Categorieën
Poëzie

EEUWIGHEID

Dromend van een wereld
waar tijd en ruimte niet om
aandacht vragen,
maar tot stof vervagen.
Neemt ze mij mee in haar
vlucht, beloftes smelten
voordat ze uitgesproken zijn.
Ik laaf me aan haar warmte.

Zwevend op vleugels van
hartstocht, delen we ruïnes van
landen die we nooit bezochten.
Het maakt niet uit, in wolken
van en oceanen vol liefde is
nog nooit iemand verdronken.

Dwalende ongevraagde
raadgevers vertroebelden onze
levenslust, ongemerkt dreven
wij op de getijdenstroom van onze
onuitgesproken emoties uiteen.

Mijn omfloerste stem verdwijnt
in ruimte en tijd voor een ieder
zichtbaar, maar niemand luistert.
Ik schraap de letters van de muur
leg ze met liefde in het stof,
laat ze stollen tot in eeuwigheid.

© Marten Visser.