Wie in Fryslân een stad of dorp binnenrijdt, leest op de plaatsnaamborden aan het begin van de bebouwde kom de Nederlandse en dikwijls ook de Friese naam ervan. Zo ook bij de invalswegen van Bolsward. Boven het verkeersbord waarop de 30-kilometerzone wordt aangegeven, staan drie namen die passend zouden moeten zijn voor de stad die je inrijdt, dan wel inloopt: Bolsward, Boalsert en Hanzestad, met dubbelkoppige adelaar. En als gemeente Súdwest-Fryslân. Er valt, historisch en taalkundig bekeken, heel wat af te dingen op al deze namen.
Discussie over naamgeving van plaatsnamen in Fryslân vond al vaak en nog steeds regelmatig plaats. Denk aan Staveren naast Stavoren. Zo ook over de ‘Friese’ naam voor Bolsward, Boalsert. In diverse artikelen en boeken heb ik aangegeven dat, en waarom, de naam Boalsert oneigenlijk gebruikt wordt, naast Bolsward. Als je echter maar lang genoeg namen visueel handhaaft, dan wel gebruikt in het officiële schriftelijke verkeer, raak je eraan gewend en accepteer je al snel die schrijfwijzen.
Hetzelfde is er aan de hand met de hier genoemde namen op het bovenstaande bord. Laten we eerst (nog) maar eens kijken naar ‘Boalsert’, als door de voormalige gemeente Bolsward vastgesteld en daarmee officieel geworden.
De route tot totstandkoming van deze naam is zowel een interessante als hoogst verbazingwekkende geweest. Een heel gekke route, in feite, langs sluipweggetjes, via dwaalsporen en doodlopende wegen, tot gemakzuchtig handelen. Kortom, er blijkt fout op fout gestapeld.
De eerste geschreven naam voor de huidige stad Bolsward komen we tegen op munten, geslagen in de 11e eeuw. Tussen 1050 en 1500 werden Bolswarder munten geslagen, waarop echter nooit de naam Boalsert voorkomt. Wel heel veel andere namen, die taalkundig goed te verklaren zijn: een ‘werd’, wierde, met als voorvoegsel een vorm met tweede naamval (bezittelijk) van de naam Bodil in allerlei varianten. Door die tweede naamvals-s ligt het voor de hand dat deze voorvoegsels een persoonsnaam aanduiden, geen werkwoordsvorm: de wierde waarop iemand woonde die Bodele, of een afgeleide vorm daarvan, genoemd werd. En zeker geen werkwoordsvorm zoals ‘handelen’.
Bodele, Bodil e.d., werden tot Boele en daarvan afgeleide persoonsnamen, waaruit uiteindelijk de verhollandste, en licht Latijnse naam Bolsward voortkomt. Ik telde in de loop der tijd meer dan 150 varianten van de naam, met als oervorm Bodliswert.
Nooit echter valt de naam Boalsert te lezen.
Die naam verschijnt voor het eerst in het dichterlijke werk van Gysbert Japix, dan als Bôalsert. Inderdaad, met een ô! Ook maakt Gysbert overigens gebruik van de vorm Bolsert. Het mag duidelijk zijn dat Gysbert Japix deze naam als dichterlijke woordklank (welke is niet na te gaan) gekozen heeft en niet als een historische duiding. Daarom zou het ‘dakje’ op de o (een circonflexe) in Bôalsert bedoeld kunnen zijn als klankinterpretatie. Een dichterlijke vrijheid, dus.
Enkele eeuwen gaan voorbij waarin de naam Boalsert niet gebruikt wordt. Opeens, het is 1822, lezen we in ‘De Lapekoer’ van Eeltje Halbertsma, groot bewonderaar van Gysbert, de naam Boalset. Zijn vrouw is afkomstig van Bolsward. Verder blijft het stil. Hier en daar valt, in navolging van Halbertsma, nog Boalsert of Boalset te lezen.
© Willem Haanstra