Door Siebren de Ringh
Ik schrijf hier alleen nog iets als er in mijn denken een wezenlijk nieuw inzicht is ontstaan.
Dat inzicht gaat deze keer over het denken zelf. De denkwereld waar in je oneindig ver kan reizen. Want met elke nieuwe gedachte wordt de ruimte groter. Je kan alles telkens opnieuw bekijken en alle voorgaande inzichten ter discussie stellen en aan de kant vegen op zoek naar het grote begrip van het alles.
Maar er is één gruwelijk groot maar geraffineerd en daardoor bijna onzichtbaar probleem met denken. Een probleem wat nog veel erger is dan onze per definitie fragmentarische blik op zaken en de misvatting dat onze eigen visie op de zaak niet minder is dan de zuiverste onomstootbare logica.
Was dat het maar, dan was het maar half zo erg.
Het gaat erom dat onze wereld van denken zweeft in een oneindig veel keren groter universum waar onze logica geen enkele grip heeft. Het is de scheidslijn van de wereld van het denken naar het universum van het geloven. Waar het redeneren van hoe het zit overgaat naar de keuze dat je aanneemt dat het zo is en dat je daar blind op gaat vertrouwen. Het is de stap van eerst zien en dan geloven van eerst geloven en dan zien.
Het is het universum van de overgave aan dat wat de mensheid voortstuwt in alles wat ze doet en de eerste oorzaak is van alle dingen. Waar de bron en de bestemming dezelfde plek zijn en waar het gisteren en morgen dezelfde dag is als vandaag.
Het is de ruimte waar denken niet meer dan het speelgoed is van de aarde georiënteerde en soms ijdele mens.
De mens die gevangen is in een oneindig pakhuis waar elk ogenblik van de dag nieuwe pakketten uit de stampende denkfabriek worden afgeleverd. De mens die met zijn of haar huizen hoge intellect nog geen eens weet heeft van het bestaan van de nooduitgang, laat staan deze er door durft te ontsnappen.
Het is de mens die zichzelf niet gelukkig kan denken.
© Siebren de Ringh