Door Rob Goedhart
Al eerder schreef ik dat ik de verhuizing van Poiesz in Koudum geen goed plan vind. Daarbij beschreef ik ook dat op het beoogde terrein aan de Tjalke van der Walstraat volgens een ooit door het college en de raad vastgesteld bestemmingsplan de bestemming ‘detailhandel met uitzondering van een supermarkt’ ligt. Ofwel: er mag helemaal geen supermarkt komen daar.
Volgens een concept-beschikking van het college – waarin ze verhuizing zegt goed te keuren – zou het wel kunnen volgens sluipwegen in de wet. Maar dat moet dan goed maatschappelijk onderbouwd worden. En dát heeft het college in de conceptbeschikking niet gedaan. De maatschappelijke onderbouwing heeft zij overgelaten aan…jawel: de Poiesz. En raad eens wat daar uit komt? Volgens de Poiesz is verhuizing onontkoombaar.
De gemeente speelt in het geheel een zeer dubieuze rol.
Ik kan me heel goed voorstellen dat Poiesz – als professionele partij – even een telefoontje naar de gemeente heeft gepleegd voordat het tot aankoop van het stuk grond over ging, waar dus in feite geen supermarkt op mag komen. En Poiesz heeft ongetwijfeld te horen gekregen dat het wel goed zou komen. Want anders zouden ze de grond niet gekocht hebben, toch? Maar hoe kan de gemeente dat doen terwijl het volgens het bestemmingsplan niet kan?
Ach, zei het college in het raadsvoorstel voor ‘planologische instemming in verband met de verhuizing van de Poiesz’ – waarmee zij de raad verder buiten spel zette en zelf mocht gaan beslissen wat er zou gaan gebeuren – : er is slechts ‘een geringe strijd is met het bestemmingsplan’.
Uitsnede uit raadsvoorstel voor raadsvergadering 7 mei 2024.

Dat feit blijkt dus onjuist.
In Koudum zijn er zes gebiedjes, waarop de bestemming ‘detailhandel met uitzondering van een supermarkt’ rust. Ik heb de afdeling communicatie van de gemeente gevraagd waarom dat destijds zo is besloten. Ik heb daar nooit antwoord op gekregen.
Het is echter niet moeilijk om te bedenken dat daarmee een tweeledig doel werd gediend.
- Alleen in de Hoofdstraat zou een supermarkt mogen zijn
- De supermarkt in de Hoofdstraat zou geen concurrentie krijgen; immers: op andere plekken mochten geen supermarkten komen.
Gebied met bestemmingsplanuitkomsten.

Op zichzelf kan ik daarmee leven. Er is een supermarkt in de Hoofdstraat, waarvan ook andere winkels profiteren. Daarmee is de leefbaarheid van Koudum geborgd. Dat er geen andere supermarkt in het dorp bij mag komen is misschien concurrentiematig niet acceptabel, maar in de praktijk valt daarmee als dorpeling te leven. Maar daarmee is ook het belang van de supermarkt gediend.
Wanneer het college de verhuizing toestaat heeft men echter alleen het belang van de supermarkt op het oog. Poiesz blijft dan de enige partij in Koudum met het recht op een supermarkt. Het dan (na verhuizing) ‘voormalige’ pand aan de Hoofdstraat zal nooit verkocht (mogen) worden aan een andere supermarkt; zo heeft Poiesz bepaald. Het belang van het dorp (een levendige Hoofdstraat) wordt daarmee verkwanseld.
Dit is niet een ‘geringe strijd’ met het bestemmingsplan. Dit is het omgooien van een ooit bewust gekozen beleid om Koudum leefbaar te houden!
Dus met de stelling dat er ‘geringe strijd is met het bestemmingsplan’ is, is de raad misleid.
De gemeenteraadsfractie van Mooi SWF informeerde schriftelijk naar de stand van zaken bij de al dan niet verhuizing van de Poiesz.
In haar antwoorden suggereerde het college dat die verhuizing wel goed zou komen en dat ‘Koudum’ daarmee kon leven. Immers, er waren al gesprekken geweest van de werkgroep van Dorpsbelangen en Ondernemersvereniging met een ondernemer, die heel graag het huidige pand van Poiesz wil gaan betrekken. Zo stelde het college. En in het kader van ‘vitale kernenbeleid’ zou er als pilot over Koudum een onderzoek gaan komen (in overleg met de Ondernemersvereniging en Dorpsbelangen) hoe – na vertrek van de Poiesz – de kern leefbaar zou kunnen blijven c.q. gemaakt zou kunnen worden.
Uitsnede uit antwoorden college aan fractie Mooi SWF.

Ook deze antwoorden zijn (deels) onjuist.
Navraag leert dat er helemaal nog geen gesprek met de ondernemer is geweest. Dat schijnt nu half mei wel te gaan gebeuren. Maar puur omdat in eerdere gesprekken is gesuggereerd: “ga nu eens praten met die ondernemer”. De werkgroep van mensen uit Dorpsbelangen en Ondernemersvereniging willen daarmee absoluut niet de suggestie wekken akkoord te zijn met de verhuizing van de supermarkt naar de Tjalke van der Walstraat.
Er is inderdaad een onderzoek aangeboden naar de leefbaarheid van Koudum (‘na verhuizing van de Poiesz’). Maar dat heeft ‘Koudum’ nog even van zich afgehouden. Want ook daarmee zou de suggestie gewekt worden dat het dorp akkoord is met deze ingrijpende gebeurtenis.
Het is jammer dat het college er zo in staat. Thuis noemen we dat ‘liegen en bedriegen’. Maar die woorden wil ik in dit verband niet in de mond nemen…