Deze bijdrage is het tweede artikel in een serie van vier over wereldburger en schrijfster Aggie van der Meer (1927-2023), die in 2023 op 95-jarige leeftijd overleed. Deze reeks betreft een herhaling.
Sinds Bolsward stedelijke allures vertoont, al ver voor het jaar 1300, hebben velen geschreven over historische onderwerpen van stad en omgeving of over innerlijke roerselen in romans en gedichten. Enkelen torenen, soms ver, boven de middelmaat uit. Ik noem hier slechts drie: Gysbert Japix, Frits van der Meer en Aggie van der Meer.
- Gysbert als grondlegger van de hedendaagse Friese taal.
- Frits, wereldberoemd geleerde, als winnaar van de hoogste letterkundige onderscheiding in het Nederlandse taalgebied, de P. C. Hooft-prijs, 1964.
- En Aggie, in 2019 winnaar van de hoogste onderscheiding op letterkundig terrein in Fryslân, de Gysbert Japicxpriis.
Laten we het in deze rubriek, Blik op Bolsward, eens hebben over Aggie van der Meer.
Familie, maatschappij en een nieuw boek
Aggie, als Agatha Augusta van der Klei op 2 september 1927 in Bolsward geboren en daar haar hele leven woonachtig, is vernoemd naar haar beide grootmoeders. Haar moeder, Agatha Jourica Maria van der Werf en Bolswarder van geboorte, kent die eerste voornaam dus ook. De eerste twee voorletters van haar vader, Obe Pieter Simme, zullen jarenlang een kenmerk zijn van het winkelpand op de Grote Dijlakker 13, O. P. van de Klei, in manufacturen. Aggie haar ouders trouwden op 6 april 1926.
Aggie van der Klei is vooral bekend om haar schrijverschap: dichtbundels, romans, novellen en toneelstukken, alle in de Friese taal; maar ook talloze ingezonden stukken in kranten, meest in het Nederlands, zijn van haar hand. Alle onder de naam Aggie van der Meer. Niet via de familielijn van haar man, Herman van der Meer, maar langs de levenslijn van Van der Klei is ze verbonden met die hiervoor genoemde Van der Meer, Frits. Het door deze Frits van der Meer zo ontroerend beschreven huis aan de Kleine Dijlakker 16, schuin tegenover Aggies geboortehuis, is later ook het woonhuis van de familie Van der Klei geweest.
Aggie was zeer actief binnen de vredesbeweging, het IKV, de maatschappij in volle breedte en de katholieke kerk. Met name die laatste bezigheid, binnen het kerkelijk leven in Bolsward, zal zowel sympathisanten als felle tegenstanders opleveren. Ze streefde naar het wijd openzetten van de kerkelijke vensters om niet alleen de wereld toe te laten, maar zeker ook om de blik van binnenuit op die wereld te kunnen richten.
Opvallend bij haar activiteiten op religieus terrein in Bolsward was dat ze veel bijval en steun kreeg van een behoorlijk deel van het lerarenkorps binnen het plaatselijke katholieke (voortgezet) onderwijs. Ook een enkele religieus voorganger binnen de Sint Franciscuskerk steunde haar voorzichtig.
Haar plaatselijke activiteiten werden na de jaren ’80 ietwat getemperd. Des te actiever werd ze als opbouwend critica naar de Bolsward omringende wereld toe. Dit jaar wordt ze 95 en nog steeds vallen ingezonden brieven van haar te lezen. Daarin krijgt haar strijd voor natuur en biodiversiteit steeds overtuigender aandacht. En ook met litterair werk is ze nog altijd volop bezig.
Op zaterdagavond 16 juli a.s. vindt daarom in de Martinikerk opnieuw een boekpresentatie plaats en worden gedichten en verhalen van Aggie gepresenteerd, muzikaal opgezet door Hoite Pruiksma.
Daarnaast voelt ze zich innig verbonden met de wereld om haar heen: met haar familie, haar naaste omgeving (nu: It Menniste Skil), haar stad Bolsward, Friesland, Nederland, en verder, veel verder.
Die betrokkenheid bij de maatschappij, een brede culturele belangstelling en grote zorgzaamheid voor de natuur, dat alles bundelt zich in deze grand old lady van de Friese letterkunde.
Het was E.S. de Jong, journalist en nog honderd werkzaamheden meer, die me voor het eerst in kennis bracht met Aggie als schrijver en dat op een wel heel bijzondere wijze. Het was op zijn kamertje, boven in de woning aan het Hid Heroplantsoen. We hadden het over boeken, Friese vooral. Hij wist (want hij wist veel over wat voor de meesten geheim bleef) dat ik nu en dan boekenrecensies schreef, en over boeken wilde hij het hebben. Ik liet me ontvallen dat ik de week daarvoor van iemand een boekje van een Bolswardse schrijfster had gekregen, ‘It kemiel fan omke romke’. Van Aggie van der Meer.
Ik kende uiteraard, zoals de meeste Bolswarders, Aggie wel. Van haar gang door de straten van Bolsward, rappe tred met alpinopet. Van haar activiteiten, kerkelijk zowel als politiek, was ik op de hoogte. Maar daarover hadden we het niet, De Jong en ik, wel over dat boekje. De Jong veerde op. It kemiel? Ja.
En hij vertelde: dat hij dat boekje kwijt was, en dat hij er bij Aggie op had aangedrongen om de Nederlandse versie, die De Jong van Aggie had gekregen, in het Fries uit te geven, en dat hij Aggie wel zou helpen bij het oersetten, en dat hij ook eventueel wel Friese les wilde geven aan de pure Bolserter, dus stadsfriese, Aggie…
En toen, opeens, tegen mij: ik mis dat boekje; wil je het ruilen tegen vier van mijn boeken? Resultaat: hij het boekje en ik vier jeugdboeken: schrijver E.S. de Jong. Het boekje, een uitgave van Osinga in Bolsward, verscheen in 1964. In het boek ‘De Beul van Bolsward’ heb ik een hoofdstuk gewijd aan deze wonderlijke Bolswarder, De Jong.
© Willem Haanstra