Ga aan mij voorbij met straf,
een onheilspellende boodschap,
de krakende driewieler van het kind,
het kapitalisme van het kwaad.
Boodschappenlijstjes van gister,
de opsommingen van oom Niels,
de kletspraat van de coach,
een smoes van puber Fred.
Vertel over ’t rusten op lauweren,
dansen op het plein,
de geslaagde operatie van Bep,
geboekte winst in het verhaal.
Zeg me waar de volle flessen staan,
dat je gulle lach nooit verdwijnt,
overdrijf gerust de waarheid
in stralende zon en schemerlicht.
Wiebe Dooper