Op 30 oktober 1965 schreef Godfried Bomans in de Volkskrant over zijn bezoek aan Tielt in West-Vlaanderen (Werken IV, 162: Ereburger van Tielt). Hij beschreef het optreden van de Brugse Lijsterkelen, de Gentse Nachtegalen, de voordracht over Napoleon, het optreden van harmonie Vreugd voor Allen en van de heer Karel Soetaert. “Het enige nieuwe na de pauze ben ik. De reden van mijn komst is, dat ik benoemd ben tot ereburger van Tielt. Men moet daar niet te hoog tegenaan kijken en ik zeg het ook met gepaste bescheidenheid. Er zijn zoveel mensen in Vlaanderen ereburger van een of andere gemeente, dat de weinigen die het niet zijn met een zekere eerbied worden behandeld wegens hun vastheid van karakter en onbuigzame inborst. Men dient daar natuurlijk wel wat bij te zeggen. Oorspronkelijk was ik van plan te spreken over de verbondenheid van Noord-Nederland met Vlaanderen, een onderwerp dat er altijd weer in gaat omdat er zo weinig aan gedaan wordt. Bij nader inzien deed ik dit niet. Zoals de meeste onderwerpen waar bijna niets in zit vraagt het een uitvoerige behandeling en het was al ver over middernacht. Ik heb toen dit stukje maar voorgelezen. Het applaus droeg een aarzelend karakter.”
Deze bijdrage is geplaatst met toestemming van de beheerders van Facebookpagina Godfried Bomans Genootschap. WD