Laurens bezocht het openbare schooltje in de Kerkstraat. De familie Ten Cate woonde immers aan de Jongemastraat, ten noorden van de tramrails die besliste welke openbare school, er waren er destijds twee, bezocht diende te worden. Nauwelijks twee meter voor hun huis langs tufte de stoomtram over die rails…
Na de lagere school bezocht Laurens het Stedelijk Magister Alvinus-gymnasium in Sneek. Ongeveer twintig jaar eerder was de bekende Bolswarder Frits van der Meer daar eveneens leerling. Een elitaire school waar sterk de nadruk lag op bêta-beroepen, maar waar Laurens in zijn examenjaar als enige afstudeerde in de alpha-vakken. Het was met name zijn moeder die er zeer op aandrong die school te bezoeken en om vervolgens een ‘goede’ studie te kiezen. Die moederlijke boodschap zal invloed hebben gehad op zijn ambivalente studentenhouding tijdens
de Tweede Wereldoorlog.
In 1941 ging Laurens, na een kortstondig avontuur op een Engelse kostschool en een even kortstondige studie Nederlands in Utrecht, aan de slag als student in de Rechten. De Duitse bezetter eiste van studenten al spoedig een loyaliteitsverklaring. Velen weigerden die te ondertekenen, Laurens deed dat wel, in april 1943…
Deze kwestie zal hem zijn leven lang blijven achtervolgen, zelf sprak hij er liever niet over. Een verklaring voor zijn houding kan zijn om zijn ouders, met name zijn moeder, niet te hoeven teleurstellen door zijn studie af te breken. Maar dat gebeurde uiteindelijk toch: hij schreef zich niet meer in voor een nieuw studiejaar. Het mag duidelijk zijn dat Laurens zeker niet tekende, omdat hij achter de nazi-ideeën stond. Onduidelijk is of invloeden vanuit zijn studentenomgeving eventueel bepalend waren voor zijn genomen besluit.
Hij verliet Utrecht en ging korte tijd bij zijn ouders in Bolsward wonen. Zijn handtekening stond echter wel onder die loyaliteitsverklaring, waardoor hij ieder moment gearresteerd dan wel tewerkgesteld kon worden. Laurens dook vervolgens onder bij de familie Michiel Galema, nabij Blauwhuis en kennissen van zijn vader.
Het leek alsof Laurens vlak na de bevrijding even de kluts kwijt was. Hij meende dat hij als vrijwilliger mee kon helpen in Oost-Indië en tekende voor de Oost… De handtekening onder de verbintenis daartoe kon met grote moeite teniet worden gedaan. Na twee keer min of meer onbezonnen een verkeerde handtekening te hebben gezet, koos hij daarna voor de journalistiek. Zijn moeder was erg teleurgesteld. Ze zag niets in dat vak, liet hem dat ook duidelijk merken, maar Laurens ten Cate belandde toch in de wereld van de media.
Een grootse en lange carrière volgde, in de journalistiek en de politiek. Hij vertrok met zijn eerste grote liefde, Dietje Maria Bos (Sneek 1923 – Beetsterzwaag 2021 en beeldend kunstenaar), met wie hij huwde, naar Amsterdam.
Na de bevrijding besloot Ten Cate niet opnieuw te gaan studeren, bang als
hij was voor een zuiveringsproces. Zijn eerste, voorzichtige, stappen in de
krantenwereld deed hij als leerling-journalist bij het (Vrije) Volk. Hij volgde
daartoe een scholingscursus bij de Sneker zionist Sam de Wolff. Hij viel al
spoedig op als een buitengewoon talentvol verslaggever. Zo was hij degene die een oorlogsmisdadiger, Zwart Front leider Arnold Meijer, wist op te sporen. Hij kwam vervolgens, 1952, bij de Friese Koerier terecht, waar hij mensen als Hylke Speerstra, Rink van der Velde en Fedde Schurer als collegae had. Deze krant was een links dagblad, voortgekomen uit de verzetskrant de Heerenveense Koerier. In 1963 volgde Laurens Fedde Schurer op als hoofdredacteur.
Vervolgens fuseerde de Koerier met de Leeuwarder Courant (1 november 1969), waar Ten Cate een van de drie hoofdredacteuren werd. Hij mag als degene worden genoemd die deze fusie, tactisch vooral, heeft bewerkstelligd. Hij viel landelijk op als een subliem commentator in de hoofdredactionele stukken in de krant, zoals dat ook al het geval was tijdens zijn werk bij de Friese Koerier. Kenmerkend was, naast zijn taalgevoelige stijl, de heldere en uitmuntende inhoud van zijn bijdragen, duidelijk geschreven en vanuit een vastomlijnde maatschappelijke ideologie.
© Willem Haanstra