Categorieën
Poëzie

gedicht: GESCHIEDENIS

‘k Heb in de geschiedenis mijn thuis gevonden.
Oorlog, verraad, moord, kerker en schavot,
’t was mij volmaakt vertrouwd, en ik schreef vlot
van stumperds die hun tijd niet meer verstonden,

van ballingen, die enkel mokken konden,
of hópen – tot hun vijand’s koele spot.
Mij boeide nooit zozeer ’t persoonlijk lot,
als hoe tijddraden zich vervlochten en ontwonden.

In dat groot weefsel zich een steek te weten,
is troostrijk. ’t Eigen ongeval wordt klein,
wanneer men met die wereldmaat gaat meten.
Bewondering doet angst en pijn vergeten.
Hoe groots ’t patroon! hoe zeker, dat de lijn
die neergaat, straks weer rijzende zal zijn!

Pieter Geijl (1887-1966)