Categorieën
Bolsward Ethiek Fryslân Geschiedenis Godsdienst Niet gecategoriseerd Súdwest

De wereldvreemde jeugd van Titus Brandsma (4)

’t Is donker, druilerig en koud op die vroege ochtend van woensdag 23 februari van het jaar 1881. Het is half vijf in de ochtend en op een stelpboerderij in de oude gemeente Wonseradeel komt een jongetje ter wereld. De wereldse naam wordt Anno Sjoerd.

Op 15 mei 2022 werd Anno Sjoerd, als Titus Brandsma, met negen anderen, door paus Franciscus heilig verklaard tijdens een mis op het Sint-Pietersplein te Rome. Een zeer bijzondere gebeurtenis in de Friese rooms-katholieke wereld.

De Sint Martinuskerk

Als er één kerk genoemd mag worden als innig verbonden met de Brandsma’s dan is dat wel het uit 1850 daterende Waterstaatskerkje van architect Molkenboer. Het verrees op de plek van een katholiek schuilkerkje dat daar stond. Het kerkje werd ook Mijnherenkerk genoemd, want aanvankelijk gewijd aan de Wereldheren, of later Boerenkerk, omdat veel boeren ten noorden en oosten van de stad hier geacht werden ter kerke te gaan.

Toen Anno Sjoerd gedoopt werd, een ietwat gehaast gebeuren, gebeurde dat door de Franciscaner pastoor Cornelius van Hout. Franciscaan, omdat het kerkje pas was gewisseld van orde: de Minderbroeders losten de Wereldheren af.

Bijzonder dat kerkje. Allereerst omdat de Brandsma’s hier alle zon- en feestdagen, maar ook doordeweeks de diensten bezochten. Dat ging als volgt. Het hele gezin werd genesteld in de boerensjees. Getrokken door twee paarden. Vader als koetsier, onder de overkapping; dicht opeen, de rest van de familie. Een ooggetuige verklaarde dat het steevast de gewoonte was dat onderweg met de rozenkrans gebeden werd tot Maria, hetgeen een grote indruk op de jonge Anno moet hebben gemaakt: Moeder Maria…

Over nog onverharde kerkenpaden bereikte de houten kar de bebouwde rand van Bolsward, vlak voor de Snekerpoort. Daar was een uitspanning gevestigd, op de plek van de latere Groene Weide, waar de sjees werd gestald. Vervolgens liep het gezin, vader en moeder voorop, plechtig via de toenmalige Dijk, langs de Snorkstraat en de Grote Dijlakker, naar het Sint Martinuskerkje, schuin tegenover de imposante gothische Sint Maartenskerk. In volle overgave lieten de Brandsma’s de mis op zich inwerken. Opvallend, voor die tijd zeker, was dat vader Titus weigerde plaats te nemen op de rij met kerkbestuurders en andere notabelen, zoals de gewoonte was: hij bleef, tot aan 1920, naast zijn vrouw plaatsnemen!

Zeer vermeldenswaard is dat de beide broers, Anno, dan Titus geheten, en Hendrik, dan Henricus, beiden hun eerste mis opdienden in deze, je zou bijna zeggen, familiekerk. Titus, als Carmeliet, in 1905 en Henricus, als Franciscaan, in 1909.

Gelet op de band tussen Titus en de Sint Martinuskerk zou het bijzonder passend zijn geweest om een zo mogelijk compleet en overzichtelijk Titus Brandsma Museum te vestigen op deze plek, met ook de voorwerpen die elders ondergebracht zijn hier opgesteld. Het stadhuis als Museum, zoals nu het geval, is een ietwat merkwaardige combinatie: de band van Titus Brandsma met de wereldlijke gemeente is een kunstmatige!

© Willem Haanstra

Eerdere delen uit deze serie zijn:

https://www.brekt.nl/de-wereldvreemde-jeugd-van-titus-brandsma-2/
https://www.brekt.nl/de-wereldvreemde-jeugd-van-titus-brandsma-1/