Categorieën
Columns Taal

DOE MAAR TROTS, DAN DOE JE AL GEWOON GENOEG!

Al langer dan een handvol jaren in de eenentwintigste eeuw mag je vaak trots zijn op jezelf. Overal kom je het tegen. In de vorige eeuw gaat dan even anders en ook weer niet.

Als een kind in de huidige tijd een zwemdiploma haalt, is de hele familie trots. Oma, opa, mama en paps vieren het feestje van het behaalde diploma mee. Dit trots zijn is zonder meer goedbedoeld, maar door het vele gebruik is de betekenis flets geworden. Daar hoeven we eventjes niet trots op te zijn.

Sportcoaches zijn bijna altijd trots. Als er een overwinning wordt behaald, is de coach trots op zijn team. De aanval anticipeerde immers uitstekend op beweeglijke middenvelders, waardoor de 3-0 tot stand kwam. En, indien het team al dan niet terecht verliest, is de coach trots op de geleverde inzet.

Generaties, geboren en getogen in de twintigste eeuw, groeiden op met de zegswijze: Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg! Het sluit aan bij de Nederlandse volksaard om je kop niet boven het maaiveld uit te steken, dus vooral niet opvallen.

Als je in de jaren vijftig, de tijd van de wederopbouw, aan tafel van een groot gezin verkondigde, dat je trots was op een behaalde voldoende voor aardrijkskunde, kreeg je van moeder of vader te horen dat je niet op mocht scheppen. En misschien was bij het behalen van dat cijfer wel een portie geluk komen kijken.

Dus vroeger gold: Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg!

Anno 2024 mag je aan tafel gerust zeggen, dat je trots bent op een voldoende. Ook in het geval van een onvoldoende, omdat fouten maken mag.

Tegenwoordig geldt: Doe maar trots, dan doe je al gewoon genoeg!

Wiebe Dooper