De dagen tusschen Kerstmis en Nieuwjaar
Zijn van een druk, die niet meer is te ontvlieden:
Van al de ellende der vergane zwaar,
En zonder hoop op wat de aanstaande bieden.
En er is niets wat nog vertroosting heeft
Dan één gedachte in deze doodsche tijden:
Wat ook het latere te lijden geeft –
Al wat men leed kan men niet weder lijden.
Men staart door hoe lang al dezelfde ruit
Naar smeltend ijs en mist en grauwe landen;
Men doet het licht aan, sluit de wereld uit,
En voelt nog meer de klem der kamerwanden.
J.C. Bloem (1887-1966)