Maar al te vaak wordt, wanneer het over de geschiedenis van Bolsward gaat, de rol van Pater Brugman bij het tot stand komen van het stadboek van 1455 behoorlijk overdreven. Eigenlijk zijn pas de laatste decennia door historici duidelijke vraagtekens gezet bij de invloed die deze geestelijke zou hebben gehad op het boek dat symbool zou staan voor het officieel erkennen van de Friese plaats Bolsward als stad. Uit recente litteratuur blijkt dat de rol praktisch nihil is geweest. De bronnen vermeld ik onderaan het eindartikel.
Bolsward rond 1450
Bolsward had al ver voor 1455 stedelijke allures. Deze werden, voor zover bekend, tot aan 1455 niet bekrachtigd met het opstellen van een keurboek. Daarbij zal deze periode (Friese Vrijheid, waarin geen landsheerlijk gezag gold) een rol hebben gespeeld. In zo een boek stonden de regels en andere voorschriften (keuren) bijeen waaraan de burgerij, en ook de plaatselijke bestuurders, dienden te voldoen om burgerrechten te krijgen en te behouden.
De achterliggende bedoeling was, uiteraard, om met deze regels duidelijk te maken aan de ingezetenen dat aan die wereldlijke regels voldaan moest worden om volwaardig mee te tellen. Ook werd, bijvoorbeeld, vermeld hoe het stadsbestuur was samengesteld en uit welke lagen dat bestond. In dit verband is het goed om op te merken dat vanaf eind 13e eeuw tot ongeveer halverwege de 15e eeuw in Bolsward de invloed van de geestelijkheid zeer groot was. Daarin was Bolsward een uitzondering in het Nederlands gebied. Daarna zal ook hier de wereldse invloed van o.m. de stadshoofdelingen de overhand krijgen, via landadelijke families als de Juwinga’s en de Heerema’s, maar ook via (een elite van) de burgerij: de grootgrondbezitter, de reder en de handelaar in vee.
Zoals gezegd, al veel eerder gold Bolsward als een plaats die in haar uitingen stads was: al in de 11e eeuw bezat ze een eigen munt, in 1331 werd ze al erkend als stad, waarna in 1399 graaf Albrecht van Beieren, tijdelijk heerser over Friesland, Bolsward al duidt met ‘stede en ambt’. De komst, vlak voor 1300, van minderbroeders in de stad en het stichten van een klooster, mag zeker ook gezien worden als erkenning als stad: deze Franciscaner Orde vestigde zich slechts in plaatsen met overduidelijke stedelijke uitstraling.
Daarnaast had Bolsward zich in de late middeleeuwen snel ontwikkeld. Van vooreerst een agrarische centrumplaats in Westergo en Wildinghe (Wonseradeel), daarna tot handelsplaats met overzeese handel tot ver in het Oostzeegebied, en vervolgens weer met agrarische activiteiten als voornaamste bron van inkomsten en de daaruit voortvloeiende bedrijvigheid in het centrum van de stad. De Sint Maartenskerk en haar voorganger waren van deze activiteiten en groei het symbool. Evenals de hernieuwde muntslag in de loop van de late middeleeuwen.
© Willem Haanstra
Eerdere gepubliceerde artikelen zijn: