Openbaarheid is niet hetzelfde als ‘volledige transparantie.
Door J.Th.J. van den Berg op Parlement.com
De parlementaire democratie berust op drie essentiële pijlers, die tegelijk met elkaar op gespannen voet verkeren. Vanouds is openbaarheid het grondbeginsel van het parlementaire stelsel; dat was het al voordat het parlementaire stelsel was ontstaan. Maar, parlementaire besluitvorming staat of valt evenzeer met de ministeriële verantwoordelijkheid, de plicht van de bestuurder om verantwoording af te leggen van het eigen handelen en dat van de aan zijn gezag onderworpen ambtenaren. Ten slotte is de parlementaire besluitvorming afhankelijk van het vertrouwen dat er bestaat tussen regering en parlement.
Dat die drie het karakter bepalen van de democratie zal niemand bestrijden. Minder voor de hand ligt het besef dat tussen die pijlers spanning kan ontstaan en ook dat door de tijd heen het zwaartepunt zich een paar keer tussen de pijlers heeft verplaatst1). Thorbecke was een groot pleitbezorger van de openbaarheid van bestuur maar geen aanhanger van het vertrouwensbeginsel. Het zou de regering te afhankelijk maken van de macht van het parlement.
Toen politieke partijen het verkeer tussen regering en parlement gingen bepalen, vanaf het eind van de negentiende eeuw, werd juist de vertrouwensrelatie tussen minister en Kamermeerderheid doorslaggevend. De verantwoording verschoof bovendien van individuele ministers naar het kabinetscollectief. Dat ging ten dele ten koste van openbaarheid en van systematische verantwoording.
Leest u verder via:
https://www.parlement.com/id/vmh49gr5edu2/gelakt_en_ongelakt