In de loop van vele eeuwen hebben zich straten en straatjes, pleinen en steegjes gevormd in de oude Bolswarder binnenstad. Oorspronkelijk langs de natuurlijke waterloop waaraan de latere stad ontstaan is (nog te herkennen aan het water langs Dijlakker en Marktstraat), later ook op en langs andere oeverwallen en kwelderruggen, aangevuld met opgeworpen wierden. En die straten, stegen en pleinen kregen namen. Eerst met die vanuit de ‘volksmond’, soms al genoemd op onze oudste stadsplattegronden. Later, na 1851, werden ze officieel vastgelegd door het plaatselijke bestuur.
We lopen deze straatnamen, kort en op alfabetische volgorde, langs en trachten de geschiedenis ervan en wat achter die namen schuilgaat, te ontdekken. Oude foto’s, meest uit de collectie van Tonnie Siemonsma, begeleiden de teksten.
7. Broerestraat
Het straatje, op dit kaartje naast het water in het midden ervan, lopend van de Snekerpoort tot aan de Dijlakker en onderbroken door de dwars erop staande Kerkstraat, kent de naam Broerestraat. Deze naam zal duidelijk zijn: een straat vernoemd naar het Broereklooster. Met dat klooster (kloosterkerk, voorliggend kerkhof, plus bijgebouwen en tuin), beheerd door de Franciscaner Minderbroeders, kreeg de stad Bolsward het eerste van een drietal kloosters. De huidige wereldse kloosterkerk, de met een glazen dakconstructie bedekte Broerekerkruïne, mag het oudste gebouw van de stad genoemd worden. Het is in delen vlak voor en na 1300 gebouwd. De bijgebouwen zijn verdwenen, slachtoffer van brand, verwoesting en afbraak.
Deze Broerestraat wordt op oude stadsplattegronden deels (voor het westelijke deel) Snor(c)kstraat genoemd. Het zal een verbastering zijn van de oorspronkelijke naam Snorstraat, met het zelfstandig naamwoord ‘snor’. Dan zijn er twee verklaringen mogelijk. ‘Snor’ kent de oude betekenis van ‘wagen’. Er kan een wagenmaker gewoond hebben of het straatje was zo breed (gemaakt) dat een wagen er de ruimte had om te passeren.
Een andere mogelijkheid kan zijn dat de oorspronkelijke betekenis van snor, snuit, neus, daar als overtreffende trap was bedoeld in de betekenis van ‘snorken’ en afgeleid is van het werkwoord opscheppen, pochen. Blijft dan de vraag waar men met deze betekenis op gedoeld heeft.
Hoe dan ook, het straatje kent een boeiende geschiedenis.
Wellicht goed er wat uitgebreider op in te gaan, met vele foto’s.
Van winkel tot woning
Na de Tweede Wereldoorlog verdwenen de talrijke winkeltjes die de straat lang kende geleidelijk aan: tabakswinkeltjes (3!), een kruidenierszaak, een snoepwinkeltje, groentewinkels, een boekwinkel, een manufacturenhandel en een schoenenwinkel, hoewel die officieel aan de Kleine Dijlakker stond. Vele middenstanders verdwenen er. Ook was er lange tijd een garage gevestigd, meest bekend onder de naam C.P. de Jager. Deze zijn alle in de loop der tijd vervangen door woonhuizen. En waar het rooms-katholieke Sint Vincentiusgebouw, wat achteraf gelegen, stond, is nu een parkeerplaats aanwezig.
De straat kende ook enkele bijzondere gebouwen. Enige aandacht daarvoor lijkt me op zijn plaats. De Broerestraat kan ook in verband worden gebracht met personen die er woonden of er anderszins gebruik van maakten. Ik laat het bij twee markante personen, Gysbert Japix en Titus Brandsma.
Gysbert Japix
In het boek ‘De Beul van Bolsward’ heb ik al het een en ander uiteengezet over de huizen waar deze grote Friese dichter en taalkundig grondlegger van het hedendaagse Fries in Bolsward heeft gewoond.
Het geboortehuis van deze dichter was het pand aan de tegenwoordige Wipstraat 6.
Na een kortstondig vertrek uit Bolsward (o.a. naar Witmarsum) komt in 1635 Gysbert terug naar Bolsward. Wellicht heeft hij eerst, tot aan zijn huwelijk met Sijcke, bij zijn ouders aan de Wipstraat ingewoond. In 1637 kunnen we het een jaar eerder getrouwde jonge paar terugvinden op de Broerestraat, aan de westkant ervan (Snorstraat, dus). Waar precies is onduidelijk. Het was in ieder geval heel dicht bij zijn werk, aan de school over het grachtje tussen Broere- en Kapelstraat in.
Kapelle der Mirakelen
In 1646 wordt Gysbert gesignaleerd in een dubbele woning, gelegen tussen de Kerkstraat en de Kleine Dijlakker. De familie Japix deelt dit dubbele huis, ‘staende metten eendt inde kerckstraat ende met het ander op d’Cleyne Dilacker’, met de stadsbode.
Daarna, in ieder geval vóór 1652, komt het gezin te wonen op het adres Broerestraat 14. Daar zullen ze blijven tot 1657. Waarschijnlijk hebben ze daar ook een winkeltje in stoffen gehad. Bloemen- en kruidenverkoop kan eveneens in dat winkeltje hebben plaatsgevonden, gelet op bewaard gebleven rekeningen. De diepe tuin was zeker geschikt om bloemen en kruiden te kweken.
De handel in stof en kruid bleef ook bestaan toen Gysbert begin 1657 verhuisde naar het naastliggende pand, nummer 15, op de Broerestraat. De tuin van het pand Broerestraat 14 heeft nog steeds de oorspronkelijke kadastergrootte. Die van Broerestraat 15 heeft aan de achterkant ruimte ingeleverd. De tuinen werden aan de achterkant begrensd door een doorlopend grachtje tot achter Het Weeshuis. Het was een aftakking van de gracht aan de Kampen, dat de Kampen kruiste en, met een knik, aan de oostkant tot aan het Hoog Bolwerk doorliep. Zie het kaartje bovenaan.
Als laatste, bekende, verblijfplaats geldt een huis staande aan de Hoogstraat. Dat betrokken zij in 1661. De woning was eigendom van ds. Feico Oedsonius. Of, beter gezegd, van de vrouw van Feico, de in Bolsward geboren Sjuke Gerrits Fogelsangh. Zij bezat op ‘’t Hoog’ een huis. Gysbert huurde dat tegen een bedrag van fl. 70,= per jaar. Daar zijn in 1666, kort na elkaar, overleden Gysbert, Sijcke en Salves, de zoon en arts.
Titus Brandsma
Een ander bijzonder persoon zal ook heel vaak van deze Broerestraat gebruik gemaakt hebben: Titus Brandsma, geboren 23 februari 1881 op Ugoklooster, even buiten Bolsward in de toenmalige gemeente Wonseradeel, en overleden op 26 juli 1942 in kamp Dachau, en Heilig verklaard op 15 mei 2022.
Praktisch elke ochtend ging het gezin per sjees naar de Sint Martinuskerk aan de Grote Dijlakker. De redelijk korte afstand van Ugoklooster naar Bolsward eindigde met het stallen van paard en sjees bij een uitspanning vlak voor de Snekerpoortsbrug, net buiten de stadsgracht. Het was de plek waar nu horecagelegenheid De Groene Weide is gevestigd. Vervolgens liep het gezin over de Snekerpoort, destijds De Dijk, de Broerestraat en een gedeelte van de Dijlakker naar genoemde, toen nog pas gebouwde (1850 in gebruik genomen), kerk. Titus zal dus duizenden malen over de Broerestraat gewandeld hebben. Een latere Carmeliet en Heilige, die als kind onnoemelijk vaak door een straat liep die genoemd is naar de Franciscaner monniken.
Huizen en personen van de Broerestraat
Als afsluiting van deze bijdrage een fotoreeks van woningen en winkels aan deze bijzondere Bolswarder straat.
Dan zijn we aangekomen bij de laatste drie panden aan de Broerestraat, in 2006. De beide huizen, nummers 14 en 15, waren, zoals eerder vermeld, woonhuizen van de dichter Gysbert Japix. Het pand nummer 14 is door de familie Boersma veranderd in een bijzonder fraaie en passende woning met klokgevel. Het was lange tijd eigendom van de familie IJpma. Nummer 15 heeft nog hetzelfde, goed onderhouden, aangezicht als ten tijde van de bouw, even voor 1900. Het nu afgebroken witte pand, nummer 16, op de hoek van Broerestraat en Kleine Kampen, is vervangen door een statig, eigentijds hoekpand in praktische stijl, met fraai souterrain.