Deze bijdrage is het derde artikel in een serie van vier over wereldburger en schrijfster Aggie van der Meer (1927-2023), die in 2023 op 95-jarige leeftijd overleed. Deze reeks betreft een herhaling.
Sinds Bolsward stedelijke allures vertoont, al ver voor het jaar 1300, hebben velen geschreven over historische onderwerpen van stad en omgeving of over innerlijke roerselen in romans en gedichten. Enkelen torenen, soms ver, boven de middelmaat uit. Ik noem hier slechts drie: Gysbert Japix, Frits van der Meer en Aggie van der Meer.
- Gysbert als grondlegger van de hedendaagse Friese taal.
- Frits, wereldberoemd geleerde, als winnaar van de hoogste letterkundige onderscheiding in het Nederlandse taalgebied, de P. C. Hooft-prijs, 1964.
- En Aggie, in 2019 winnaar van de hoogste onderscheiding op letterkundig terrein in Fryslân, de Gysbert Japicxpriis.
Laten we het in deze rubriek, Blik op Bolsward, eens hebben over Aggie van der Meer.
Haar verdere werk
Sinds 1964 had Aggie zich steeds meer verdiept in het Fries als schrijftaal. Nog geen gemakkelijke opgave voor een stadsfries.
Dat resulteerde heel veel later in haar volgende boek, een ‘balladeske’, dat in 2000 het levenslicht zag: ‘De stêd, it bist, de ingel’, bij uitgeverij Frysk en Frij. Dat werd ten doop gehouden in de Bolswarder raadszaal. De uitgever belde en vroeg of dat mogelijk was, om dat boek van een echte Bolswarder daar te presenteren. Ja, dat kon. Ik haal dit even aan, omdat ik toen, kort, tijdens een welkomstwoord, even memoreerde dat van Aggie al in 1964 een boekje was verschenen. Vele van de aanwezigen wisten dat niet, dachten dat ‘De stêd..’ haar debuut was.
Wel had Aggie al vóór 2000 diverse gedichten geschreven in de litteraire tijdschriften Hjir en Tzum en het digitale Kistwurk.
‘De stêd, it bist, de ingel’ is een merkwaardig episch gedicht, door de dichter, Aggie, een ‘balladeske’ genoemd. In 12 zeer korte hoofdstukken, de maanden van het jaar volgend, haalt ze wereldlijke en religieuze personen aan die, op een wel heel eigenaardige wijze, de stad (Bolsward) een passende invulling verschaffen, van de burgemeester tot het meisje van Blokker en van de bisschop tot de dichter, bijvoorbeeld. Vooral de fascinerende wijze waarop Van der Meer, dan al vaak ongrijpbaar, niet alleen de ‘balladeske’ personen, maar ook de maandelijkse natuurverschijnselen verwoordt, was in deze bundel uit 2000 al kenmerkend voor al het volgende en vele dat Aggie schreef en schrijft.
Na 2000 volgden meer dan 20 werken van Aggie van der Meer. In 2011 kreeg ze de Piter Jellespriis, voor ‘Oerfeart’, zie hiervoor, en in 2019 volgde de Gysbert Japixcpriis, uitgereikt op de wierde waaromheen Bolsward ruim 2000 jaar geleden is ontsproten, in de Sint Maartenskerk, voor haar gehele oeuvre, inclusief ‘It kemiel fan omke romke’…
Het juryrapport zegt het volgende:
‘Aggie van der Meer is geen auteur van dikke boeken. Het wonderbaarlijke zit hem in wat zij in al haar romans en verhalen, maar ook in haar gedichten, aan rijkdom weet te ontvouwen. We zien er alleen maar echte mensen in. Van Friezen, Tsjechen tot Chinezen. Van der Meer kruipt in het hoofd van Roomsen, Calvinisten, Joden, en we voelen met hen allen mee. Hoe dat kan? Het is dankzij Aggie’s sociale, algemeen menselijke pen. Haar werk is caleidoscopisch, alle kleuren komen voorbij, en dankzij haar onnadrukkelijk, natuurlijk-psychologisch schrijverschap begrijpen we veel meer van onszelf, en alle anderen om ons heen.’
Moreel kompas
Aggies jeugd viel voornamelijk in de jaren ’30, een periode waarin ze al vroeg kennis maakte met armoede en standsverschil. Al op de bewaarschool kwam ze voor de sociale vraag te staan: waarom krijgt het ene kind een schitterend en duur cadeau en het andere kind een schamel koekje van Sinterklaas? Een vraag die ze haar verdere leven met zich mee ging dragen. Evenals een ander verschil. Door ‘barmhartigheid’ van nonnen werden kindjes in de klas naar voren gehaald om een warm hemd te krijgen: Aggie kreeg plaatsvervangende schaamte. Hoewel ze heel prettige herinneringen aan haar (meisjes)schooltijd heeft, vroeg ze zich al jong af waarom de nonnen controleerden of een kind ’s morgens wel naar de mis was geweest. Zo niet, dan werd de naam van het betreffende kind op het schoolbord genoteerd.
Aggies morele kompas was derhalve al op jeugdige leeftijd scherp afgesteld, wat haar verdere leven ook zo bleef.
Later, als lid van het (r.k.)schoolbestuur voor vervolgonderwijs stelde ze voor het begrip ‘katholiek’ voor de school af te schaffen. Dat leidde tot veel ophef en interne ruzies, zodat er zelfs een heidesessie aan te pas moest komen: Vinea Domini in Witmarsum was de plek waar de geloofsgemoederen tot bedaren dienden te komen..
© Willem Haanstra
Eerder verschenen in deze artikelenreeks:
https://www.brekt.nl/aggie-van-der-meer-fries-schrijvend-wereldburger-in-bolsward-2/
https://www.brekt.nl/aggie-van-der-meer-fries-schrijvend-wereldburger-in-bolsward-1/