkingen terugkwamen, kwam Jacob Benckes om door het Franse bombardement op 12 december 1677. ‘Verzwegen zeeheld’ noemt De Vries deze Jacob Benckes, maar zijn boek met die titel was in ieder geval wel het begin van Benckes opwaardering als zeeheld.
Een pagina op de website van Historisch Koudum geeft wat dat betreft de richting aan, net als de positieve recensies op het werk van De Vries dat doen. “Mocht er ooit (weer) een historicus komen die de behoefte heeft de zeehelden van weleer in een lijstje te rangschikken als een soort hitparade, dan verdient Benckes daarin een mooie notering”, schreef een van de recensenten. Tegelijkertijd, en dat is natuurlijk minder fraai, mogen we ook niet uit het oog verliezen dat Benckes een van de laatste vertegenwoordigers is van de agressieve Nederlandse zeemacht uit de zeventiende eeuw en een rol speelde in de slavenhandel.
Al in de inleiding van Verzwegen zeeheld is Jan de Vries daar glashelder over: “Maar er is natuurlijk ook een andere kant. Jacob Benckes heeft als officier in slaven gehandeld en er dus geld mee verdiend. En onder zijn verantwoordelijkheid zijn als gevolg van een gevecht op Tobago tweehonderd slaven op afschuwelijke wijze om het leven gekomen. Al was het destijds voor het merendeel van de Europeanen weinig aanstootgevend, het zijn beschamende feiten waar niemand trots op kan zijn.”
En verderop in het boek laat De Vries ook duidelijk zien dat Benckes inderdaad niet alleen een zeeheld is, maar in onze ogen zeer bedenkelijk heeft gehandeld omdat hij zich bezighield met slavenhandel. Die beschamende feiten, zo voegt Jan de Vries er nog aan toe, maken wel deel uit van de geschiedenis. Dat argument van de geschiedenis gebruikte de gemeente vorig jaar ook om niet de straatnaam Jacob Binckessstraat te willen veranderen.
De gemeente had naar aanleiding van het nationaal Herdenkingsjaar Slavernijverleden (2024) aan het gemeentearchief De Tiid gevraagd onderzoek te doen naar eventueel slavernijverleden van bestuurders van plaatsen in de gemeente Súdwest-Fryslân. Zo kwamen ze ook bij Jacob Benckes. Nee, niet via het boek van Jan de Vries dat ze in Bolsward niet lijken te kennen.
Maar goed, sinds juli 2024 heeft de Jacob Binckesstraat in Koudum een straatnaambordje met een QR-code, dat verwijst naar het slavernijverleden van Benckes. Dat de straatnaam gewoon gebruikt blijft worden, verdedigt de gemeente door te zeggen dat het voor de bewoners zou betekenen dat hun adresgegevens veranderen en de gemeente zegt ook te hechten aan behoud van een stukje cultuur en historie.
Waarom er opeens een streepje staat op het plaatsnaambordje is overigens onduidelijk.
© Jelle van der Meulen