Door een medewerker van Liwwadders
De eerste rechtstreekse verkiezingen voor het Europees parlement vonden plaats in 1979. Dit jaar vierden we een jubileum, voor de 10e keer naar de Europese stembus. Erg feestelijk verliep het jubileum niet: de opkomst bleef weer ruim onder de 50% steken. De politieke partijen slagen er slecht in de bevolking goed te informeren en mobiliseren.
Daarbij verschuift het perspectief. In 1979 kwam in Leeuwarden 64% van de kiezers naar het stemhokje. Landelijk was dat toen 58%. Het Europese gemiddelde bedroeg in dat jaar 55%. Cijfers die nu lang niet gehaald worden. Toch brak men destijds al de staf over de – in vergelijking met landelijke verkiezingen – magere opkomst.
Hoofdredacteur Noordmans
Noordmans schreef als hoofdredacteur van de LC: ‘De thuisblijvers vormen de grootste partij in de Europese Gemeenschap. Tot deze trieste conclusie moet men komen ….” .
De LC constateerde ook dat de Fries Anne Vondeling – als aanvoerder van de sociaal-democraten – een brok moest wegslikken. Zijn partij werd niet de grootste in Nederland. Partijgenoot Den Uyl kapittelde met name de Engelse socialisten: de schare thuisblijvers was daar ongekend. De Britse voorkeur voor het isolement was onder de Engelse arbeiders wijd verbreid.
Lage opkomst tast legitimiteit aan
De opkomst bij de Europese verkiezingen is sindsdien bij voortduring gekelderd. Met de cijfers van 1979 zou het gejuich nu haast niet van de lucht zijn. Ook Leeuwarden bewoog zich gewillig mee in de neerwaartse trend. Na de 64% in de gemeente Leeuwarden in 1979 volgde 55% in 1984, 51% in 1989, 39% in 1994, 35% in 1999, dan een knikje opwaarts naar 40% in 2004, om weer te dalen tot 37% in 2009, gevolgd door twee kleine oplevingen, 39% in 2014 en 41 % in 2019.
De opkomst in Leeuwarden was dit jaar 45,5%. Sommigen vinden dat een aardig herstel. In feite lijkt het vooral een dikke motie van wantrouwen. De thuisblijvers zijn veruit de grootste partij. De legitimiteit is in het geding. Alleen herinvoering van de opkomstplicht zou een definitieve verbetering op kunnen leveren.
Radicale voorstellen, bijvoorbeeld alleen 45% van de beschikbare zetels invullen, of de onbestemde 55% van de zetels laten innemen door figuren, die bij loting worden aangewezen, dat zal helaas een brug te ver zijn.
Nederland had bij de jongste verkiezingen 25 zetels te verdelen. Een schijntje op het geheel van de maar liefst 720 zetels die het Europees parlement telt. Toch zijn er optimisten die vinden dat Nederland in Europa veel kan betekenen. Terwijl de vertegenwoordigers van de grote landen uiteraard de dienst uitmaken. Er mag aan herinnerd worden dat de kleinere Europese Gemeenschap in het startjaar van de verkiezingen in 1979 het nog moest doen met 410 parlementariërs. Ook al een hele boel, je zal het maar moeten managen.
Verkiezingen van de tweede orde
De Europese verkiezingen worden wel aangemerkt als verkiezingen van de tweede orde. Kiezers bepalen hun stem niet alleen op basis van opvattingen over de Europese politiek, maar vooral op hoe ze denken over de stand van zaken in Nederland. De wat hogere opkomst dit jaar heeft vermoedelijk te maken met de spanningen in de Nederlandse politiek, met name na de ongekende overwinning van Geert Wilders van de PVV vorig jaar november. Gevolgd door de moeizame pogingen een kabinet te formeren, waarin aan de uitslag recht wordt gedaan.
De Europese verkiezingen kregen daardoor vooral het karakter van een tweestrijd tussen PVV en GroenLinks/PvdA. Wie wordt de grootste. Dat eindigde met een overwinning voor links, althans zo werd het resultaat door de aanhangers gevierd. Terwijl deze linkse combinatie toch een zetel verloor vergeleken met 2019 (van 9 naar 8) De logica van de verkiezingen neemt vreemde vormen aan. De PVV won vijf zetels (van 1 naar 6), een grote opmars. De PVV voerde amper campagne. Vermoedelijk waren hogere cijfers mogelijk geweest. Aan de andere kant moet opgemerkt dat de vier zetels van het uiterst rechtse Forum voor Democratie als sneeuw voor de zon verdwenen.
Vergelijkingen met de gemeenteraadsverkiezingen zijn problematisch. Dat heeft te maken met verschil in opkomstpercentage, maar ook met verschil in deelname van partijen aan de diverse verkiezingen. In Leeuwarden deed bijvoorbeeld de PVV in 2022 bij de gemeenteraadsverkiezingen niet mee. Onbekend is of deze partij over twee jaar wel kansen gaat wagen. De vraag is daarbij of deze partij op lokaal niveau aansprekende kandidaten naar voren zou weten te schuiven.
De positie van PvdA/Groen Links in Leeuwarden is onduidelijk. In 2019 scoorde hier de PvdA op het Europese toneel 26,6% van de stemmen. En GroenLinks 12,2%. Samen 38,8%. Er was nog geen sprake van een gezamenlijke lijst. In 2024 haalt de combinatie 29% van de stemmen binnen. Een verlies van bijna 10%. De PVV eindigde op 14%. In 2019 haalde de PVV in Leeuwarden slechts 2%.
Een vergelijking met de landelijke verkiezingen van november 2023 is maar zeer beperkt zinvol, vanwege het grote verschil in opkomst. De opkomst kwam in Leeuwarden uit op 77,2%.Een heel verschil met de 45,5% van de Europese verkiezingen. Bij de landelijke verkiezingen eindigde GroenLinks/PvdA in Leeuwarden nipt als grootste met 22,3%.De PVV was tweede met 21,6%.
LC voorbarig
Een analyse in de LC van de Europese verkiezingen ging enigszins mank omdat nauwelijks het verschil in opkomst in rekening werd gebracht. Veel te voorbarig werd bijvoorbeeld al een herstel van het CDA en een afscheid van NSC aangekondigd. Terwijl de LC bekend kon zijn met het uit onderzoek gebleken gegeven dat de achterban van PVV en ook NSC voor een groot deel thuis bleef. Een groter deel dan de achterban van met name GroenLinks/PvdA. Dat hoeft zich bij andere verkiezingen niet op dezelfde manier te herhalen.
Groenlinks/PvdA raakt hiermee zo langzamerhand ook in de positie van een partij die gebaat is bij een lagere opkomst. En dat is ongemakkelijk vanwege de twijfels aan de legitimiteit en representativiteit van verkiezingen met kiezers die de stembus mijden. Zeker als die thuisblijvers behoren tot de jongeren en mensen met een praktische opleiding, die volgens onderzoekingen onder de thuisblijvers sterk vertegenwoordigd zijn. En waarvan Groenlinks/PvdA zegt vooral voor hen op te komen.
Leest u verder via: https://www.liwwadders.nl/weet-de-pvv-in-leeuwarden-aansprekende-kandidaten-naar-voren-te-schuiven-lc-analyse-europese-verkiezingen-voorbarig/