Ik ben de overlevende.
Mijn wild en weelderig, mijn groen gebladerte
geraakt ontkroond;
het gulden boek der liefde raakt beschadigd,
het wild wordt in de weiden afgeslacht,
de reeën aangerand en uitgeroeid;
het gras komt moeilijk en slechts
met haken en ogen overeind,
geraakt vertrapt onder het handgemeen.
De vrees kruipt als een kever met de ouderdom
over mijn huid.
Jan de Roek (1941-1971)
Foto © Gerda Bijker-Bos